Stem niet voor mij by Dirk Tuypens Saturday May 03, 2003 at 05:05 PM |
Op 18 mei aanstaande trekt de Belg opnieuw plichtsbewust naar het stemhokje. Naast de klassieke partijen en vertrouwde stemkanonnen duiken bij elke verkiezingen ook nieuwkomers op. Dat is ook deze keer niet anders. De meest opvallende en tevens meest gecontesteerde nieuwkomer is ongetwijfeld ‘Resist’, de lijst getrokken door de voorzitter van de Arabisch Europese Liga: Dyab Abou Jahjah. [Dirk Tuypens is kandidaat op de lijst RESIST]
'De wereld gaat alleen vooruit omwille van diegenen die ertegen zijn.' (Goethe)
Op 18 mei aanstaande trekt de Belg opnieuw plichtsbewust naar het stemhokje.
Naast de klassieke partijen en vertrouwde stemkanonnen duiken bij elke verkiezingen
ook nieuwkomers op. Dat is ook deze keer niet anders. De meest opvallende en
tevens meest gecontesteerde nieuwkomer is ongetwijfeld 'Resist', de lijst getrokken
door de voorzitter van de Arabisch Europese Liga: Dyab Abou Jahjah. Dankzij
een efficiënte mediacampagne is zijn naam alleen al genoeg om mensen koude
rillingen te bezorgen. En toch, ergens op de Resist-lijst voor de Kamer en de
Senaat, figureert ook mijn naam. Met mijn kandidatuur onderschrijf ik de politieke
boodschap die 'Resist' voorstaat, en steun ik in eerste instantie de kandidatuur
van Dyab Abou Jahjah. Dat is geen evidente keuze, net zomin als het voor de
kiezer een evidente keuze zal zijn om voor 'Resist' te stemmen. Vandaar deze
tekst. Om te verduidelijken waar 'Resist' voor staat, en u er op zijn minst
toe aan te zetten een stem voor 'Resist' te overwegen. In punt 1, 2 en 3 wil
ik de drie grote pijlers van het Resist-programma toelichten. Vervolgens geef
ik een kort antwoord op een paar hardnekkige mediageruchten omtrent Dyab Abou
Jahjah.
1. De oorlog die een generatie lang zal duren.
Caligula: Het was moeilijk te vinden.
Helicon: Wat dan?
Caligula: Wat ik wilde.
Helicon: En wat wilde je?
Caligula: De maan.
Helicon: Wat?
Caligula: Ik wilde de maan.
Helicon: Ach, zo. Om wat te doen?
Caligula: Wel! Het is één van die dingen die ik niet heb.
(Albert Camus)
'Ze weten dat wij hun land bezitten…wij dicteren de manier waarop zij leven
en praten. En dat is zo schitterend aan Amerika op dit moment. Het is een goede
zaak, vooral omdat daar heel veel olie is die wij kunnen gebruiken.' (Generaal
William Looney van de Amerikaanse luchtmacht)
Een eerste pijler in het programma van Resist is de oorlog met zijn directe
en indirecte consequenties. Misschien zou het beter zijn te spreken over de
oorlogslogica. Zoniet dreigt het misverstand dat het enkel en alleen maar te
doen zou zijn om de oorlog in Irak. En vermits die oorlog nu ten einde is verklaard,
zou meteen de eerste pijler wegvallen. Het is waar, de oorlog om Irak lijkt
gestreden. Dat wil zeggen: het grote bommengeweld is voorbij, het regime Saddam
Hoessein is verdwenen. Maar dat betekent geenszins dat er een einde is gekomen
aan de 'grote oorlog' die ons door de Bush-administratie kort na de aanslagen
van 11 september 2001 werd aangekondigd.
Integendeel, het relatief snelle en gemakkelijke succes van de alliantie Bush-Blair
in Irak, opgeteld bij het eerdere succesnummer in Afghanistan, betekent alleen
maar een duw in de rug voor wat is aangekondigd als een 'oorlog die een generatie
lang zal duren'.
In september 2002 stelt George W. Bush zijn 'National Security Strategy' aan de wereld voor. Daarin lanceert hij het begrip 'pre-emptive strike' als een sleutelbegrip in de toekomstige internationale politiek van de VS. Het komt er doodeenvoudig op neer dat de VS zich voortaan het recht toe-eigenen om waar en wanneer zij dat wenselijk achten militair toe te slaan. Waar en wanneer dat wenselijk is, gaat samen met waar en wanneer Amerikaanse nationale belangen en de Amerikaanse wereldheerschappij op het spel staan.
