arch/ive/ief (2000 - 2005)

Vechten
by Marc Jambers Tuesday April 01, 2003 at 03:01 PM
act@animationfactory.org

Vechten, een gedicht van Marc Jambers (posted by han) We stoken in de luwte van de nacht onze gamellen warm. We haten de kanonnenverzen van onze belagers. We haten op vreemde zenders en in wereldvreemde talen Coalitielyriek en mensenrechtenretoriek.

Vechten

We stoken in de luwte van de nacht onze gamellen warm.
We haten de kanonnenverzen van onze belagers.
We haten op vreemde zenders en in wereldvreemde talen
Coalitielyriek en mensenrechtenretoriek.

We houden niet van oorlog,
Van messen met scherpe punten die broeders doden
Daarom scherpen we onze dolken scherper en richten onze lopen beter.
Wat telt is het schot in de nacht,
De nevel die de gang van onze sluipdoders dekt.
Wat telt is de rook van het vijandelijk geschut dat ons efkes onzichtbaar maakt.
Wat telt is het bloed van onze neven, nichten,
Dat we stelpen met het bloed van de opgefokte vechtjas die in zijn gestylde slechte manieren
vergeefs weerstand biedt.

We bekomen even, de benen kleermakersgekruist.
En de kleren van stof en zweet en haat doordrenkt
En soms van bloed en van niet meer kunnen.

En ginder, weer dissonante schoten van de belager.
Het klinkt dof door het stof dat Allah zo kwistig strooit.
En verder lopen onze broeders als levende bommen dezer dagen,
Het leven is voor ons
En Allah kiest zijn zonen die het graf
Van de huurling delft.

Het graf dat de ouders zal doen blozen,
Tijdens hun kortstondig bezoek (ze willen weten waar hij viel) zullen we hen met het water van de Tigris laven,
Nooit zullen we in de naam van de stroom één letter veranderen.