Actievoerend Leiden tussen 1990 en 2000 by dolle hondenvriend Tuesday July 08, 2003 at 03:06 PM |
De volgende tekst is niet van mij, maar van iemand die een stuk schreef in het boek "Leven volgens je idealen", met een lang hoofdstuk over acievoerend Leiden.
Sinds de oprichting van Eurodusnie in 1997 werd Leiden als het ware op de kaart gezet van de actiebeweging en verwierf het landelijke bekendheid onder activisten. De indruk dat er vóór EuroDusnie in Leiden niets gebeurde op actiegebied is echter onjuist. Na de neergang van de actiebeweging in de tweede helft van de jaren tachtig is er tenminste één serieus initiatief ondernomen om links(radicaal) Leiden nieuw leven in te blazen en van een betere structuur te voorzien: politiek infocentrum 'De Invalshoek’.
De oprichting van dit infocentrum, op 1 januari 1990, kwam voort uit de behoefte van een aantal mensen aan meer samenhang tussen de groepen en meer toegankelijkheid naar buiten toe. Er was op dat moment wel een ‘kraakstructuur’: via een kraakspreekuur werd georganiseerd gekraakt, het aantal kraakpanden schommelde rond de dertig. Sporadisch vonden toen ook acties plaats, met name op het gebied van antimilitarisme en apartheid. De mensen die hierin participeerden, kwamen elkaar tegen in de kraakkroeg of alternatief café Meneer Jansen en bespraken daar op informele wijze hun actieplannen. In 1987 was al eens een poging ondernomen om een infocentrum op te richten in een kraakpand, maar dat bleef volgens een van de geinterviewden "een vrij obscuur hok". De Invalshoek was duidelijk groter van opzet. Het idee was om een ruimte te bieden waar allerlei groepen gebruik van konden maken en de faciliteiten (kopieerapparaat, postadres, vergaderruimte, zaaltje) zouden delen. Ook kon het centrum als stabiel contactadres voor geïnteresseerde mensen en media dienen die op zoek waren naar groepen die bij het centrum aangesloten waren. Het idee voor een dergelijk infocentrum stamt uit Duitsland, waar in de tweede helft van de jaren tachtig overal 'Infoladen' verrezen. De doelstelling staat in een folder uit 1992 omschreven als "Werken aan een sterkere en aanspreekbare links-radikale beweging". Om de beweging uit het slop te halen was (en is) het volgens de Invalshoek niet alleen nodig om de mensen binnen het 'sientje' beter wegwijs te maken, maar ook daarbuiten samenwerkingsverbanden aan te gaan. "Links raakte uit na de val van de Muur in 1989 en had een nieuwe impuls nodig, zowel wat inhoud en openheid betreft." Vanaf het begin werd daarom contact gezocht met de Leidse Wereldwinkel, Milieudefensie, LETS (Local Exchange Trading System), Meldpunt Discriminatie, Jonge Socialisten, migrantenorganisaties en andere politiek getinte, maar niet direct aan de kraakscene verwante groepen.
