Waarvoor dient de gevangenis? by Jean-Paul Depouhon Wednesday August 14, 2002 at 03:57 PM |
abc_gent@yahoo.com PB 40, 9000 Gent 2, België |
een artikel van anarchistische gevangene Jean-Paul Depouhon, vanuit de gevangenis van Huy.
Waarvoor dient de gevangenis?
Op het moment dat ik dit artikel schrijf, ben ik in mijn elfde jaar gevangenschap.
Maar, de lezer mag er gerust in zijn, ik zal me niet beperken tot de gedachten van een man waarvan het intellectuele en biologische universum sinds zo lange tijd wordt bepaald door vier muren van twee meter op vier!
Het juridische gezichtspunt
De gevangenis is geen straf, het is slechts een ontneming van de vrijheid, zeggen de juristen. Men kan moeilijk schijnheiliger zijn dan dit! Het is alsof ik mijn dochter zou zeggen: Aangezien je niet braaf bent geweest, zal je je dessert worden ontnomen, maar pas op, het is geen straf, het is enkel een ontneming van het dessert. Persoonlijk, naast de foltering, zie ik niet wat men nog verschrikkelijker als straf aan een mens kan geven.
Overigens, zeggen dat de gevangenis een ontneming van de vrijheid is, is extreem reducerend.
Ten eerste, in een kapitalistische en repressieve samenleving is vrijheid iets heel relatief. Mijn woordenboek geeft de volgende definitie van vrijheid: ‘vermogen om zonder dwang te handelen'.
Wanneer je 40.000 frank per maand verdient, heb je de vrijheid om 40.000 frank uit te geven en geen frank meer. Als je werkloos bent met 25.000 frank per maand, is u "vrijheid" volledig beteugeld door die 25.000 frank. In een samenleving waar je voor alles geld nodig hebt: om te eten, te drinken, zich te kleden, te wonen, te ontspannen, ... zelfs om te pissen want de waterplaatsen zijn niet gratis, zal geld altijd een fameuze hinderpaal zijn voor u vrijheid.
Daarentegen heeft de rijke de meeste vrijheden en is het minst onderhevig aan dwang.
Gilbert Cesbron schreef: Hoe kan men gelukkig zijn als men alleen leeft in zeven kamers terwijl de buren met zeven in één plaats leven?
Aan de andere kant, je hebt niet de vrijheid om 130 km/u te rijden op een verlaten autosnelweg, want je zal een PV oplopen. Je hebt zelfs niet de vrijheid om verstrooid te zijn, als je vergeet geld in de parkingmeter te steken, zal je ook een PV krijgen!
Dat is iets wat mij niet zal overkomen in de gevangenis! Het is waar dat mijn lichaam niet zo vrij is, maar mijn geest is het wel.
Bijvoorbeeld, ik heb de vrijheid naar de t.v. te kijken om tien uur ‘s morgens, terwijl jullie die werken die vrijheid niet hebben! De gedetineerde heeft zelfs vrijheden die jullie buiten niet hebben. Het is dus niet de vrijheid die ze ons hebben ontnomen, maar het leven! Men wordt van alles wat het leven menselijk maakt en van alle geneugtes van het leven beroofd, het leven ontnomen dus!
Ik denk dat het grootste genot van het leven de vrouw is, seks, liefde, tederheid. Dat bestaat niet in de gevangenis.
Het tweede genot van het leven, dat is waarschijnlijk de gastronomie. Welnu, in de gevangenis eet je stront. Wijn en bier bestaan niet. Men krijgt geen drank bij de middagmaaltijd. In sommige gevangenissen is er geen wc in de cel – men heeft alleen een stinkende emmer - ; er is zelfs geen kraan: men drinkt er brak water uit een kruik, die ook dient voor de afwas en als toilet. 's Morgens en ‘s avonds krijgt men koffie, maar die is ondrinkbaar voor mij.
Een vogel op een tak zien, of een zonsondergang bewonderen, dat bestaat niet in de gevangenis.
