arch/ive/ief (2000 - 2005)

Patdagach! in d'Hoppe
by Sander Van de Moortel Wednesday April 30, 2003 at 04:37 PM
sander@jnm.be 0473210861 Brioolstraat 4 - 9000 Gent

Actievoerders bezetten het bos in d'Hoppe nabij Vloesberg (Flobecq) in Henegouwen tegen de jarenlange vervuiling door afvalbaron Fort en tegen de politieke bescherming die dit misdadig heerschap van de gemeente krijgt.

d'Hoppebos bezet!

Je kent de problematiek of je kent ze niet, maar in d'Hoppe (La Houpe) bij Vloesberg (Flobecq) in de Vlaamse Ardennen, gaat er op milieu- en politiek vlak heel wat verkeerd. De rijke afvalbaron Marcel Fort bezit er een stuk van het bos, waarin aan zavelwinning gedaan werd. Zavel is een soort geel zand, dat in de bodem daar rijkelijk aanwezig is, geen zwavel dus. Deze Fort had vroeger ook een vergunning om in de (toen nog kleine) zavelputten bouwmaterialen (allerlei steen dus) te storten. Maar ondertussen is de situatie drastisch verslechterd. De zavelwinning wordt steeds groter, steeds meer camions rijden op en af met zavel, maar ook in de putten wordt steeds vaker gestort, hoewel de stortvergunning van Fort reeds lang verlopen is. Bovendien wordt er vermoed, maar dit is nog niet bewezen, dat ook ander materiaal dan bouwmaterialen wordt gestort, zoals chemisch spul.

Een uitspraak van de Raad Van State heeft de praktijken van Fort reeds lang geleden veroordeeld, maar daar veegt deze man zijn boswachterslaarzen aan, en hij koopt zijn bescherming af van de gemeente: vervangend burgemeester Mettens en zijn collega politici zijn maar wat blij met de taksen die geïnd worden op de illegale zavelwinnerij en het stort en houden deze Fort dan ook beide handen boven het hoofd. Acties worden door de politie gauw uit elkaar geslagen en journalisten en actievoerders, zoals het comité FOeRT-FOuRTe, dat zich al meer dan een jaar met de problematiek bezighoudt, worden fysiek bedreigd. Mensen die het radiofragment gehoord hebben: "let op, die auto daar, eh die gaat ons overrijden, lopen!!!" weten wel waarover ik het heb. Bovendien is vorige zomer nog een journalist door de zoon van Fort in elkaar getimmerd met het voornaamste timmergereedschap, de hamer. Door sympathisanten en kinderen van comitéleden te bedreigen, voelen velen onder hen al geen zin meer om nog verder vol te houden.

En dan zijn er nog enkele randproblemen: Fort is een weg aan het aanleggen door deze groene oase en daarvoor zullen vele beuken moeten wijken, de riolering spuit er zijn ongezuiverde water rechtstreeks uit, in de bron die in het gebied ligt. De maat is dus meer dan vol, en dus besloten een groep actievoerders, bijeengebracht door dezelfde bezorgdheid om verdwijnende natuurgebieden in België, om in het geheim het bos te bezetten, net zoals de vorige jaren gebeurd is met het Lappersfortbos. Het is dan wel een andere groep, de doelstellingen zijn dezelfde: bezetten en actievoeren tot de eisen ingewilligd zijn.

Het heeft heel wat voeten in de aarde gehad, maar zondagavond 27 april was het uiteindelijk zover: om half 10 arriveerden we met al het materiaal in het bos van d'Hoppe en begonnen in alle stilte de bomen in te klimmen. Touwen werden op vernuftige wijze tot hoog in de bomen geslingerd. Het dichtbegroeide bos bestaat bijna uitsluitend uit beuken, die geen vertakkingen hebben onder de kruinen, die daar op z'n minst 20 meter boven de grond wiegden.

De gespannen stilte werd van tijd tot tijd onderbroken door het geklik van musketons en andere metalen uitrusting aan de gordels van de klimmers. De eerste boombezetters, al ervaren in de kunst van het boomklimmen (enkelen onder hen hadden ook het lappersfortbos bezet), bengelden al gauw in de toppen van de bomen. Beneden heerste een zacht gemompel van gesprekken tussen pers en andere activisten.

Steeds meer mensen klommen in de bomen en zij, die reeds gesetteld waren, begonnen met het spannen van walkways, twee parallelle koorden dus, over het onderste kon je je naar een andere boom bewegen, aan het bovenste kon je jezelf vastmaken. Een paar uur later werd ook het persoonlijk materiaal van de activisten de hoogte ingehesen en toen de eerste toeschouwers van het vertelweekendje arriveerden, hingen de eerste hangmatten al klaar.

Het vertelweekend, het Blauwkousjesweekend genaamd, naar de volksnaam voor de alomtegenwoordige boshyacinthen, was een tweedaagse, georganiseerd door het comité FOeRT-FOuRTe. Op dit weekend werden, op verschillende plaatsen in het bos en het dorp, gastsprekers uitgenodigd om verhalen en gedichten te komen voordragen uit eigen werk, vele ervan gingen uiteraard over de lokale problematiek, maar ook over de politiek in het algemeen. Voor de kinderen was er onder andere Marc De Bel, voor volwassenen, maar evenveel verstaanbaar voor de jonge spruiten was er bijvoorbeeld Willy Van Doorselaer, Didi de Paris en zoon, ... Kortom een geletterd amusementsprogramma, het hele weekend lang, dat de mensen al lachend of al huilend informeerde over wat er schort in d'Hoppe.