Een Amerikaanse wereldmacht gestoeld op militaire overmacht is al langer een Republikeinse droom. Het selecte clubje van rechtse beleidsmakers rondom de huidige president (waaronder Paul Wolfowitz, Richard Perle, Dick Cheney, Donald Rumsfeld,…) werkt reeds jaren aan de uitbouw ervan. De regeringsperiode Clinton wordt door dit gezelschap als een jammerlijk interludium beschouwd. Maar met de komst van Bush jr. lijkt niets hen nog in de weg te staan om hun politieke plannen gestalte te geven. De aanslagen van 11 september 2001 kwamen in die zin als een godsgeschenk, en brachten de Republikeinse plannen in een nauwelijks bekritiseerde stroomversnelling.
Na een snelle opwarming in de Afghaanse woestijn, was de oorlogsmachine klaar voor een belangrijke tweede stap: Irak. Laten we Afghanistan hier even buiten beschouwing laten, en kijken naar de opgegeven redenen voor de aanval tegen Irak. Het land van Saddam was toch een militaire bedreiging voor de regio? Maar hoe moeten we dan verklaren dat de omringende landen, waaronder Koeweit, deze dreiging als niet reëel hebben benoemd? En is nu niet gebleken dat het Iraakse leger hoegenaamd niets meer voorstelde? Irak moest toch bevrijd worden van de dictator Saddam Hoessein? Maar was dat dan al niet het geval in 1991, bij de eerste golfoorlog? En heeft Saddam toen niet, onder oogluikende goedkeuring van de VS, een volksopstand kunnen neerslagen die hem wel eens zijn positie had kunnen kosten? Laten we niet te snel vergeten dat Saddam Hoessein tot kort voor de eerste golfoorlog een troetelkind van Washington was, en dat hij zijn grootste misdaden heeft begaan in de periode waarin hij nog handjesschuddend op de foto mocht met Amerikaanse regeringskopstukken. Na de eerste golfoorlog werd Saddam nog steeds als een betere optie beschouwd. Irak moest met ijzeren hand bestuurd worden. Zonder Saddam was het gevaar op interne verdeeldheid en chaos te groot, wat op termijn nadelig zou kunnen uitdraaien voor de Amerikaanse belangen. Irak moest toch aangevallen worden omwille van het bezit en de productie van massavernietigingswapens? Is het niet bizar dat tot op vandaag nog geen enkel spoor van die wapens is gevonden? In een interview op Klara-radio stelde de Brits-Pakistaanse schrijver Tariq Ali dat het hele verhaal over massavernietigingswapens ronduit lachwekkend was. De VS beschikken over de beste inlichtingendiensten ter wereld. Neem nu een land als China, daar weten de VS elke opslagplaats van wapens zo te localiseren. Het volledige militaire arsenaal van China hebben ze in kaart. Nu zouden we moeten geloven dat diezelfde inlichtingendiensten niet in staat zouden zijn om een klein land als Irak, dat sinds 1991 economisch onder de knoet wordt gehouden en met argusogen wordt geviseerd, militair in kaart te brengen. Scott Ritter, die tot 1998 hoofd was van de VN-inspectieteams, heeft publiekelijk verklaard dat Irak voor 95% ontwapend is, geen massavernietigingswapens in bezit heeft, en ook niet in staat is om er nieuwe aan te maken.
Het is duidelijk dat alle aangevoerde motieven alleen drogredenen zijn. De verovering
van Irak heeft als doel de VS-hegemonie uit te breiden en de hand te leggen
op belangrijke olievoorraden. Tekenend feit in dit verband is dat in Bagdad
alle ministeries platgebombardeerd werden, behalve het ministerie van olie,
dat geniet de bescherming van Britse en Amerikaanse soldaten.