Een kameraad opmerken op het terras van een café en met hem een glas gaan pakken, dat bestaat niet. De menselijke relaties bestaan niet in de gevangenis. In Sint-Gilles bleef ik 24 uur op 24 in een smerige cel (gedetineerden die de gevangenissen in Frankrijk, in Nederland, in Duitsland hebben gekend, vertelden mij dat de strafcellen er comfortabeler zijn dan de cellen hier), ik ging nooit naar de wandeling:
Zich steendood vervelen door rondjes te draaien gedurende twee uren, opkijkend tegen tien meter hoge muren afgezet met prikkeldraad, is erger dan zich dood te vervelen in de cel al zappend voor de t.v. of een kaartje te leggen. De gevangenis is dus welzeker een ontneming van het leven en niet van vrijheden. Men wordt zelfs beroofd van levensplannen. Geen sprake van een dagje aan zee te plannen, of een filmvoorstelling, of een avond bij vrienden... De gevangenis is met kleine beetjes sterven, zich vervelen, nog meer vervelen, zich altijd vervelen. Alleen tussen vier muren. Of met twee in een cel, wat nog erger is. Voor sommigen is de gevangenis zelfs beroofd zijn van hoop: als men eruit komt, dan is het zonder iets: geen huis meer, geen meubels, geen auto, geen geld, geen werk, geen vrouw. Integendeel, men heeft miljoenen schulden (burgerlijke partijen, gerechtskosten, boetes...) en, behalve voor de zeldzame geprivilegieerden, zal men het moeten doen met 21.000 frank per maand, op het OCMW tot de dood. Wie durft nu nog zeggen dat de gevangenis louter vrijheidsontneming is? Een kameraad zei ooit: ‘de gevangenis, dat is levend begraven zijn'.
Het gezichtspunt van de specialisten
De gevangenissen zijn broedplaatsen waar men gevaarlijker voor de openbare veiligheid uit komt dan men er is binnengekomen.(Philippe Toussaint, gerechtsverslaggever in Journal des Procès).
[...] de opsluiting, paradoxaal, is geen middel ter bestrijding van de misdaad, maar draagt bij tot de verbreiding ervan (Georges Kellens, in Le Journal des Tribunaux nr.5888).
De specialisten, zij wel, hebben begrepen waarvoor de gevangenis dient. Maar ik zou één enkel voorbeeld willen geven, zodat ook de leek begrijpt waarom men tien keer gevaarlijker voor de publieke veiligheid uit de gevangenis komt dan men er is binnengekomen.
Een inbreker vertelde me zijn verhaal, ik verander de details zodat men hem niet herkent: Mijn liefje en ik wilden een gezin stichten maar wij werden beiden tegelijkertijd en brutaal werkloos. Ik liet me overhalen door een kameraad die me voorstelde met hem een inbraak te doen. Gedurende een tijd heb ik goed geleefd maar ik heb overdreven en ik werd gepakt door de flikken. Mijn advcaat zei me dat ik drie jaar zou krijgen maar ik kreeg er vijf. Hij raadde me aan in beroep te gaan. Ik kreeg er zeven! Het geld dat ik opzij had gezet verdween in de zakken van de advocaat. Hij had me gezegd dat ik slechts twee en een half jaar van de zeven zou moeten doen, maar ik ben in mijn vierde jaar gevangenis en de voorwaardelijke vrijlating is nog steeds niet in zicht. Mijn liefje is er sinds lang vandoor met een ander. Als ik buiten kom, zal het naakt zijn als een baby en het zal zeker niet den dezen hier zijn die allerlei jobkes zal gaan doen voor 35.000 frank per maand voor een baas die miljoenen winst in zijn zakken steekt. Ik zal dus geen andere oplossing hebben dan opnieuw te gaan stelen. Maar deze keer zal ik veel slimmer zijn. De andere inbrekers hebben mij al hun tips doorgespeeld. Mijn medeplichtige had teveel schrik tijdens het werk, nu heb ik een goede maat gevonden. Ik had maar een slechte heler, nu heeft men mij het adres van een goeie doorgegeven.Als ik in Brussel woon, zal ik inbreken in Luik of vice versa. Men zal nooit meer gestolen materiaal bij mij vinden. Het moeten al heel slimme flikken zijn die me nog pakken. Toen ik inbrak was ik nooit gewapend, want ik wou wel enkele jaren riskeren voor diefstal maar niet levenslang voor moord. Nu zal het het tegendeel zijn, ik zal altijd gewapend zijn als ik inbreek. En als ik me laat verrassen door een eigenaar, maak ik hem gewoon af, zodat hij er niet meer zal zijn om me te identificeren.
