arch/ive/ief (2000 - 2005)

"jobloze" groei
by Raf Verbeke Wednesday April 30, 2003 at 03:37 PM
carineraf@hotmail.com 0497/23.07.60.

Recessie in VSA : meer productie, minder jobs.

Is de VSA nog in een recessie vraagt B. Delong zich af in de FET van 26/4/03 ?

Alles hangt er van af hoe je de cijfers bekijkt. Zonder in die cijferdiscussie in te gaan lezen wij toch volgende belangrijke constataties:

Reeds in het begin van de jaren '90, na het einde van de eerste Golfoorlog kwam het verschijnsel van de "Jobless recovery" naar boven. Een economische herneming na 15 maanden recessie, zonder herneming van het aantal jobs. "Jobloze groei" als het ware.

De recessie vandaag begon in de VSA in maart 2001. Als we naar de omzet van de productie kijken duurde ze amper 9 maand.

Maar als we naar de werkgelegenheid kijken dan zien wij dat deze recessie veel erger is als die van de jaren '90, zelfs de ergste sinds de Grote Depressie van 1929. Want er zijn vandaag 2,1 miljoen mensen minder aan het werk dan op het hoogtepunt van de conjunctuur twee jaar geleden. Als we rekening houden met de normale groei van de beroepsbevolking zitten wij zelfs aan een dip van 4,7 miljoen !

Vanwaar dat grote verschil met vroeger ?

Een eerste verklaring zou liggen in het beleid van de nationale bank. Die zou nu langer dan anders mikken op inflatiebestrijding in plaats van op productieverhoging.

Maar een tweede verklaring aldus Delong, zou zijn dat er wat aan het veranderen is inzake productiviteit.

In de periode 1970-1995 was de onderliggende trend van de productiviteit relatief laag (0,7% per jaar) Als de productiviteit traag groeit dan is het onwaarschijnlijk dat meer productie ook gepaard gaat met minder jobs. Sinds 1995 is de basis-productiviteit van de economie in de VSA sterk gestegen. Van 0,7% de afgelopen kwarteeuw naar 2à 3% of zelfs meer !!!! Alles wijst er op dat deze trend aanhoudt.

Ik verwijs naar het artikel uit DeMorgen hieronder ("Zweet of Computers") dat tot gelijkaardige conclusies komt en stelling kiest in het debat over de vraag hoe dat komt ? Over cijfers van productiviteit zitten er wel wat verechillen in de twee artikels, maar het antwoord op de grond van de zaak is duidelijk: naast of misschien zelfs meer dan de invoering van de ICT is het vooral de grotere uitbuiting van de werkende klasse die instaat voor deze productiviteitsgroei.
Het zijn al die permanenete reorganisaties, die onbetaalde overuren, die stress en die ritmeverhogingen in de bedrijven en kantoren die tot dit resultaat leiden met als gevolg.... "jobloze groei".

Het staat ons hier, net als in het begin van de jaren '90, ook in Europa te wachten bij een herneming: de "jobless recovery".

En wat die cijfertjes betreffen: wat zeggen al die zegebulletins over omzet als er meer mensen zijn die hun werk kwijt zijn of die permanent schrik hebben van hun werk te verliezen of er geen ander te vinden. Uiteindelijk is die schrik voor werkloosheid nog de beste conjunctuurbarometer en de enige die echt telt.

ààààààààààààààààààààààààààààààààààààààààààààààààààààààààààà
Zweet of computers

Een werknemer in de Verenigde Staten wordt steeds productiever. Komt datdoor de toegenomen automatisering of doordat iedereen zich in het zweet werkt?


New York Van onze correspondent Tom Ronse


De productiviteitsgroei zal volgens vele economisten beslissen of Amerika de locomotief van de wereldeconomie blijft. De officiële verwachtingen zijn optimistisch: dankzij de informatietechnologie zou de Amerikaanse productiviteit in de komende tien jaar met ruim 2 procent
per jaar blijven groeien. Een stijgend aantal 'technopessimisten' is het daar niet mee eens. Zij stellen dat de resultaten van de computerrevolutie overdreven zijn en dat een groot deel van het zogeheten productiviteitsmirakel dat in 1995 begon, veroorzaakt is door harder werk en onbetaalde overuren.