In de aanloop naar de oorlog in Irak is het anti-oorlogsstandpunt van een aantal Europese landen, en met name dat van België en zijn minister van Buitenlande Zaken Louis Michel, erg geprezen. Men zou zich dus de vraag kunnen stellen of een anti-oorlogspijler in een politiek programma hier bij ons wel op zijn plaats is. Daarom is het goed even terug te kijken naar de voorbije twaalf jaar. Heeft België zich uitgesproken tegen de eerste golfoorlog? Heeft België niet actief deelgenomen aan de bombardementen op voormalig Joegoslavië in 1995 en 1999? Heeft België zich uitgesproken tegen de bombardementen op Irak in 1998? Heeft België zich uitgesproken tegen de bombardementen op Afghanistan? En hoe zat het ook weer met die dubieuze wapenhandel naar Nepal? En laten we ook niet vergeten dat België, ondanks het standpunt tegen de laatste aanval op Irak, wel het transport van Amerikaans militair matreaal naar de golf via Belgisch grondgebied heeft toegestaan, en dat het zijn luchtruim heeft opengesteld voor de B-52 bommenwerpers. In de eerste dagen na het uitbreken van de oorlog in Irak, pleitte Guy Verhofstadt voortdurend voor de dringende uitbouw van een Europese defensiemacht. We moeten ons sterk afvragen waartoe zo'n defensiemacht dan wel zou moeten dienen. Stel dat we op dit moment over een Europees leger zouden beschikken dat zich kan meten met de troepen van de VS. Zouden we het dan, uitgaande van het Europese standpunt tegen de aanval op Irak, opnemen tegen de VS? Weinig waarschijnlijk. Een citaat van Guy Verhofstadt wijst in een meer reële richting: 'We willen een Europa dat in staat is om samen met andere supermachten in de wereld controle uit te oefenen en de weg te banen, zowel moreel als economisch…Wat we willen is een Europa dat op zijn eentje acties onderneemt in de Balkan,…en niet een Europa dat zit te wachten tot zijn Amerikaanse bondgenoot het initiatief neemt…We willen een Europa dat zijn verantwoordelijkheid opneemt buiten zijn grenzen, bv. in Afrika…want dat is onze verantwoordelijkheid en niet die van de rest van de wereld.' Hieruit blijkt duidelijk waar de grote Europese frustratie ligt. Europa is niet verenigd en militair niet opgewassen tegen de VS. Daarom moeten we lijdzaam toekijken hoe de VS de wereld met rasse schreden veroveren en overal beslag leggen op economische rijkdommen. Een Europees leger zou niet worden ingezet om de slachtoffers van de VS-agressie bij te staan, maar om de VS voor te zijn. Wie eerst is, krijgt de buit.
Waarom is het verzet tegen de oorlogslogica van blijvend belang?
- Irak wordt vandaag onder de voet gelopen door Britse en Amerikaanse bezettingstroepen. De Iraakse bevolking ervaart deze buitenlandse troepen niet als bevrijders. Zelfs CNN moet toegeven dat uitingen van vreugde erg beperkt blijven. Er zijn sterke aanwijzingen dat de VS milities van pro-Amerikaanse oppositiegroepen inzetten om te plunderen. Ook het neerhalen van het standbeeld van Saddam, een spektakel dat de wereld is rondgegaan als een massale volkshappening, zou door de Amerikaanse soldaten in scène gezet zijn. De westerse coalitie mag dan militair gezegevierd hebben, de oorlog is nog lang niet gestreden. Alles wijst erop dat de bezetters van Irak met felle tegenkanting vanwege het Irakese volk te maken zullen krijgen. Interne conflicten en burgeroorlog, al dan niet georchestreerd, zijn lang niet uitgesloten. Het blijft dus erg belangrijk om de situatie op de voet te volgen, en steun te verlenen aan een legitiem verzet tegen een niet-legitieme bezetting.
- De oorlogstrom van de VS zwijgt nog lang niet. De volgende doelwitten zijn reeds bekend: Syrië, Iran, Noord-Korea,…De dreigementen aan het adres van al diegenen die zich niet schikken naar de wensen van de VS zijn niet mis te verstaan. Irak is, na Afghanistan, slechts een tweede halte voor de oorlogstrein.
- De oorlogslogica, die door de VS aan de wereld wordt opgelegd, heeft ook ernstige consequenties bij ons. Europa wordt aangespoord tot verdere militarisering. Hogere defensiebudgetten betekenen onvermijdelijk forse bezuinigingen in de sociale sector.
Aan te raden lectuur:
- 'War on Iraq' van voormalig VN-wapeninspecteur Scott Ritter over de valse
voorwendsels voor de oorlog tegen Irak.
- Het rapport 'Rebuilding America's Defenses' op www.newamericancentury.org
(onder publications), voor een duidelijk beeld over de doelstellingen van de
entourage rond Bush.
- De site www.zmag.org/weluser.htm , voor talloze artikels omtrent de oorlog
tegen Irak en de oorlogslogica van de VS van onder meer Noam Chomsky, Robert
Fisk,…
- 'Irak: startschot voor de derde wereldoorlog' van Marc Vandepitte.
- 'Irak: de inzet van de tweede Golfoorlog' van Thomas Gounet, Boudewijn Deckers
en Harpal Brar.