Het infocentrum, dat gevestigd werd in een door de gemeente uitgeleend pand aan de Koppenhinksteeg, had in de eerste drie jaar een flinke aantrekkingskracht op links Leiden; al in het eerste jaar telde het collectief dertig tot veertig mensen. Destijds waren onder meer een voedselcoöperatie (de Lachende Lazuli), een filmcollectief, en groepen die zich met dierenrechten, vrouwenstrijd, flikkerstrijd en milieu bezighielden actief bij de Invalshoek. Daarnaast werd er vanaf het begin (en tot op heden) een archief bijgehouden dat zich uitstrekt van krantenknipsels over Leidse gebeurtenissen tot de landelijke acties van Groen Front!, en van linkse bladen tot anarchistische literatuur. Activiteiten die in de beginjaren georganiseerd werden betroffen een politiek leescafé en video- en discussie-avonden. Verder kreeg het centrum enige bekendheid door de uitgave van brochures, het maandblad 'de Peueraar' en door acties en campagnes die vaak in samenwerking met andere organisaties tot stand kwamen. Zo stond het collectief aan de basis van de campagne 'Stop Europa 92', waarbij allerlei negatieve maatschappelijke ontwikkelingen samenhangend met de Europese eenwording aan de orde kwamen: Fort Europa, legitimatieplicht, biotechnologie, herstructurering van de economie, sociale ongelijkheid, afbraak sociale voorzieningen, flexibilisering van de arbeid, uitbuiting van het Zuiden. In het kader hiervan werd in samenwerking met vijftig groepen uit heel Europa een karavaan vanuit Leiden door tal van Europese landen georganiseerd, die echter niet de gewenste aandacht trok. "Het thema ‘Europa’ stuitte door het hoge niveau van abstractie destijds ook binnen de linkse beweging op veel weerstand: je kon beter iets concreets doen, zoals slangen doorsnijden bij Shell." Dit was dan ook reden voor mensen van de Invalshoek om zich meer toe te leggen op bepaalde (concretere) delen van ongewenste politieke of maatschappelijke ontwikkelingen, zoals het vluchtelingenbeleid. Dit thema ging een steeds centralere rol spelen binnen De Invalshoek en leidde in 1992 tot de oprichting van de stichting 'De Fabel van de Illegaal' (kortweg 'De Fabel'), een organisatie die zich voornamelijk richt op onderzoek, hulpverlening en campagnes op het gebied van vluchtelingen, illegalen, fascisme en racisme. De groep geeft een tweemaandelijks, gelijknamig blad uit en heeft met de ‘Gebladerte-reeks’ verschillende publikaties op haar naam staan. De Fabel speelde een belangrijke rol in het comité 'Geen mens is illegaal', dat campagne voerde voor ‘de witte illegalen’. Ook het secretariaat voor de anti-MAI campagne (Multilateral Agreement on Investment), waar onder andere Eurodusnie bij betrokken was, bevond zich bij de Fabel.
De 'specialisatie' rond het thema asielzoekers, waarbij de naam Invalshoek naar de achtergrond verdween ten faveure van de Fabel van de Illegaal (dezelfde mensen), kwam niet alleen voort uit strategische overwegingen (d.w.z. om hun maatschappijvisie beter over te kunnen brengen). In 1993 en 1994 dunde de oorspronkelijke groep van dertig tot veertig mensen behoorlijk uit als gevolg van meningsverschillen over de te varen koers. Bij de oprichting werd besloten dat het de openheid van het info- en actiecentrum ten goede zou komen als sub- of tegenculturele omgangsvormen of uitingen van de links-radicale scene zoveel mogelijk achterwege gelaten zouden worden. "Dus geen kroeg met keiharde punkmuziek, niet blowen en beleefdheid naar buitenstaanders, die best een rondleiding kunnen krijgen." Na drie jaar waren er toch een aantal mensen binnen het collectief die de subcultuur in ere wilden herstellen, waardoor de spanningen in vergaderingen hoog opliepen. De 'oplossing' kwam toen deze mensen een pand naast De Invalshoek kraakten en er de kroeg 'Bar en Boos' begonnen. De groepen die hierheen verhuisden behielden over het algemeen wel hun politieke karakter. Een medewerker van de Fabel ziet in de breuk een verschil tussen groepen die iets structureler en op de lange termijn met thema's bezig waren (die bleven in De Invalshoek) en de groepen die subcultureler bezig wilden zijn en op een spontanere wijze meer ad hoc actie voerden (die vertrokken naar Bar en Boos). De verschillen in (politieke) visie waren echter niet van dien aard dat de gebruikers van de twee panden niet bij elkaar over de vloer kwamen.
De Invalshoek verloor door de breuk al snel de oorspronkelijke functie die het had: als (laagdrempelig) ontmoetingspunt dienen voor allerlei verschillende groepen. In plaats daarvan groeide de Fabel van de Illegaal uit tot de gespecialiseerde organisatie met landelijke bekendheid die het nu is. Een medewerker van de Invalshoek erkent dat het centrum nu minder makkelijk toegankelijk is, doordat er een vaste groep mensen is met een uitgesproken politieke visie.