Ziedaar het effect veroorzaakt door de gevangenis op een inbreker die, onder ons gezegd, nooit in zijn leven zou hebben ingebroken indien hij niet brutaal werkloos was geworden juist op het moment dat hij alles regelde om een gezin te stichten. En praat niet over berouw, over geweten, over democratie of over respect voor het leven tegen een gedetineerde: dat zijn noties die amper bestaan in de gevangenis. In uw kl... maatschappij bestaat er geen enkel "respect voor het leven", want het leven van een menselijk leven respecteren, dat is niet iemands biologische bestaan respecteren, maar de kwaliteit van zijn leven. Een baas die het recht heeft om, met één pennetrek, 3.000 mensen werkloos te maken en om zijn fabriek aan de andere kant van de wereld weer op te bouwen, daar waar de arbeiders honderd keer minder kosten dan in België, die baas heeft geen enkel respect voor het menselijk leven. Een rijke eigenaar die het recht heeft politie en deurwaarders op te roepen om een arme huurder die zijn huur niet langer kan betalen uit te zetten, heeft geen respect voor het menselijk leven.
Dit gezegd zijnde, de « rechtstaat » is niets anders dan de legalisatie van het recht van de sterkste om de zwakste te ‘pakken'. Zolang er geen economische en sociale democratie is, zal de politieke democratie een leugen blijven, schreef M. Bakoenin.
Heb je nu ook begrepen, lezer, waarom men de gevangenis tienmaal « gevaarlijker » verlaat dan voordien?
Het gezichtspunt van de gedetineerde
Dat is simpel samen te vatten: elke gedetineerde weet dat men in de gevangenis vooral twee rechten heeft : het recht om zich te vervelen en het recht om zijn mond te honden. Zoniet, de strafcel. We hebben gezien dat de gevangenis vooral de ontneming van het leven is, maar voor een gedetineerde is het nog iets anders : naast het zich vervelen, is het de vernietiging van zichzelf, het afbreken van zijn concentratie- en beslissingsvermogen, afbreken van zijn fysieke conditie, afbreken van zijn gevoelsleven, afbreken van zijn seksualiteit... In feite beslist men in de gevangenis nooit over iets: men beslist noch wat men eet, noch het uur waarop men eet. Men beslist noch over het uur noch over de dag waarop men een douche neemt. Om water te hebben onder de douche moet men op de knop duwen. Maar aangezien de meeste knoppen stuk zijn, moet men permanent de vinger op de knop houden en het water is vaak ijskoud of te heet. Men beslist niet over het uur dat het licht uitgaat ‘s avonds noch over het uur waarop het ‘s morgens aangestoken wordt. Er is geen schakelaar in de cel. Het is de bewaker die het doet van buiten. Men beslist zelfs niet over het opendraaien van de verwarming wanneer men het koud heeft of ze te verminderen wanneer men het warm heeft: er is geen knop op de radiator. Men beslist niet over de vervanging van het beddengoed als die vuil is. De lakens worden elke veertien dagen vervangen. Sinds zeven jaar beslis ik nooit over de kleren die ik zal dragen : ik heb steeds dezelfde broek uit grijs linnen, dezelfde donkerblauwe trui, dezelfde vest uit grijze stof, dezelfde kousen, dezelfde zwarte schoenen, dezelfde te grote of te kleine onderbroeken. In een wereld voor altijd ingekapseld tussen vier muren van twee meter op vier, gebeurt er nooit iets aangenaam.
Deze nacht heb ik niet veel geslapen. Men heeft een verslaafde aangehouden die nu zijn dope mist. Heel de nacht heeft hij geschreeuwd: Ik heb pijn, ik ga sterven.
Deze morgen wordt een andere plaat opgelegd. Ik heb een heftige woordenwisseling gehoord tussen een gedetineerde en een bewaker. De gedetineerde werd naar het cachot gesleept en regelmatig hoor ik hem roepen: Kwartierchef, kl...zak.