2. Een consequente multiculturaliteit.
'Om politiek correcte redenen durfde de overheid er niet op wijzen dat de
allochtone burger als eerste zelf verantwoordelijk is om zijn achterstand weg
te werken.' (Bart Somers)
'Achterstand is een individuele uitdaging, geen groepsverhaal. Integratie en emancipatie zijn een opdracht voor elke burger. Margaret Thatcher zei ooit: "Gemeenschappen bestaan niet, mensen wel."' (Bart Somers'
'Migrantenstemrecht is een symbooldossier voor progressieve partijen als sp.a en Agalev, maar is het essentieel?' (Bart Somers)
'Uiteindelijk heeft elke burger maar één plicht: hij moet voor zichzelf leren zorgen, door werk en een inkomen te hebben.' (Bart Somers)
'We moeten ook openlijk durven poneren dat onze westerse waarden de beste zijn.' (Bart Somers)
Een tweede pijler van de lijst Resist is het probleem van de multiculturaliteit.
Dit thema omhelst in eerste instantie het toenemende probleem van racisme en
discriminatie. Een onderzoek van de EU heeft uitgewezen dat Vlaanderen de meest
racistische regio in Europa is. Veel meer dan vaak beseft wordt, is onze samenleving
doordrongen van racistische vooroordelen.
Het thema van racisme en discriminatie staat rechtstreeks in verband met het
thema van de oorlog in de eerste pijler. Onmiskenbaar hebben de achterdocht
en het misprijzen jegens 'de vreemdeling', en in het bijzonder jegens 'de Arabier'
en 'de moslim', zich sinds de aanslagen van 11 september 2001 dramatisch verscherpt.
Al gauw werden in de publieke opinie alle Arabische volkeren als terroristen
bestempeld, en de islam als de fundamentalistische leer waardoor het Arabische
gevaar wordt geïnspireerd. Wie vandaag moslim is, is meteen ook een fundamentalist.
Een moslim die vandaag zijn rechten als moslim verdedigt, is meteen ook een
terrorist.
Met de 'oorlog tegen het terrorisme' lijken de VS de theorie van de 'botsing
der beschavingen' te willen concretiseren. Samuel Huntington schreef in zijn
befaamde boek 'The Clash of Civilisations' dat de grootste conflicten in onze
moderne tijd niet zouden worden uitgevochten tussen staten, maar tussen verschillende
culturen of beschavingen, en met name tussen de Westerse en de Arabische of
islamitische cultuur. Deze stelling is gevaarlijk misleidend, omdat ze de inzet
van de conflicten die onze tijd beheersen terug brengt tot een culturele inzet,
tot de wens van de ene cultuur om de andere te domineren of te verdringen. Ze
negeert het feit dat in onze moderne tijd slechts één cultuur
zich tot in de kleinste uithoeken van de wereld - altijd met volstrekt misprijzen
jegens elke andere cultuur en desnoods met geweld - tracht op te dringen: de
Amerikaanse Coca-Cola cultuur. En ze miskent dat de strijd die vandaag op zoveel
plaatsen in de wereld wordt gevoerd, een strijd om politieke en economische
zelfbeschikking is, een strijd om te ontsnappen aan alle moderne vormen van
klassieke koloniale praktijken. De Brits-Pakistaanse schrijver Tariq Ali zit
ongetwijfeld veel dichter bij de waarheid als hij stelt dat we vandaag eerder
getuige zijn van een 'botsing van fundamentalismes', waarbij hij het Amerikaanse
imperialisme als de 'moeder van alle fundamentalismes' benoemt.
Ook in ons land wordt de tegenstelling tussen 'zij en wij', tussen 'goed en
kwaad', steeds scherper. De politieke en menselijke bereidheid om allochtonen,
en met name moslims, als volwaardige medeburgers te beschouwen en te behandelen,
is verder dan ooit zoek. Bovenstaande citaten van de Mechelse burgemeester Bart
Somers, uit diens recent verschenen boekje 'Iedereen Burgemeester', zijn tekenend
voor de huidige politieke visie op vragen rond migranten, asielzoekers, integratie
en inburgering. De wereld wordt op zijn kop gezet. Er is in ons land onmiskenbaar
sprake van een structurele achterstelling van een belangrijke gemeenschap binnen
onze samenleving. Allochtonen worden op alle vlakken beschouwd als tweederangsburgers:
politiek, werkgelegenheid, onderwijs, huisvesting, het sociale leven. Maar die
structurele discriminatie wordt in de liberale visie eenvoudig ontkend. En sterker
nog, de slachtoffers ervan worden zelf individueel verantwoordelijk gesteld
voor elke uitsluiting.
De Belgische overheid heeft gedurende jaren een falend integratiebeleid gevoerd.
Dat is een realiteit die niemand ontkent. Bart Somers niet, maar ook sp.a en
Agalev niet. Agalev-parlementslid Fauzaya Talhaoui zegt: 'Ik geef toe dat er
een probleem is met het huidige integratiebeleid. Het concept werkt niet. We
zullen iets anders moeten uitdokteren. Een beleid dat al die jonge gasten van
straat houdt, dat hen voldoende kansen biedt op een diploma. Wat niet wil zeggen
dat de integratiesector meteen moet opgedoekt worden. De bestaande structuur
kan nog steeds gebruikt worden voor nieuwkomers als vluchtelingen en asielzoekers.