Bar en Boos vervulde nu de functie van informeel ontmoetingspunt voor links-radicaal Leiden. Twee jaar na de kraak (in 1996) groeide ook hier de onenigheid. Basis voor het conflict was een politie-inval bij Koekoeroe Reedio, een radiopiraat die in juni 1996 vanuit Bar en Boos begon uit te zenden. Polarisering tussen twee groepen was het gevolg; de a-politieke, meer cultuurgerichte groep, was bang voor sluiting van de kroeg en wilde zo snel mogelijk van Koekoeroe (de 'politieken') af. Het conflict liep eind 1996 zo hoog op dat de 'culturelen' alle spullen van Koekoeroe op straat hebben gezet en de sloten van de deur vervingen. De piraat is nu gevestigd in een ander pand en zendt nu vier dagen per week uit. Hoewel onafhankelijk, is de zender nauw verbonden met EuroDusnie.
Dat deze band niet toevallig is, komt doordat een aantal mensen die in het conflict aan de kant van Koekoeroe Reedio stonden, begin 1997 aan de basis van EuroDusnie stonden. Aangezien Bar en Boos niet langer in de politieke behoefte voorzag en De Invalshoek van alle subculturele franje was ontdaan, leek dit een logische ontwikkeling. EuroDusnie kreeg echter niet direct de vorm die het nu heeft. Voordat het huidige 'hoofdgebouw' aan de Boerhaavelaan gekraakt werd, is een poging ondernomen om een hotel in Noordwijk te kraken. De bedoeling was om tijdens de voorbereiding van de Eurotop in Noordwijk (waar alle ministers van buitenlandse zaken bijeen kwamen om een agenda op te stellen) een ‘informele tegentop’ te organiseren. Het pand werd echter dezelfde dag nog zonder juridische gronden ontruimd. Om de tegentop toch nog doorgang te kunnen laten vinden, werd op 4 april het 'reservepand' aan de Boerhaavelaan gekraakt. Het ruime schoolgebouw bood dat weekeinde (4, 5 en 6 april 1997) plaats aan ruim 250 activisten, die er workshops konden volgen met betrekking tot de Europese eenwording. Ook werd hier de basis gelegd voor veel van het verzet dat in juni 1997 in Amsterdam plaats zou vinden. EuroDusnie verwierf enige bekendheid door haar opvallende posters en brochures ('Wij en hun Europa' en 'De buit van de Amsterdam, oude tijden herleven'). Mede door de kwaliteit van hun propaganda wisten de Eurodusnie-activisten het thema Europa op de agenda van links Nederland te zetten, waar eerdere pogingen daartoe verzandden in cynisme (o.a. de door de Invalshoek en een andere Leidse organisatie, Eurowatch, in gang gezette campagne tegen Europa '92). Natuurlijk droeg ook de steeds concretere aanwezigheid van 'Europa' bij aan de actiebereidheid rond dit thema. Toch blijven de gevolgen van de Europese eenwording moeilijk onder woorden te brengen. Een medewerker van De Invalshoek/Fabel ziet het dan ook als een grote verworvenheid dat het EuroDusnie gelukt is om het moeilijkste gedeelte, de financieel-economische ontwikkelingen, tot een succesvol actiethema te maken en handvaten te bieden voor protest.
Dat het niet bij die ene Tegentop en de acties tegen de Eurotop in juni bleef, was voor veel mensen een vanzelfsprekendheid. EuroDusnie bleek een grote aantrekkingskracht te hebben op zowel 'oude' activisten als 'nieuwe' mensen; aanvankelijk begonnen met een initiatiefgroep van zes mensen, groeide het 'anti-autoritair info- en actiecentrum' binnen enkele maanden uit tot een collectief van dertig tot veertig mensen. Behalve campagnes, acties en het verspreiden van politieke informatie kreeg ook de behoefte aan een subcultureel centrum gestalte; eetcafé McDusnie ging vanaf augustus voor een dag per week open om te koken voor gemiddeld vijftig mensen, terwijl er met enige regelmaat (punk)bandjes optraden en feesten werden georganiseerd. De ruimte aan de Boerhaavelaan werd ook ter beschikking gesteld aan groepen uit het hele land die er iets wilden organiseren (congressen, festivals, actieweekenden).
