arch/ive/ief (2000 - 2005)

Berlusconi legt zijn kaarten op tafel
by Roberto Cressati en Claudio Bellotti Friday July 19, 2002 at 11:57 AM
info@vonk.org

Roberto Cressati en Claudio Bellotti analyseren de toestand in de Italiaanse arbeidersbeweging nu de regering Berlusconi toch de tegenhervormingen van de arbeidswet tracht door te drukken. De resulterende verhoogde spanning tussen de klassen blijft niet zonder gevolgen binnen de massaorganisaties van de arbeidersklasse.

Een volgende algemene staking in Italië deze herfst?

Op 18 juli ll. legde de regering Berlusconi eindelijk haar kaarten op tafel door te verklaren dat in alle werkplaatsen met minder dan vijftien werkers, nieuwe werknemers niet onder artikel 18 van het Arbeidersstatuut zullen vallen (de wet die werkgevers verplicht om hun arbeiders terug aan te werven als ze onrechtmatig werden ontslagen). Het bedrijf zou de ontslagen werker niet moeten heropnemen maar zou hem/haar eenvoudigweg compensatie moeten betalen ter waarde van twee à zes maanden loon. De overheid beloofde in ruil 700 miljoen euro voor verhoogde werkloosheidsvergoedingen (die dan 60 procent van het laatste loon zouden bedragen gedurende de eerste zes maanden, vervolgens dalend tot 40 procent en dan 30 procent in de laatste kwartalen).

Savino Pezzotta en Luigi Angeletti, de algemene secretarissen van de CISL en UIL [de gematigde vakbonden, n.v.d.r.], hebben gezegd dat ze hiermee tevreden zijn en hebben nu het akkoord met de regering getekend. Ze voegden er wel aan toe dat ze hun leden moesten consulteren, maar dat zal dus gebeuren nadat ze al het akkoord hebben getekend! Bijgevolg is het gewoon een bureaucratisch manoeuvre. De voorzitter van de patronale organisatie Confindustria, Antonio D'Amato, zei: "Wij hadden liever een verregaandere hervorming gehad, maar we zijn nu tenminste begonnen met de uitroeiing van deze typisch Italiaanse ziekte die de markt zozeer vervormt." Afgevaardigd minister Maurizio Sacconi onderlijnde de bedoeling van de overheid met de verklaring dat er een volledige herziening van de arbeidswetgeving zou komen, de afschaffing van het Arbeidersstatuut van 1970 en de introductie van een nieuw ‘Werkstatuut' (het is geen toeval dat het woord ‘arbeiders' vervangen is door ‘werk').

In antwoord hierop verklaarde Sergio Cofferati, leider van de CGIL [socialistische en grootste vakbond, n.v.d.r.], dat zijn vakbond alle veranderingen aan artikel 18 van het huidige statuut zou verwerpen en dat als de andere vakbonden dit niet doen, de CGIL alles zou doen wat in haar macht ligt om de implementatie van de veranderingen tegen te houden. Cofferati voegde daaraan toe dat de plannen van de overheid, hoewel ze enkel voorstellen om artikel 18 voor drie jaar te bevriezen, zou resulteren in de creatie van twee soorten van rechten: één voor arbeiders die al werk hebben en één voor arbeiders die nieuw zijn aangeworven. De verwoestende uitwerking van dit soort verdeling heeft zich de laatste jaren reeds getoond toen de bazen ruime vrijheid kregen om allerlei nepcontracten voor nieuwe arbeiders in te voeren, vaak met de medeplichtigheid van de vakbonden. Na vijf jaar ervaring met werkonzekerheid en de stijgende golf van strijdbaarheid sinds vorige zomer neemt deze nieuwe generatie van arbeiders echter massaal deel aan de huidige gevechten.