Maar voor allochtonen van de derde generatie heeft het huidige beleid weinig
zin. Zij hebben geen nood meer aan taalcursussen.'
Het integratiebeleid, zoals we dat vandaag kennen, heeft niet tot doel een coëxistentie
tussen verschillende gemeenschappen op te bouwen, maar beoogt het uitwissen
van verschillen, hetgeen erop neerkomt dat de allochtone gemeenschap zich moet
assimileren. Het integratiebeleid in Vlaanderen reflecteert het onvermogen van
de autochtone gemeenschap om op een volwassen manier om te gaan met verschillen.
Het is dan ook tekenend voor een fundamentele en bedrieglijke tegenstelling
in het neoliberale samenlevingsmodel: enerzijds propageert het liberalisme een
doorgedreven individualisme en de onvoorwaardelijke individuele vrijheid, maar
anderzijds stelt het alles in het werk om op het grote sociale niveau de burgers
tot een eenduidige grijze massa te kneden.
De allochtone gemeenschap in België wordt voor een onaanvaardbare eis gesteld:
een volwaardig burgerschap kan alleen in ruil voor de onvoorwaardelijke afstand
van de eigen cultuur en identiteit. Zolang aan die eis niet wordt beantwoord,
blijft de allochtoon een tweederangsburger, die niet kan wegen op de politieke
besluitvorming, en volledig afhankelijk is van de welwillendheid van sommige
politici en een sporadische gunstmaatregel. Van echte gelijkwaardigheid is geen
sprake. Discriminatie blijft de regel.
Dyab Abou Jahjah schrijft hierover het volgende: 'Cultuur is iets individueels.
Natuurlijk heb je collectieve culturele elementen, maar in een multiculturele
context moet de staat multicultureel zijn of acultureel. De beste oplossing
is ervoor te zorgen dat de staat acultureel is en dat erkend wordt dat de maatschappij
multicultureel is. Als staat moet je bijvoorbeeld de verschillende cultuurbelevingen
subsidiëren. Er kan een kwantitatief verschil zijn, maar de staat moet
ze wel allemaal als gelijk erkennen. De staat mag niet één cultuur
als superieur gaan beschouwen en verdedigen. Als je dus eerste minister bent,
moet je niet gaan zeveren dat de islam niet compatibel is met onze cultuur.
Met onze oproep voor een aculturele staat pleiten wij dus niet voor de afschaffing
van cultuur. We verzetten ons daarmee wel tegen het eurocentrisme dat zegt dat
de westerse cultuur superieur is en dat alle andere culturen zich daaraan moeten
aanpassen.'
Het integratiedebat wordt veelal overheerst door de bekommernis om het behoud
van 'onze waarden'. Maar 'waarden' vormen in deze een al te vaag en subjectief
begrip. Waarden zijn moeilijk te definiëren, en kunnen zeker niet geformuleerd
worden als afdwingbare plichten. Alleen wetten kunnen als afdwingbaar worden
geformuleerd. Gelijkheid tussen mannen en vrouwen, gelijke rechten voor holebi's,
vrijheid van godsdienst, vrijheid van politieke overtuiging, gelijkheid tussen
alle culturen en nationaliteiten…dat zijn principes die duidelijk in geschreven
wetten kunnen worden vastgelegd, wetten waaraan iedereen zich dient te houden.
Waarden behoren eerder tot de privé-sfeer, dienen zeker wederzijds te
worden gerespecteerd, maar kunnen niet tot een algemeen geldend en afdwingbaar
stelsel worden gemaakt.
Het probleem van de integratie en de multiculturaliteit is van cruciaal belang
in de Belgische politiek. Een samenleving die er niet in slaagt al haar burgers
in alle opzichten gelijke rechten te geven, kan zichzelf nooit een democratische
rechtstaat noemen. Structurele ongelijkheid is de perfecte voedingsbodem voor
allerlei extremismen. Door deze ongelijkheid niet te erkennen als een fout in
het beleid, voert de huidige regering een nefaste politiek van culpabilisering
en demonisering, die uiteindelijk alleen maar kan leiden tot toenemende spanningen,
gewelddadige uitspattingen, en de ontwrichting van de samenleving.
Aan te raden lectuur:
- 'Het failliet van de integratie' van B. Van den Broeck en M.C. Foblets.
- 'Iedereen Burgemeester' van Bart Somers, voor een helder inzicht in de liberale
kijk op een multiculturele gemeenschap.
- 'Resist, veel meer dan een cultuurschok' van Dyab Abou Jahjah en Zohra Othman.