Ook op actie- en informatiegebied zaten de EuroDusniërs niet stil. Na de Eurotop in juni 1997 volgde in oktober nog een (uit de hand gelopen) demonstratie van enkele honderden mensen ter gelegenheid van de ondertekening van het Verdrag van Amsterdam. EuroDusnie verspreidde hierbij een folder met een parodie op een postbus 51-folder met een oplage van 15.000, getiteld 'De buit van "de Amsterdam" (VOC-schip). Oude tijden herleven'. Aan de hand van een aantal 'feiten' wordt in de folder het Verdrag van Amsterdam doorgelicht: flexwerk (uitbuiting), grenscontrole, asielbeleid (ook binnen Europa), politie, milieuvervuiling, vrouwenrechten, globalisering en de vraag of er alternatieven zijn. Dergelijke thema's komen ook aan de orde tijdens info-avonden en in het onderwijsproject van EuroDusnie, dat zich met lespakketten op scholieren vanaf 14 jaar richt.
Vanaf november 1997 raakte de groep samen met de Fabel van de Illegaal betrokken bij de organisatie van 'MAI niet gezien', het Nederlandse aandeel van een internationale campagne tegen het Multilateraal Investerings Akkoord. In de eerste 'dusnieuwtjes' (december 1997), de als nieuwsbrief vormgegeven voorloper van het blad Dusnieuws, wordt het voor velen dan nog onbekende 'akkoord in wording' toegelicht als "een nieuwe waanzinnige stap in de verdere globalisering van de economie". De onderhandelingen voor het inmiddels afgeblazen verdrag waren erop gericht om de 'vrije' wereldhandel te stimuleren door barrières zoveel mogelijk uit de weg te ruimen en vormde in de woorden van EuroDusnie "een tikkende tijdbom voor democratie, sociale zekerheid en milieubeleid". In het kader van deze campagne vond in het voorjaar van 1998 een actie plaats in Den Haag, waarbij het Ministerie van Financiën door vijftig mensen werd bezet en een gesprek met Frans Engering (MAI-onderhandelaar voor Nederland) plaatsvond. Enkele dagen later volgde nog een ludieke actie voor het beursgebouw in Amsterdam; het 'dumpen' van mensenrechten en milieubeschermingswetten vormden hier de symbolische vertaling van de eventuele gevolgen van het MAI-verdrag. Beide acties kregen echter nauwelijks aandacht van de pers. In Dusnieuws 3 volgde een cynische vaststelling: "Het was belangrijker te berichten over het ontslag van Ruud Gullit (…) en toen werd ons weer duidelijk dat de reguliere media niet bestaat om kritische stukken te schrijven."
Begin april 1998 vierde EuroDusnie haar éénjarig bestaan met een driedaags festival. Voor de gelegenheid werd burgemeester Van der Sluijs 'getaart', als 'bedankje' voor de door hem gelaste ontruiming van het Noordwijkse hotel, ruim een jaar eerder. Deze actie was tevens de eerste gelegenheid waarbij de werpgroep T.A.A.R.T. (Tegen Autoritaire Anti-Revolutionaire Types) zich profileerde. Later dat jaar en in de eerste dagen van 1999 zouden respectievelijk Frits Bolkestein en Gerrit Zalm een taart in het gezicht krijgen.