De implicaties van het debat zijn niet louter academisch. Als de nieuwe technologie de voornaamste motor was van de stijging van de productiviteitsgroei in de VS sinds 1995 - het modale jaarlijks groeiritme bedroeg sindsdien 2,5 procent, tegenover 1,4 procent in 1974-1995 - dan is er geen reden waarom die stijging niet kan worden rgetrokken. Tenminste, zolang het tempo van de technologische vernieuwing hoog blijft en de economie in staat blijft de innovaties te integreren. Maar als de technopessimisten gelijk hebben, dan zou er wel eens spoedig een einde kunnen komen aan het productiviteitsmirakel, met alle gevolgen van dien voor de Amerikaanse groei, en die van de
wereldeconomie.

Het debat is niet nieuw. Vele Amerikaanse economisten waren aanvankelijk zeer sceptisch over de impact van de informatietechnologie. "Je kunt het computertijdperk overal zien, behalve in de productiviteitsstatistieken", zei MIT-professor en Nobelprijswinnaar Robert Solow. Daniel Sichel en Stephen Oliner, twee economisten van de =
Federal Reserve, publiceerden in 1994 en 1997 studies waarin ze concludeerden dat de rol van computers in de economische groei en productiviteit miniem is. Stephen Roach daarentegen, een andere economist bij de Fed en nu de koffiedikkijker van de Wall Street-firma Morgan Stanley, bleef voorspellen dat de technologische omwenteling de productiviteitsgroei zou versnellen, ook toen dat statistisch nog niet bleek.

Vandaag zijn de rollen omgedraaid. "Mijn standpunt is geëvolueerd", zegt Solow. "Zeker ben ik nog niet maar het ziet ernaar uit dat de informatietechnologie de economie echt efficiënter maakt." Ook Sichel en Oliner zijn techno-optimisten geworden en voorspellen nu, op basis van dezelfde berekeningsmethoden die hen eerder tot de omgekeerde conclusie leidden, dat de computer in de volgende tien jaar voor een forse productiviteitsgroei zal blijven zorgen.

Roach van zijn kant is technopessimist geworden. De gestage economische groei, de lage inflatie en de forse winsten van de jaren negentig reflecteerden volgens hem een productiviteitsgroei die niet in stand kan worden gehouden: "Hun achillespees is dat ze steunden op een uitholling van de werkkracht." De vooruitgang werd volgens hem vooral bereikt door banen te schrappen en de resterende werknemers harder te doen werken, wat je niet kunt blijven doen zonder een terugslag in de vorm van ociale onrust.

Bovendien meent hij dat de officiële cijfers de productiviteitsgroei van de voorbije jaren overschat hebben, vooral in de dienstensector. Een steeds groter deel van die sector bestaat uit wat Roach en anderen
'kenniswerkers' noemen. "De aard van kennis-intensief werk, van dokters, softwareontwerpers, managers, lesgevers enzovoort, leent zich niet tot een technologische productiviteitsgroei", zegt Roach, "ook al gebruiken
ze allemaal computers." Het geheime wapen van de productiviteitsgroei in de dienstensector is volgens hem het groeiende gebruik van onbetaalde overuren.

Dat die praktijk zich niet beperkt tot kenniswerkers bleek uit een door de New York Times verricht onderzoek bij Wal-Mart, de grootste grootwarenhuisketen ter wereld. Wal-Mart heeft 3.250 grootwarenhuizen, een miljoen werknemers en een jaaromzet van 220 miljard dollar. Zijn werkingskosten bedragen slechts 16,6 procent van de omzet, de laagste
van de sector. Een van de redenen, zo blijkt uit het onderzoek en uit aanklachten tegen het bedrijf, is dat het jaarlijks voor honderden miljoenen dollars arbeid niet betaalt. Nochtans verbiedt het bedrijf zijn managers om overuren niet te betalen. Maar betaalde overuren worden
ook niet toegestaan. Elke Wal-Mart-winkel moet dagelijks zijn loonkosten rapporteren en als die de limiet - 8 procent van de omzet - overschrijden, volgen er sancties. Maar die limiet is zo laag dat hij zonder onbetaald overwerk onmogelijk kan worden gehaald, legden managers
uit aan de New York Times. Dus dwingen zij hun personeel om, nadat ze acht uur gewerkt hebben, 'uit te klokken' en daarna nog enkele uren onbezoldigd te werken. Soms gebruiken ze daartoe 'lock-ins': na het sluitingsuur blijven de deuren op slot tot het personeel - onbetaald -
al het werk heeft opgeknapt. Bovendien maakt Wal-Marts computersysteem het de managers mogelijk om de prikklok te 'corrigeren' en overuren van de tijdkaarten te schrappen.