- 'The Clash of Fundamentalisms' van Tariq Ali.
3. Tegen een moordend kapitalisme.
'Misery's the river of the world…everybody row.' (Tom Waits)
'Nooit, nooit was er in de wereldgeschiedenis zo'n schrijnende ellende, zoveel
ontoelaatbare onrechtvaardigheid, zo'n gebrek aan zorg, zoveel geweld en onderdrukking.'
(Jaap Kruithof)
Sinds de val van de Berlijnse Muur in 1989 lijkt de opmars van het neoliberalisme niet meer te stuiten. Bij het einde van de Koude Oorlog was de euforie van het liberale westen grenzeloos. De toekomst zou nu eindelijk openliggen voor de wereldvrede en de zaligmakende vrije markt. Maar de voorbije dertien jaar hebben het tegendeel bewezen. Sinds de administratie van George Bush I de 'Nieuwe Wereldorde' boven de doopvont hield, heeft de wereld niets dan ontstellende conflicten gekend: de eerste golfoorlog, Joegoslavië, Rwanda, Tsjetsjenië, Oost-Timor, Kosovo, 11 september, Afghanistan, de tweede golfoorlog,…. De economische en sociale wanverhoudingen wereldwijd en binnen individuele samenlevingen zijn alleen maar schrijnend toegenomen.
In de wereld van vandaag ligt het wetboek van de vrije markt als een nieuwe schriftleer op de kansel. Maar de dogma's van deze moderne bijbel leiden niet alleen tot de geprezen globale markt, maar evenzeer tot de globalisering van armoede en crisis. De moderne westerse samenleving wordt door de bandeloze marktexploitatie ontwricht. De economische en sociale tegenstellingen nemen schrijnende proporties aan, zekerheden en toekomstbeloftes brokkelen af, angst en misnoegdheid maken zich meester van de burgers. De westerse maatschappij verkeert in een permanente crisis. Niet alleen economisch, maar ook politiek. Naast de economische crisis ontstaat ook een politieke crisis. De politieke klasse kan en wil niet meer beantwoorden aan de taken die haar van oudsher worden toebedacht. De burger ziet zowat alle fraaie verkiezingsbeloften in rook opgaan zodra de electorale zege is beklonken. De algehele politieke ontgoocheling en desinteresse is kenmerkend voor onze huidige samenleving.
De dominantie van de markt heeft zware consequenties voor de concrete invulling van de democratie. 'Vandaag staat de democratie voor het ontmantelen van de staat, voor privatiseringen, voor het verrijken van een kleine kaste geprivilegieerden. Alles wordt opgeofferd (en in eerste instantie het welzijn van het volk) aan de imperatieven van de financiële economie', zegt Ignacio Ramonet, hoofdredacteur van 'Le Monde Diplomatique'. En socioloog Pierre Bourdieu schrijft: 'De gevolgen van een politiek die uitsluitend gericht is op economische evenwichten zijn veelomvattend: sociale en psychologische stress, werkeloosheid, ziekte, delinquentie, gebruik van drugs of alcohol, armoede, wat dan weer leidt tot ressentiment, racisme en politieke desinteresse'.
Het verband tussen een marktgedomineerde wereld en de twee voorgaande thema's, oorlog en racisme/discriminatie, mag duidelijk zijn. Zowat alle grote conflicten van de voorbije dertien jaar zijn te verklaren vanuit rechtstreekse of onrechtstreekse economische belangen. Olie, gas, ertsen, mineralen, pijpleidingen, belangrijke handelsroutes…het zijn vaste ingrediënten in de strijd om Irak, Afghanistan, Joegoslavië, Congo,…En elke militaire operatie gaat gepaard met een obligate misprijzende retoriek tegen 'dé Serviërs', 'dé Arabieren',…
'De markt is efficiënt, maar heeft hart noch hersens', luidt een uitspraak van professor Paul Samuelson, Nobelprijswinnaar Economie. Dat deze harteloze en hersenloze markt desastreuze gevolgen heeft voor derde wereldlanden is reeds lang duidelijk. Maar de stelling dat deze markt onze westerse wereld niets dan welvaart brengt, is een ernstige vergissing. De rijkdom die in het westen wordt geconcentreerd, is voorbehouden voor een beperkte elite. De bevolking hier bij ons ondervindt gaandeweg meer en meer dat deze markt ook voor haar weinig rooskleurigs in petto heeft.
Om het voorgaande wat concreter te maken, kijken we even naar de VS. Michael Moore, oscarwinnaar voor zijn geprezen documentaire 'Bowling for Columbine', somt in zijn boek 'Stupid White Men' een aantal opvallende 'verdiensten' op van de regering Bush. Zo heeft de Bush-administratie onder meer:
- 39 miljoen dollar bezuinigd op de federale uitgaven voor bibliotheken.