De campagne van regionale stakingen

Op 20 juni startte de CGIL in de regio's Campania (Napels) en Lombardije (Milaan) een campagne van vierurenstakingen tegen de voorgestelde wijzigingen aan artikel 18. Deze ronde van stakingen had niet dezelfde massale effecten als de vorige. Het is moeilijk om betrouwbare cijfers over de deelname te verkrijgen, maar de betogingen waren over het algemeen kleiner. Toen het akkoord tussen het patronaat, de overheid en de CISL en UIL echter getekend was, veranderde de stemming opnieuw. De campagne van regionale stakingen eindigde op 11 juli, nadat het akkoord getekend was, met de staking in Emilia-Romagna (Bologna). Dit was een groot succes met grote betogingen over heel Emilia-Romagna, enkel in Bologna al 70.000 demonstranten, met hoge opkomst in alle andere provincies (Modena, Reggio Emilia enzovoort). In de komende periode zullen we zeker meer onrust zien in de bedrijven.

De regering valt nog steeds de CGIL en Cofferati aan en beschuldigt hen van het creëren van een "stemming van haat" die "terroristische organisaties helpt". Deze aanvallen resulteerden echter in de toenemende populariteit van Cofferati en een radicalisering van het conflict. Nu wordt er gepraat over een tweede algemene staking in de herfst. In sommige steden van Lombardije, zoals Brescia, heeft de FIM (de metaalcentrale van de CISL) locale stakingen uitgeroepen samen met de FIOM (de metaalcentrale van de CGIL), hoewel ze nog niet tot een regionale algemene staking hebben opgeroepen, ondanks de verklaring van secretaris Sandro Pasotti dat "we elke verandering aan artikel 18 zullen weerstaan". Veel arbeiders keuren het principiële standpunt van de CGIL goed en zijn kwaad op het gedrag van de CSIL en UIL, die de zaak verkochten voor een appel en een ei. In dit geval zijn "de appel en het ei" Berlusconi's belofte om vakbonden die instemmen met de veranderingen te coöpteren in een reeks quasi-autonome overheidsagentschappen, opgezet om de werkloosheid en de zwarte economie in te dijken.

Belangwekkend is dat de overheidstekst over artikel 18 sterk gebaseerd is op het voorstel van D'Alema, leider van de Linkse Democraten (DS, de sociaal-democraten), toen hij nog eerste minister was. Net zoals met hervorming van de gezondheids- en onderwijssector en de deregulering van de arbeidsmarkt gebruikte Berlusconi veel van het ‘vuile werk' uitgevoerd door de voorgaande Olijfboom-regering [een regeringscoalitie gedomineerd door de Italiaanse sociaal-democratie, n.v.d.r.] zodat hij sneller en verder kan gaan met zijn tegenhervormingen. De meningen binnen de Olijfboomcoalitie over de voorstellen van de regering blijven heel verdeeld vandaag. Enrico Morando, die deel uitmaakt van de rechtervleugel binnen de DS, heeft gezegd: "Zowel de DS als de Margherita-partijen [een samenraapsel van kleinere burgerlijke partijen die deel uitmaakten van de Olijfboomcoalitie, n.v.d.r.] geloven dat er geen wijzingen kunnen worden aangebracht aan artikel 18 indien de werkloosheidsvergoedingen niet drastisch stijgen." Maar de Margherita-partij, die verdeeld is over de vraag of ze formeel haar banden met de Olijfboomcoalitie en de vakbond CISL moet breken, heeft momenteel "het maken van een beslissing over Berlusconi's voorstel opgeschort".

De regionale stakingen uitgeroepen door de CGIL hadden ongetwijfeld een massale impact, maar dat was niet genoeg om de regering en de leiders van de CISL en de UIL te stoppen. Om dit te bekomen had de CGIL een volgende algemene staking moeten uitroepen in juni, stakingscomités moeten opzetten in elke werkplaats om de details van de regeringstekst te bespreken en de eis moeten lanceren dat artikel 18 dient te worden uitgebreid naar alle secties van werkers [vandaag geldt deze wet eigenlijk maar voor de helft van de Italiaanse arbeiders, n.v.d.r.]. Dit zou aangetoond hebben dat de CGIL heeft geleerd uit haar fouten van de laatste tien jaar (namelijk de sociale contracten en dergelijke) en klaar is om zijn politiek te wijzigen. De reeks regionale stakingen heeft het initiatief niet weggenomen van de regering, die nu een overeenkomst heeft getekend met de bazen, het CISL en de UIL.