Zonder ophouden hoor ik een luidspreker tegenover mijn cel: Terugkeer binnenplaats, Doorgang arbeiders, 214 voor de sociale assistente, 128 naar spreekkamer advocaat, Mannen voor de fouillering (dat laatste is na elk bezoek, bewakers die worden opgeroepen om naaktfouilles van de gedetineerden te gaan doen).
Gisteren werd ik geroepen om mijn dozen met persoonlijke bezittingen te recupereren die kwamen van de gevangenis van Huy waar ik per vergissing gedurende vijf dagen getransfereerd werd. Ik constateerde dat er een doos met voor mij belangrijke dingen ontbrak. Zij is "verdwaald", ik zal ze nooit recupereren. Enkele weken geleden heeft men mijn kantine afgeschaft. Na klacht ingediend te hebben, heeft de boekhouding gemerkt dat er een andere Depouhon was en toen die werd getransfereerd naar een andere gevangenis, heeft men hem al mijn geld gegeven! Het werd terug gestort, maar aangezien men maar één keer per week bij de kantine kan bestellen, zit ik zonder tabak en zonder koffie voor een week.
In de gevangenis van Huy weigerde een moslim, wiens religie verbiedt zich naakt te tonen, zijn onderbroek uit te trekken tijdens de reglementaire fouille na het bezoek. Resultaat : naar de strafcel. Ik preciseer dat hij niet heeft gevochten en dat hij geen drugs smokkelde. Hij heeft gewoon geweigerd zijn onderbroek uit te doen om religieuze redenen. Leve de mensenrechten! Men zou kranten kunnen vullen met gelijkaardige details. Maar aangezien er in de cellen nooit iets gebeurd, krijgen de details de "dimensie" van ware gebeurtenissen.
En de gebeurtenissen zijn zonder veel uitzonderingen ergerlijk, vernederend, degraderend, klotig, afstompend, infantiliserend... Moet het nog gezegd worden dat als een gedetineerde gedurende jaren in zo'n hel gevegeteerd heeft, hij niet meer normaal is en soms de gevangenis verlaat als een razende hond. Ik heb juist een zeer interessant werk gelezen, De agressieve mens van P. Karli (neurobioloog) verschenen bij uitgeverij Odile Jacob (1989). De auteur toont met name aan dat als men een perfect gesocialiseerde volwassen kat neemt en men die maar veertien dagen isoleert, men reeds na veertien dagen neuro-chemische veranderingen in de hersenen constateert. Kunt u zich inbeelden wat zich afspeelt in de hersenen van een mens die gedurende tien jaren geïsoleerd is in de hel? Niet alleen is deze mens niet langer normaal, maar, gerevolteerd, gaat hij meestal veel "gevaarlijker" voor de openbare veiligheid naar buiten.
Conclusie
Zo, waarvoor dient de gevangenis, als men er veel gevaarlijker uitkomt? Ik zal het u zeggen: de gevangenis dient vooral om de goederen van de rijken te beschermen tegen de afgunst van de armen.
Natuurlijk beschermt het hen niet tegen de bijna 9000 die in de gevangenis zitten en die geen schrik hebben gehad. Maar het beschermt de rijken tegen de miljoenen werklozen, uitgeslotenen, kleinverdieners, achtergestelden... die wel schrik hebben om naar de gevangenis te gaan. Zoniet zou het kapitalisme al lang niet meer bestaan. Het is evident niet voor de afschaffing van de gevangenissen dat men moet ageren, het kapitalisme is onmogelijk zonder repressie, het zou onmiddellijk burgeroorlog zijn. Men moet ageren tegen de oorzaken en niet tegen de symptomen van de ziekte: het kapitalisme, en in de eerste plaats voor de transformatie van aandeelhoudersmaatschappijen in coöperatieve maatschappijen. In die economische organisatie, waar sociale rechtvaardigheid praktijk zou zijn in plaats van het « repressieve recht », zul je zien hoe de gevangenissen beginnen leeg te lopen, terwijl ze nu barstensvol zijn.
Jean-Paul Depouhon
4, rue de la résistance 4500 Huy
Oorspronkelijk verschenen als « La prison, ça sert à quoi ? » in Alternative Libertaire 214, februari 1999, vertaald door het abc-gent met enige kleine wijzigingen (actualiseringen vooral) door de auteur zelf, Juli 2002.
Voor meer info over Jean-Paul depouhon, zie abc-gent website.