Op het einde van dit weekendje was officieel een klank- en lichtspel gepland om het af te sluiten, maar dit was slechts een masker voor de geheime actie die zou plaatsvinden. Toch waren de mensen niet minder teleurgesteld, uiteindelijk had het alvast iets weg van een lichtspel. Honderden fakkels kwamen door het donker plots het bos ingewandeld, een lange, gezellig keuvelende processie van mensen. Met grote ogen keken ze naar de halfapen die overal aan de bomen bengelden in touwen, naar materiaal dat onophoudelijk naar boven werd gehesen en naar de camera's die alles filmden en met hun enorme lampen het hele gebeuren verlichtten.

Samen met andere actievoerders die deel uitmaakten van de grondploeg en logistieke ondersteuning, stond ik in voor de veiligheid van de mensen in de boom. Zo was het bijvoorbeeld mogelijk dat er mensen niet akkoord zouden gaan met het plan van de bezetting, en die moesten koste wat kost uit de buurt van de touwen gehouden worden, omdat anders wel eens een activist uit de boom zou kunnen roffelen. Gelukkig was niemand echt tegen het idee, maar veel kijklustigen wilden toch iets te dicht komen en moesten zachtjes teruggeduwd worden. Maar ze luisteren gelukkig meteen en reageerden begrijpend.

Het werd dus een rustige start van het alles. De activisten zaten hoog in de bomen, de media begon in te pakken en de meeste kijklustigen waren naar huis. Ook de politie had haar blauwgehelmde snoet nog niet laten zien en na een paar uur was alles volledig rustig. In de hangmatten sliepen die nacht een zes- tot achttal mensen, beneden hielden de anderen om beurten twee uur de wacht, tot de volgende ochtend 10 uur. Een klein kampvuurtje hield ons daarbij warm. K., die van de Chartreusehappening in Brugge kwam, bracht ons rond vier uur 's nachts nog een hoop materiaal, maar op dat moment ben ik gaan slapen.

Tegen de ochtend werden we wel opgeschrikt door wat herrie. Blijkbaar was de politie komen kijken, toen enkele buurtbewoners alarm hadden geslagen dat er zoveel materiaal het bos ingesleurd werd. Doodsbang dat er ook maar iets zou gebeuren als ze aan een touw zouden raken, stelden ze zich al tevreden met onze belofte om het materiaal uit het bos te halen. Nu ja, dat wil zeggen: 20 man die op zijn lui gat zit en twee man die op een lijzig tempo, balkje per balkje naar de bosrand bracht. De agenten raakten dit niet bepaald boeiende schouwspel al gauw beu en verdwenen met de woorden "we zien dat jullie van goeie wil zijn en vredevol actievoeren, we gaan Fort nu gaan 'interpelleren' over de trucks die ginds af en aan rijden". We hadden er hen namelijk attent op gemaakt, dat we niet konden begrijpen dat ze zich met ons pietluttige misdrijfje bezighielden, terwijl daar, net buiten het bos de illegaliteit hoogtij vierde, trucks reden heen met zavel en kwamen terug met stortmateriaal, constant.

Fort zelf patrouilleerde ook onophoudelijk in zijn groene jeep, stapte eens uit en keek dreigend in onze richting, maar besefte dat hij uiteindelijk weinig kon beginnen tegen zo'n bende. De agenten kwamen sporadisch nog eens op bezoek, evenals media van alle slag, maar het bleef rustig en de boomhutten begonnen stilaan vorm te krijgen. Toen ik de dinsdag het kamp verliet, stond er op de grond al een slaaptent, en waren er, naast de hangmatten in de hoogste toppen, ook al lagere slaaphutten voorzien voor een zestal mensen.

Maandagavond kwamen enkele onbekenden bommetjes aansteken in het bos en reed een auto luid claxonnerend voorbij, wat een beetje voor paniek zorgde in het kamp, maar de herrieschoppers namen gauw de benen toen plots uit alle richtingen een dertigtal mensen kwam aangestormd. Het bleef de hele nacht rustig en het werd een goeie basis om een alarmplan uit te denken. Sympathisanten kwamen ook geregeld voorbij, leverden materiaal, hielpen met de bouw van allerlei zaken, zorgden voor kacheltjes, balken, brachten ons eten en stelden zelfs voor om nu en dan te koken voor ons. Nog anderen kwamen gewoon eens kijken en wensten ons proficiat met ons plan en droegen een ferme steen bij aan de morele steun.

Op het moment van het schrijven, en ook op het moment waarop je dit leest, is hulp nog altijd welkom, en daarom wil ik jou, lezer, graag oproepen om ons daar te steunen. Wat kun je doen?

Behalve morele steun en eens te komen kijken, is materiële steun in de vorm van balken, paletten, zeilen, klimgerei, sjortouw, nagels, vijzen, zaklampen, fluitjes, staalkabel, beddenframes, spanners, tapijten, witte lakens, netten, wc papier, brandhout, kaarsen, emmers,accuboren, werkgerei, veganistisch voedsel, ... enorm welkom! Maar je kunt ons ook financieel een hart onder de riem steken door een vrije bijdrage te leveren, dit kan op het rekeningnummer van de actiegroep: 979-0769887-03.

Meer info en vragen? Het centrale telefoonnummer van de actiegroep die Patdagach (Waalse naam voor blauwkousje) gedoopt is, is 0497/630 312.

Wij rekenen op jouw steun!