Dat het collectief inmiddels groeistuipen vertoonde, bleek uit de toename in het aantal en de veelzijdigheid van projecten; in enkele maanden tijd breidde McDusnie uit met een soepkeuken op woensdag en openden een politieke infowinkel en een weggeefwinkel hun deuren in het gebouw aan de Boerhaavelaan. De gemeenteraadsleden van de VVD vonden dat de expansiedrift van EuroDusnie wat uit de hand liep en verzochten de burgemeester in april 1998 voor het eerst om ontruiming van de Boerhaavelaan en andere kraakpanden waar de groep iets mee te maken zou hebben (een verzoek dat ze nog vele malen zonder succes zouden herhalen). Directe aanleiding hiervoor was een grootschalige demonstratie tegen de McDonald's, die plaatsvond in het kader van een internationale bijeenkomst van dierenrechtenactivisten (door de 'Dutch Animal Rights Coalition' in het gebouw van EuroDusnie georganiseerd, van 9 tot 16 april 1998). Het interieur van de hamburgergigant moest het hierbij ontgelden.
Dat EuroDusnie-acties niet slechts incidenteel op confrontaties met politie of politiek uitlopen, bleek nog eens een maand later, bij een actie tegen Europol in mei 1998. Hierbij werden negen arrestaties verricht. Andere confrontatieve (maar niet gewelddadige) 'wapenfeiten' vinden vooral later dat jaar plaats: op 13 oktober 1998 werd het vragenuurtje in de Tweede Kamer verstoord met een 'spandoekenuitrolestaffette', in het kader van de ‘MAI niet gezien’-campagne. In december 1998 kreeg VVD'er Bolkestein een taart in het gezicht gedrukt, wat tot groot ongenoegen leidde bij de toehoorders van zijn lezing op de Leidse universiteit. Nog diezelfde maand (21 december) werd in Utrecht een feestje van De Nederlandsche Bank verstoord, dat ter gelegenheid van de invoering van de Euro werd gegeven. Auto's werden met verfbommen bekogeld, ramen van congrescentrum Vredenburg moesten het ontgelden. Ook hier verrichtte de politie enkele arrestaties onder de ruim vijftig activisten. Het betrof hier overigens niet speciaal een Eurodusnie-actie.
Eind 1998 en de eerste helft van 1999 waren roerige tijden voor het collectief, zowel op het gebied van directe acties en demonstraties als voor de alternatieven in de panden van EuroDusnie. In november vestigde EuroDusnie zich in de Koppenhinksteeg, door de begane grond van het pand waarin de Fabel van de Illegaal kantoor houdt, te kraken. De kraak leverde weinig problemen op en het begin van soepkeuken ‘Las Vegas’ was een feit. Ook het pand aan de Hooglandsche Kerkgracht (op de hoek van de Koppenhinksteeg), waar boekhandel Manifest eerder haar onderkomen had, kon behouden blijven na een (sleutel)kraak. Vanaf januari 1999 bood de begane grond van dit pand ruimte aan de Weggeefwinkel, die door de centralere lokatie nu grotere bekendheid verwierf onder de Leidse bevolking. Om het onderkomen van Las Vegas te vergroten en te verbinden met de Weggeefwinkel werd tussenliggende ruimte gekraakt, tijdens de viering van het tweejarig bestaan (begin april 1999). Alle groepen trokken nu naar de Koppenhinksteeg (het eetcafe, de voedselcooperatie, de politieke infowinkel en het aloude 'links-alternatieve imago' van het straatje was weer even veiliggesteld. Met de uitbreiding van Las Vegas stegen ook de bezoekersaantallen tot ongekende hoogten; gemiddeld wordt het eetcafé sindsdien door zeventig mensen bezocht, met uitschieters naar negentig. Inmiddels zag het collectief ook op het gebied van (directe) actie de aandacht weer op zich gevestigd. De meest opmerkelijke actie was de ‘taarting’ van minister van financiën Gerrit Zalm, begin januari 1999, tijdens de beursintroductie van de Euro. De beelden van een besmeurde Zalm gingen de hele wereld over. Dat er over de motieven nauwelijks iets geschreven werd en een van de 'taarters' in een televisieprogramma zelfs belachelijk werd gemaakt, leidde tot veel discussie binnen EuroDusnie over het nut van deze actie. Voor zover er al enig vertrouwen in de massamedia was, dan daalde dat na de Zalmactie tot het absolute nulpunt.
