arch/ive/ief (2000 - 2005)


Affiche l'article sans les commentaires

Welles-nietes spel over grondonteigening en staatscontrole - Onrust in Venezuela...
by Cora van den Berg Tuesday July 15, 2003 at 12:23 PM

Welles-nietes spel over grondonteigening en staatscontrole - Onrust in Venezuela over nieuwe wetten (Artikel van Nederlands Platform voor Latijns-Amerika)


"Een heilig vuur dat de zegen van de bisschop verdient", zo noemde de Venezolaanse president Chávez zijn nieuwe landhervormingswet, één van de 49 decreten die hij in november vorig jaar door het parlement loodste. Maar het 'vuur' en andere wetten in dit pakket vielen bij een groot deel van de bevolking niet in goede aarde. In december lag het hele land een dag plat vanwege een grootschalige staking. Wat Chávez "rechtvaardig voor de armen" noemt, noemen ondernemers, vakbonden en juristen "ongrondwettelijk en een aanval op het privébezit."

Een niet ongebruikelijk tafereel in Caracas, de hoofdstad van Venezuela: terwijl president Hugo Chávez zijn wekelijkse televisietoespraak houdt - waar hij de tv-stations toe verplichtte - klinkt vanaf de balkons een protestgeluid met potten en pannen. Even verderop gaan een paar vuurpijlen de lucht in en zijn uit de ramen net zo hard revolutionaire liederen te horen. Want Chávez heeft zijn aanhangers opgeroepen de protesten tegen hem te beantwoorden met een vergelijkbare kakofonie.
De populariteit van de president is net zo hard gedaald als de prijs van olie. Drie jaar geleden werd hij met overrompelende meerderheid gekozen. Maar inmiddels rekenen veel mensen hem de economische crisis aan waarin het land zich bevindt. De olieprijs - en daarmee de inkomsten voor de staat - is enorm gezakt, de prijs voor eerste levensbehoeften is juist gestegen. De armoede is onverminderd groot, en ook de werkloosheid, de misdaad en de criminaliteit zijn niet afgenomen. Voor veel Venezolanen heeft de regering niet veel bereikt.
Achter de schermen heeft Chávez wel veel veranderd in de drie jaren dat hij aan de macht is. Het parlement is opzijgeschoven, zodat er één Nationale Assemblee overbleef waar de president het voor het zeggen heeft. Hij controleert naast deze Assemblee ook de Hoge Raad en de Rekenkamer. Dankzij een nieuwe grondwet, waar de bevolking in 1999 mee instemde via een referendum, heeft de president meer bevoegdheden gekregen. En dat allemaal om zijn droom te kunnen realiseren: de Bolivariaanse revolutie, geïnspireerd door de onafhankelijkheidsheld Bolívar uit het begin van de negentiende eeuw. Ook is het geen geheim dat hij een vriend van de Cubaanse leider Castro is en graag wat van diens idealen in zijn land overneemt.

Een jaar later zette Chávez de volgende stap. In november 2000 nam de Nationale Assemblee de zogenaamde Bevoegdheidswet aan, waarin de president een jaar lang de gelegenheid kreeg om per decreet, dus zonder parlementaire inspraak, te regeren. Chávez heeft hier gretig gebruik van gemaakt om zijn plannen versneld door te voeren. Aan het eind van het jaar dat hij hiervoor gekregen had, afgelopen november, lagen er 49 decreten klaar om uitgevaardigd te worden. "Dat zijn vier wetten per maand, ofwel één per week", verkondigde de regeringsleider trots.
De 49 decreten behelzen een aantal essentiële onderdelen van de Venezolaanse economie. Ze gaan over landhervorming, over de olieproductie, over onderwijs, de havens, het bankwezen, de luchtvaart en nog veertig andere onderwerpen. De meeste zijn zonder veel slag of stoot ontstaan, maar een aantal heeft de laatste maanden voor grote ophef gezorgd. Dat zijn met name de Landwet en de Oliewet.