"Wie protesteerde, werd ontslagen of moest nachtwerk doen", zei Liberty Morales, die in het restaurant van een Wal-Mart-winkel in Houston werkte. Ze moest 's morgens alles in gereedheid brengen maar mocht pas haar kaart in de prikklok steken als ze daarmee klaar was. Om 17 uur
belde de manager haar dat ze moest uitklokken. Maar omdat er niemand was om haar te vervangen moest ze daarna nog een uur of twee gratis werken. Ook bij andere Amerikaanse ketens, waaronder Delhaizes Amerikaanse filiaal Food Lion, zijn dergelijke praktijken niet vreemd, al lijkt Wal-Mart de kroon te spannen.

De verhoging van het werkritme is een andere methode om een hogere productiviteit te bereiken zonder technologische hulp. De Los Angeles Times rapporteerde onlangs dat dat de voornaamste klacht is geworden van
laaggeschoolde werknemers in de VS.

Vleesverwerkers in Los Angeles die vroeger 60 hammen per uur uitbeenden, moeten er nu 70 uitbenen, arbeiders in Missouri die 800 diepvriesmaaltijden per uur klaarmaakten, moeten er nu 1.200 af hebben, kamermeisjes in Las Vegas die elk 14 kamers per shift schoonmaakten, moeten er nu 17 schoonmaken. In sector na sector hoorde de krant hetzelfde liedje. Soms is de hogere productie het gevolg van
automatisering maar vaak is dat niet het geval. "Vroeger gingen de CAO-onderhandelingen over lonen en tewerkstelling, nu is het werkritme de prioriteit", zei Tom Snyder van de Hotel Workers Union. "Dat toont dat bedrijven het laatste beetje energie uit hun werknemers proberen te knijpen."

Het probleem met deze vorm van productiviteitsverhoging is dat ze een natuurlijke limiet heeft. "Onze mensen hebben hun limiet bereikt", waarschuwde David Huerta, een vakbondsleider van het personeel dat de kantoorgebouwen van Los Angeles schoonmaakt. "Hun vragen om nog meer te
doen betekent de totale oorlog." De trend zou ook meer arbeidsongevallen en ziekten meebrengen. Gezondheidsexperts spreken over een epidemie van tendinitis en soortgelijke kwalen. Uit een onderzoek van
schoonmaakpersoneel van hotels bleek dat meer dan 80 procent pijnstillers neemt om door hun shift te geraken. Velen werkten tijdens de lunchpauze en dronken te weinig om niet naar het toilet te moeten gaan.

De verhoging van het werkritme ondergraaft ook de kwaliteit van het werk, zegt Rose Batt, een professor van Cornell University die een studie maakte van de telefooncentrales van telecommunicatiebedrijven. "Het is een wedloop naar beneden; kostenverlaging is de enige norm", zegt Batt. "Managers zeiden me: 'Ik weet dat we een slechte service geven maar onze concurrenten doen hetzelfde'."

De jongste recessie versnelde de trend, zegt Stan Shipley, een economist bij de Wall Street-firma Merrill Lynch. "Bedrijven staan onder zware druk om de winstmarge te verhogen. Hoe doe je dat? De prijzen verhogen kan niet meer, de concurrentie is te groot. De enige manier is om je arbeiders meer te doen produceren." Terwijl de productiviteit tijdens alle recessies sinds de Tweede Wereldoorlog daalde, is ze in de jongste recessie nog gestegen. "Het gebruik van tijdelijke arbeidskrachten en
het gemak waarmee bedrijven werknemers ontslaan, is daar een belangrijke oorzaak van", zegt economist Jeff Madrick, "dat voorspelt echter geen productiviteitsgroei op langere termijn."

De techno-optimisten zien de toekomst rooskleurig in. Paul David, auteur van The dynamo and the computer: an historical perspective on the modern productivity paradox zegt dat de elektrische motor geïntroduceerd werd
in de jaren 1880 maar dat het tot de jaren 1920 duurde vooraleer dat tot een productiviteitsgroei leidde. Met de computer zou het net zo gaan. Sichel en Oliner voorspellen dan ook een productiviteitsgroei van 2 tot 2,75 procent in de komende jaren. "Maar ze baseren zich op rooskleurige =
verwachtingen", zegt Madrick, zoals een aanhoudende sterke vraag naar nieuwe technologie." Die verwachting is volgens Paul Strassmann, auteur van The squandered computer, niet realistisch. Hij gelooft dat Amerikaanse bedrijven in de jaren negentig een door dalende rentevoeten 'economische bewapeningswedloop' voerden in informatietechnologie en nu met grote overcapaciteit kampen.

Het geheime wapen van de productiviteitsgroei in de dienstensector is volgens sommigen het groeiende gebruik van onbetaalde overuren