Op campagnegebied bereidde de groep zich ondertussen voor op de komst van leden van de Indiase boerenvakbond KRRS (Karnataka Raiya Ryota Sanghe), die in het kader van de Eurotop en G8-bijeenkomst in Keulen deel zouden nemen aan de Inter Continental Caravan (ICC). Dit werd ook wel -niet geheel ironisch- het 'Totally Crazy Project' genoemd. Het Nederlandse gedeelte dreigde door organisatorische tegenslagen in april afgeblazen te worden, maar vond later in afgeslankte vorm toch nog doorgang. Vierhonderd Indiase boeren en boerinnen kwamen naar Europa, vijftig van hen deden in de laatste week van mei Nederland aan en participeerden in acties tegen het Leidse biotech-bedrijf Pharming en het in de Amsterdamse haven gevestigde Cargill (producent van genetisch gemanipuleerde zaden).
De Indiase boeren en boerinnen namen vervolgens deel aan de grote demonstraties die vanaf begin juni 1999 in Keulen plaatsvonden ter gelegenheid van de Eurotop (3 en 4 juni) en de G8-bijeenkomst (18 juni). Voor beide toppen organiseerde het deels uit EuroDusnie voortgekomen ‘Collectief Zonder Geld’ gratis treinacties, maar deze hadden, anders dan dergelijke acties in andere landen, niet het gewenst effect.
10 juni 1999, de dag van de vijfjaarlijkse Europese verkiezingen, werd door EuroDusnie uitgeroepen tot ‘elACTIONday’. Overal in het land doken flyers op en werden verkiezingsaffiches beplakt met de tekst ‘Europese verkiezingen afgelast, wegens het ondemocratische karakter van de Europese Unie’. In Den Haag werd een ludieke demonstratie georganiseerd, die tweehonderd mensen trok. ’s Avonds vond in het EuroDusniepand aan de Boerhaavelaan het ‘Eurovisieloos Songfestival’ plaats, met optredens van punkbandjes en een loterij waarin stembiljetten voor de ‘afgelastte’ Europese verkiezingen als loten figureerden.
De tweede helft van augustus en de eerste dagen van september 1999 stonden voor EuroDusnie in het teken van de ‘Aalmarktrellen’. Half augustus werd een gemeentelijk pand aan de Aalmarkt, in het centrum van Leiden, gekraakt. De gemeente Leiden deelde de krakers mee twee weken nodig te hebben om uit te zoeken welke bestemming zij voor het kavel had, maar ontruimde het pand voordien, zonder overleg met de krakers, en zette er kraakwachten in. Reden genoeg voor de ontruimde bewoners (veelal actief bij EuroDusnie) om de kraakwachten er begin september uit te jagen en het pand opnieuw te kraken. De ontruiming van het zwaar gebarricadeerde pand liet niet lang op zich wachten. Het buitenproportionele geweld waar dit mee gepaard ging leidde diezelfde maand nog tot de uitgave van een zwartboek met enkele tientallen getuigenissen.
De laatste maanden van 1999 waren rustig vergeleken met de geweldsuitbarsting rond de Aalmarkt. De jaarlijkse anti-McDonald’s-Dag, op 16 oktober, werd even opgeschrikt door jongeren van de nieuw-rechtse (of extreem-rechtse) organisatie Voorpost, maar hun aantal viel in het niet bij de groep linkse demonstranten.
Om de aandacht op de conferentie van de Wereld Handels Organisatie (WTO) in Seattle te vestigen, bezette het voornamelijk uit Leidse activisten bestaande Mayday in november 1999 het VOC-schip naast het Scheepvaartmuseum in Amsterdam om er een spandoek (‘Stop de WTO’) in te hangen. De beveiliging zag geen reden om de politie te waarschuwen en liet de twintig actievoerders hun gang gaan. Op 30 november werd deze bezetting gevolgd door een actie op Schiphol, onder het motto:‘Wij eisen een gratis vliegtuig naar Seattle’.