Onteigenen

De wet voor Land en Agrarische Ontwikkeling is de eerste poging tot landhervorming sinds 1961. Chávez wil hiermee de agrarische activiteiten ontwikkelen én controleren en gaat daarbij over tot drastische maatregelen. De wet geeft de staat het recht grond te onteigenen als de grondeigenaar die niet nuttig gebruikt. Grootgrondbezitters met landerijen van meer dan vijfduizend hectare kunnen het ergste vrezen. Alle mensen die geschikt zijn voor agrarisch werk kunnen vervolgens een stukje grond toegewezen krijgen, de vruchten ervan plukken en uiteindelijk eigenaar worden. Daarbij kunnen ze kredieten en machines krijgen, maar legt de staat ook de verbouw van bepaalde gewassen op.

Voor Chávez gaat het in deze wet om sociale rechtvaardigheid, een betere verdeling van grond. Niet meer dan 1 procent van de bevolking heeft meer dan de helft van de landbouwgrond in handen. Enorme stukken land liggen braak zonder dat er ooit naar omgekeken wordt, terwijl Venezuela een groot deel van haar voedsel moet importeren. Het slechte gebruik van de grond wordt wel één van de drama's van het Zuid-Amerikaanse land genoemd. In de steden wemelt het van de mensen zonder land, het platteland moet het doen zonder mensen. Een betere verdeling van grond zou de agrarische productie al snel ten goede komen.

Het lijkt een nobel streven, maar desondanks stuitte de Landwet op veel protesten, niet alleen van de grondeigenaren, maar ook van ondernemers en vakbonden. Voornaamste argumenten zijn dat de wet een aanval is op privé-bezit en tegen de Grondwet ingaat. De verschillende groepen zijn niet geraadpleegd voordat de wet een feit was, wat volgens juristen wel de bedoeling was van de Bevoegdheidswet. Al met al veel te veel staatsbemoeienis, een stap richting een staatsgeleide economie, waar velen bang voor zijn.

Hetzelfde oordeel viel de wet te beurt die de olieproductie anders moet organiseren. Venezuela staat vierde op de wereldranglijst van olie-exporterende landen. De oliesector is goed voor een belangrijk deel van het staatsinkomen. De olieprijs speelt daarbij een grote rol -Venezuela heeft als OPEC-voorzitter voor elkaar gekregen de olieproductie, ook van niet-OPEC-landen, te verminderen, om de prijs weer op te krikken. Maar voor de president is het net zo belangrijk wíe de olieproductie in handen heeft. Met de Organieke Wet voor Koolwaterstoffen, zoals de nieuwe wet officieel heet, wil Chávez de staatscontrole hierop veiligstellen. De olielagen in de bodem behoren de Republiek toe, zo stelt de wet. De staat beheert de nationale olie-industrie en moet altijd een meerderheidsbelang hebben, ook als er particuliere bedrijven meedoen. Niet bepaald aantrekkelijk voor buitenlandse investeerders, zo vrezen critici.

Lamgelegd

De Landwet en de Oliewet waren dit najaar aanleiding voor massale protesten in het land. Het hele jaar waren er al regelmatig stakingen aan de gang van ontevreden leraren, ziekenhuispersoneel of staalarbeiders, bijvoorbeeld voor hogere lonen. Maar de staking tegen de nieuwe wetten, op 10 december, was de heftigste die Chávez tot dusver heeft meegemaakt. De grootste werkgeversorganisatie, die goed is voor zeven van de tien miljoen banen in het land, nam het initiatief voor de staking. Ondernemers, maar ook vakbonden gaven gehoor aan de oproep. Zij zijn bang dat de nieuwe wetten investeringen tegenhouden en daarmee de werkgelegenheid de nek omdraaien. Scholen, winkels en banken waren deze dag gesloten, kranten kwamen niet uit en de meeste mensen bleven thuis, al dan niet met potten en pannen in de aanslag. Het anders zo hectische Caracas en ook de rest van het land waren voor een dag lamgelegd.
Niet iedereen sloot zich overigens bij de staking aan. Kleine winkeltjes en eethuisjes openden hun deuren, aan de ene kant om te profiteren van de staking van hun collega's, aan de andere kant omdat "we niet meegaan met de rijken", zoals een voorstander van Chávez het uitdrukte. Duizenden aanhangers van de president verzamelden zich in de hoofdstad, voor een deel dankzij het vervoer dat de regering had geregeld vanuit andere delen van het land. Ze klapten voor Chávez en droegen portretten van Che Guevara bij zich.