- 35 miljoen dollar bezuinigd op de financiering van specialisatiecursussen
voor kindergeneeskunde.
- 50% bezuinigd op de financiering van onderzoek naar zonne- en windenergiebronnen.
- 28% bezuinigd op de financiering van onderzoek naar mogelijkheden voor schonere,
zuiniger auto's en vrachtwagens.
- 86% bezuinigd op het Community Access Program, dat in overheidsziekenhuizen,
in klinieken en andere zorgvoorzieningen de zorg coördineert voor mensen
zonder ziektekostenverzekering.
- 60 miljoen dollar bezuinigd op programma's voor kinderclubs in achterstandswijken.
- 200 miljoen dollar bezuinigd op arbeidstrainingsprogramma's voor mensen die
bij reorganisaties hun baan waren kwijtgeraakt.
- 200 miljoen dollar bezuinigd op het budget van kinderopvangprogramma's voor
kinderen uit sociaal zwakkere gezinnen.
- 700 miljoen dollar bezuinigd op het budget voor de renovatie van achterstandswijken.
- Een half miljard dollar bezuinigd op het budget van de Dienst Milieubescherming.
- Federale hulp aan internationale organisaties voor geboortebeperking verboden,
wanneer die uit eigen middelen informatie geven over abortus, doorverwijzen,
of hulp verlenen bij abortus.
- Plannen goedgekeurd om gebieden voor de oostkust van Florida te veilen ten
behoeve van olie- en gaswinning.
- Plannen aangekondigd om vergunningen te verlenen voor olieboringen in nationale
parken.
- Belastingsverlagingen doorgevoerd, waarvan 43% naar de rijkste 1% van de Amerikanen
gaan.
- 15,7 miljoen dollar bezuinigd op voorzieningen inzake kindermishandeling en
kinderverwaarlozing.
Tegenover deze nefaste beknotting van sociale voorzieningen staat een forse
toename van de militaire budgetten, en een oorlogsvoering die ettelijke miljarden
dollars per dag kost. Wanneer Europa eveneens de weg van de militarisering opgaat,
hetgeen duidelijk de wens is van Verhofstadt, dan weten we wat ons staat te
wachten op het vlak van sociale voorzieningen.
Aan te raden lectuur:
- 'Het neo-liberalisme' van Jaap Kruithof.
- 'Globalisering en chaos' van Ignacio Ramonet.
- 'Stupid White men' van Michael Moore.
4. Een pact met de duivel?
Ongetwijfeld is Resist het meest gecontesteerde politieke initiatief van de komende verkiezingen. En het lijdt al helemaal geen twijfel dat de meest gedemoniseerde kandidaat van deze verkiezingen Dyab Abou Jahjah is. In een nooit geziene mediahetze is men erin geslaagd om de voorman van Resist tot de meest gehate en gevreesde politieke nieuwkomer te maken: fundamentalist, extremist, terrorist, relmanager, homofoob, vrouwenhater,…Het is dan ook niet misplaatst om op een paar veel gehoorde aantijgingen een kort antwoord te formuleren.
* tegen integratie:
Neen, Dyab Abou Jahjah is niet tegen integratie. Overigens kan hijzelf zonder
moeite als een voorbeeld van integratie worden gezien. Hij spreekt Nederlands,
Frans, Engels en Arabisch. Hij heeft de nodige universitaire diploma's op zak,
heeft zijn eigen weg gezocht, initiatief genomen, en uiteindelijk zijn plek
gevonden bij de AEL en Resist. Een profiel dat perfect beantwoordt aan de integratienormen
van pakweg Bart Somers. Alleen heeft Dyab Abou Jahjah een politieke mening,
en dat past niet in het liberale integratieplaatje. Allochtonen dienen in de
eerste plaats nog altijd dankbaar te zijn voor het feit dat ze hier aanwezig
mogen zijn. Vooralsnog worden zij niet geacht een politieke mening te hebben.
Integratie betekent voor Dyab Abou Jahjah een volwaardig burgerschap. Die kan
niet geconditioneerd worden met de afstand van de eigen cultuur en identiteit.
Die conditionering beoogt geen integratie, maar een onmenselijke, vernederende
assimilatie.
* tegen holebi's en vrouwen:
Neen, Dyab Abou Jahjah is niet tegen holebi's. Deze bewering wordt gebaseerd
op een stelling die Abou Jahjah in enkele interviews heeft geuit: 'heteroseksualiteit
is de norm, homoseksualiteit wijkt daarvan af'. Maar hij heeft duidelijk gesteld
dat deze visie de visie van het islamitische geloof is, en geen politieke visie.