Hoewel de CGIL verder en verder naar links wordt geduwd, doet haar leiding niet alles wat ze zou moeten doen. Zo hebben ze bijvoorbeeld voorgesteld om een referendum te houden tegen het akkoord op het moment dat het parlement het zal implementeren. Dit is duidelijk een afleiding van de strijd aangezien het enkel inhoudt een half miljoen stemmen te verzamelen en dan te stemmen in het jaar 2004. Maar dat zal het algemene proces van radicalisering niet stoppen. De leiding van de CGIL wordt gedwongen om een steeds strijdbaarder standpunt in te nemen. Het meest waarschijnlijke perspectief is dat zij zich gedwongen zullen voelen om andere punten aan te kaarten zodat ze een totaal conflict met de regering en de bazen kunnen rechtvaardigen. Op die manier zal de kwestie van de lonen, de flexibilisering van de arbeid en dies meer dus waarschijnlijk opgenomen worden door de leiding van de CGIL.

Deze situatie heeft ook een interessante weerslag binnen de DS. Het conflict tussen de CGIL en de regering veroorzaakt serieuze problemen binnen de DS en de Olijfboomcoalite in haar geheel. Het conflict tussen Cofferati en D'Alema loopt op en is eigenlijk een strijd voor de leiding van de DS. Cofferati, wiens mandaat als algemeen secretaris van de CGIL zal eindigen in september, is heel Italië aan het afreizen, terwijl hij tientallen meetings organiseert om zijn aanhangers te verenigen. Begin juli nam hij deel aan een grootscheepse herdenking van zij die stierven tijdens de gebeurtenissen van juli 1960 (zeven arbeiders werden toen vermoord door de politie). Tijdens zijn speech – die een duidelijke aanval was op D'Alema, zonder hem evenwel bij naam te noemen – bekritiseerde hij die linkse leiders die altijd spreken over "het winnen van het centrum" maar die als resultaat stemmen verliezen langs links zonder enige aanhang in het centrum te winnen! Dit zijn aanwijzingen dat deze leiders een nieuw lied zullen zingen in de volgende periode. De verdeeldheid binnen de DS groeit dag op dag en tot nu toe zijn Cofferati en de linkerzijde van de partij in het offensief. De uitkomst van het conflict is nog steeds onduidelijk maar een splitsing mag niet uitgesloten worden. Het alternatief is een compromis ten nadele van Fassino en de rechterzijde van de partij. Ze kunnen aan de opborrelende druk vanuit de arbeidersklasse niet ontsnappen.

Het is duidelijk dat de Italiaanse arbeidersklasse in een nog meer strijdbare stemming zal zijn tegen de herfst. Berlusconi's maatregelen tegen de arbeiders zijn een explosieve cocktail in combinatie met de effecten van de huidige economische neergang (het BNP zal volgens de voorspellingen niet meer dan 1,4 procent groeien voor 2002 in zijn geheel) en de crisis in grote groepen zoals Fiat (15 à 25.000 arbeiders zullen ontslagen worden in de volgende maanden als die in de onderaannemingen van Fiat worden meegerekend). Het enorme vertrouwen dat de meeste arbeiders in april hadden in Cofferati, zal omslaan in een meer evenwichtige en sobere houding. Ze zullen eisen om de strijd op een hoger niveau te tillen. Nieuwe lagen van activisten zullen gauw ‘hun handen vuil maken' in de politieke en vakbondsgevechten die voor ons liggen. Dit proces zal langgerekt zijn met veel ups en downs, maar het lijdt geen twijfel dat Berlusconi zelfs in de komende maanden al zeer veel kopzorgen zal hebben.