Chávez hield voet bij stuk en benadrukte nog maar eens dat hij de duimschroeven gaat aandraaien. "De Landwet drijft de grondgrootbezitters de gordijnen in, maar een handjevol laffe, immorele oligarchen gaat Venezuela niet in chaos storten. Niets of niemand kan de revolutie tegenhouden", zei hij. Of zoals hij het uitdrukte tegen een aanwezige bisschop: "Deze wet is maar een klein wetje, maar ze is als een heilige kaars, een heilig vuur, de monseigneur zou er zijn zegen over moeten uitspreken." Hij sprak de wens uit dat God een lichtstraal zendt om de geesten te verlichten van de mensen die niet willen begrijpen dat het land definitief moet veranderen.

Onbeschofte inkomsten

De dagen na de staking stonden de kranten vol met meningen van tegen- én voorstanders van de nieuwe wetten. De voormalige voorzitter van de Federatie voor Agrariërs hekelde de Landwet en ontkende dat er zoiets als landloze boeren of ongebruikte gronden zijn. "De vorige landhervorming heeft de landloze boeren omgevormd tot agrarische producenten. En de ongebruikte gronden zijn allang in productie of van de staat. De wet is gemaakt voor een platteland dat niet meer bestaat", schreef hij in de krant La Nación. Een parlementslid van Chávez' partij bekritiseerde daarentegen de huidige leider van de agrarische federatie, die "nooit iets voor de armen heeft gedaan, maar alleen heeft gestreden voor de grootgrondbezitters, die nu bang zijn hun inkomsten uit hun landbezit te verliezen." De rector van de Centrale Universiteit gaf op zijn beurt af op de "reactionaire en achterhaalde oppositie van de ondernemers, die geen enkele verandering accepteren in de actuele verhoudingen, die een vermindering van hun onbeschofte inkomsten zou betekenen." Hij noemde de Landwet een "collectieve, solidaire manier om de Venezolanen te organiseren."

Inmiddels zijn de eerste landtitels en kredieten uitgedeeld aan een paar duizend families en heeft de Oliewet het officiële startsein gekregen. Maar daarmee is de rust nog niet terug. De stakingen gaan door, onder meer van leraren en medisch personeel voor betere lonen. En begin januari kwamen een kleine honderd aanhangers van de president bij elkaar voor het kantoor van El Nacional, één van de grote landelijke kranten die altijd fel tégen Chávez bericht. Begeleid door het kabaal van potten en pannen riepen zij de krant op "nu eens op te houden met liegen en eindelijk de waarheid te vertellen."

Tegenstanders riepen gelijk dat de betogers door de regering ingehuurd waren. Chávez zelf beweerde bij hoog en bij laag dat het mensen uit de wijk waren die hun recht op waarheidsgetrouwe berichtgeving kwamen opeisen. Zo blijft het welles-nietes spelletje aan de gang tussen voorstanders, die er nog steeds zijn, en tegenstanders. 'Het is om te lachen in Venezuela', schreef de Mexicaanse schrijver Carlos Fuentes in El País. 'Een operette-personage, zo weggelopen uit een magisch-realistische roman, kruipt in de huid van de figuur van Bolívar om zich steeds meer autoritaire macht toe te eigenen….Zijn hoofd is als een vuilnisbak vol rommel. Venezuela gaat moeilijke tijden tegemoet.'