Op het politieke vlak heeft hij zich ondubbelzinnig uitgesproken voor gelijke
rechten voor holebi's, tegen elke vorm van discriminatie.
Bovendien pleit Dyab Abou Jahjah voor een strikte scheiding van Kerk en Staat.
De visie van de islam kan dus nooit invloed krijgen op de politieke besluitvorming
terzake. Overigens is het niet oninteressant om stil te staan bij de katholieke
visie op homoseksualiteit. Onlangs nog heeft het Vaticaan een aantal landen
overgehaald om tegen een VN-resolutie te stemmen die voorzag in gelijke rechten
voor holebi's.
Binnen de Belgische Holebifederatie zijn stemmen opgegaan om Dyab Abou Jahjah
de jaarlijkse homofobieprijs toe te kennen. Na lange discussie heeft een meerderheid
binnen de federatie tegen deze blaam gestemd. Schrijver Tom Lanoye, notoir bevechter
van de holebi-rechten, ondertekende een oproep om Dyab Abou Jahjah en de AEL
de hand te reiken voor een open dialoog. De verkettering van Abou Jahjah ervaart
hij als een risicovolle aanslag op alle democratische principes (lees de tekst
van Ludo De Witte, Tarik Fraihi en Tom Lanoye in bijlage). Deze twee feiten
tonen aan dat een belangrijk deel van de holebi-gemeenschap zich hoegenaamd
niet bedreigd voelt door de uitspraken en standpunten van de AEL.
En neen, Dyab Abou Jahjah is niet tegen vrouwen. Gelijke rechten voor iedereen,
betekent ook gelijke rechten voor vrouwen. De AEL is een van de weinige verenigingen
waarvan het merendeel van de leden vrouw is. Ook in het bestuur zetelen meerdere
vrouwen. Op 11 mei aanstaande organiseren de AEL-vrouwen een manifestatie voor
gelijke rechten voor vrouwen.
5. Stem niet voor mij.
'Ik wil zelf bepalen welke cultuur ik beleef, ik heb niemand nodig die naar mij komt en zegt: "Assimileer je en neem onze waarden over." Dat is onderdrukking.' (Dyab Abou Jahjah)
Elk politiek project is een lange termijnproject. Geen enkele politieke beweging
is begonnen als een massabeweging. Daarenboven zijn heel wat politieke bewegingen
in hun ontstaansfase erg gecontesteerd geweest. Resist is een politiek initiatief
dat zich zeer uitgesproken opstelt tegen de gevestigde orde. Het spreekt dan
ook vanzelf dat er heel wat tegenkanting ontstaat, dat alles in het werk wordt
gesteld om het initiatief te marginaliseren, om de initiatiefnemers te demoniseren,
en te proberen de kandidaten en sympathisanten monddood te maken.
Voor een klein en alternatief politiek initiatief is het belangrijk zich te
focussen op een duidelijk objectief. Het zou daarom niet verstandig zijn om
allerlei persoonlijke ambities van verschillende kandidaten op de voorgrond
te laten komen. Resist is een gezamenlijk project van iedereen die er op welke
manier dan ook aan deelneemt. En in de omstandigheden van vandaag is het veel
interessanter om na te gaan in welke persoon dat gezamenlijk project het best
wordt belichaamd. Binnen Resist bestaat er geen twijfel over dat die persoon
Dyab Abou Jahjah is. Het concrete objectief van Resist voor de verkiezingen
van 18 mei is dan ook een zetel voor Dyab Abou Jahjah in het Parlement.
Dyab Abou Jahjah is gebrandmerkt als een onruststoker. In het Parlement zal
dat voor één keer waar zijn. Daar zal hij zich ongetwijfeld manifesteren
als een vervelende luis in de pels van het politieke establishment. Het lijdt
geen twijfel dat hij de tenoren van de Belgische politiek onophoudelijk zal
interpelleren over hun tweeslachtigheid inzake de voorbije en toekomstige oorlogen,
over hun medeplichtigheid aan de Amerikaanse militaire agressies, over de doelstellingen
van een Europese defensiemacht, over de structurele ongelijkheid tussen autochtonen
en allochtonen, over het uitblijven van dezelfde politieke en sociale rechten
voor iedereen, over hun economisch beleid van privatisering, sluiting en afdanking,…
Daarom de wat ongewone titel van deze tekst. Stem niet voor mij. Een stem voor
Resist is een stem voor Dyab. Een stem voor mij is een stem voor Dyab. Mijn
vraag is dan ook eenvoudig: stem voor Dyab Abou Jahjah!
Dirk Tuypens
Mei 2003
www.lijst-resist.be