Inmiddels begonnen er plannen op te borrelen om de komst van Koningin Beatrix naar Leiden (met Koninginnedag 2000) op te luisteren met een actie. Vooral het feit dat er al sinds begin jaren tachtig weinig meer gebeurd was op koninginnedag was voor een aantal mensen reden om het ‘Comité Mars Op De Oranjes’ (Comodo) op te richten. Hoewel de media Comodo vooral als een dekmantel voor EuroDusnie beschouwden, benadrukten Comodoleden consequent dat er sprake was van een landelijk netwerk met afdelingen in onder meer Heerhugowaard, Wageningen, Leiden, Amsterdam en Katwijk. "Als het een dekmantel voor EuroDusnie was geweest dan hadden we het wel BeaDusnie genoemd", zo luidde het in een interview in Dusnieuws 20. De aankondiging van de actie ging gepaard met de lancering van een website en een uitgebreide infotoer door het hele land, waarbij voornamelijk kraakkroegen aangedaan werden. Het ludieke gehalte was hoog te noemen door de oranje-artikelen die aangeboden werden en de Oranjequiz. Dat het ludieke karakter van de geplande actie niet werd onderkend door de Leidse politiek, bleek uit de strenge noodverordening die de gemeente uitvaardigde en het centrum tot verboden gebied verklaarde voor iedereen die er niet woonde. De angst voor ongeregeldheden zat er zo diep in dat er volgens mensen van EuroDusnie ook infiltratiepogingen zijn gedaan om een inschatting te kunnen maken van de kans op rellen of aanslagen. De arrestatie van twee Comodoleden een week voor koninginnedag –opgepakt op verdenking van oplichting en valsheid in geschrifte voor het uitdelen van op treinkaartjes gelijkende flyers- was voor de groep voldoende aanleiding om samen met Groen Front! op te roepen tot een demonstratie tegen toenemende overheidsrepressie en het oprekken en vernieuwen van wetsartikelen. De binnen een week gemobiliseerde demo vond plaats in Utrecht een trok ruim 250 mensen.
De criminalisering van Comodo heeft mogelijkerwijs een negatief gevolg gehad voor de opkomst: ondanks de maandenlange voorbereiding bedroeg de opkomst bij de landelijk gemobiliseerde demonstratie slechts 150 mensen. Niettemin werd de actie (o.m. de oranje guillotine en een Beatrix-tribunaal) een succes en bleven rellen uit.
De panden in de Koppenhinksteeg (en om de hoek op de Hooglandsche kerkgracht) vervullen nu al geruime tijd een functie binnen de linkse beweging van Leiden. Alle panden zijn echter eigendom van de gemeente en worden al vanaf begin jaren negentig 'bedreigd' door stadsvernieuwingsplannen. Nadat eerdere voorstellen voor luxe-appartementen en winkelruimtes gesneuveld waren, liet de gemeente in februari 2000 weten dat de plannen voor de Koppenhinksteeg inmiddels vaste vorm begonnen te krijgen. Het einde lijkt dus nabij, hoewel het niet de eerste keer zou zijn dat het project vertraging op zou lopen.
De diverse groepen hebben echter een verschillende ‘status’. De Invalshoek/Fabel worden niet alleen door de gemeente gefaciliteerd wat betreft behuizing, maar ook door middel van een subsidie van 1250 gulden per jaar. Het infocentrum heeft bovendien de garantie gekregen voor een vervangende ruimte. Bar en Boos en EuroDusnie verkeren niet in die luxepositie en zullen daarom eerder geneigd zijn tot verzet. Het collectief en de andere groepen in de steeg lijken echter geenszins bereid de ontruiming lijdzaam af te wachten. De presentatie van de gemeentelijke bouwplannen werd direct gevolgd door de oprichting van de ‘Vereniging Vrienden Vrijplaats Koppenhinksteeg’. In de folder van de vereniging worden als eisen genoemd: "Geen ontruiming van de Koppenhinksteeg! Vóór onderhoud van de panden door gemeente Leiden! Vóór permanent zelfbeheer van de panden door de daar gehuiste collectieven!"