Proces Clabecq: fantastische overwinning! by David Pestieau Wednesday May 22, 2002 at 03:56 PM |
Een onbeschrijflijke vreugde stroomt over de trappen van het Justitiepaleis wanneer D'Orazio, Marra en de anderen uit de gerechtszaal komen. Tweeduizend vrienden juichen hen toe: "Tous tous ensemble, ouais, ouais!"
Proces Clabecq: fantastische overwinning!
Een onbeschrijflijke vreugde stroomt over de trappen van het Justitiepaleis wanneer D'Orazio, Marra en de anderen uit de gerechtszaal komen. Tweeduizend vrienden juichen hen toe: "Tous tous ensemble, ouais, ouais!"
De 13 van Clabecq zijn eindelijk vrijgesproken, na een eindeloos proces. Althans voor het grootste deel van de aanklachten tegen hen. Het fameuze artikel 66§4 werd niet toegepast. Vier beklaagden (D'Orazio, Orlando, Fontaine en Benattou) worden veroordeeld voor lichtere feiten maar met uitstel, dat wil zeggen dat de veroordeling niet wordt toegepast als er binnen de drie jaar geen nieuwe veroordelingen volgen. "Deze overwinning hebben we te danken aan de enorme energie van duizenden mensen", zegt D'Orazio tegen de menigte. "Maar het gerecht vond het nodig ons toch een paar volkomen uit de lucht gegrepen dingen aan te wrijven, kwestie van hun gezicht niet te verliezen nadat ze ons vijf jaar lang met juridische procedures aan het lijntje hielden."
David Pestieau
Het voorlezen van het vonnis duurde meer dan twee uur. Na een proces dat vijf jaar aansleepte, heeft de olifant een muis gebaard. 64 zittingen, dagen lang procedures, jaren spanning voor de gezinnen van de 13 van Clabecq en toch is de juridische machine er niet in geslaagd met haar eigen wetten, zelfs niet met het fameuze artikel 66§4, die van Clabecq te veroordelen.
Noch tegen Roberto D'Orazio, voorzitter van de ABVV-delegatie van Clabecq, noch tegen Silvio Marra, voorzitter van het Comité Veiligheid en Gezondheid, werden de hoofdbeschuldigingen weerhouden. Het fameuze artikel 66§4 werd ook tegen hen niet toegepast. Dit artikel, dat werd gestemd in de 19de eeuw, als gevolg van arbeidersopstanden, laat toe niet alleen daders te veroordelen maar ook "aanstichters" die door hun geschriften of woorden anderen aanzetten tot het plegen van misdrijven.
Slechts 3 minder belangrijke beschuldigingen op de 43 die er tegen D'Orazio waren, werden weerhouden door de rechtbank (maar door de verdediging afgewezen): belediging van een politieagent, verbale dreigementen tegen Zenner, bedreigingen tegen een automobilist op de Louisalaan.
Historische overwinning voor de antikapitalistische arbeidersbeweging
André Fontaine, ex-arbeider van Renault, en Benattou, allebei ABVV-militanten, en de ACV'er Orlando worden veroordeeld wegens rebellie tijdens feiten gepleegd naar aanleiding van het treffen met de (ex)rijkswacht op de autostrade in Wautersbrakel, op 28 maart 1997.
De vier – D'Orazio, Orlando, Fontaine en Benattou – worden veroordeeld voor minder belangrijke feiten en dan nog met uitstel, dat wil zeggen dat de veroordeling niet wordt uitgevoerd en dat ze geen strafregister krijgen. De rechter moet toegeven dat alle feiten zich afspeelden in het kader van een sociaal conflict en dat de vier al zwaar gestraft zijn door de eindeloze procedure en de mediacampagne. Alle andere beklaagden zijn helemaal vrijgesproken.
De zitting werd geopend met een staande ovatie die vijf minuten aanhield, in het hart zelf van de rechtbank, onder het geroep "Acquittez nos délégués" (vrijspraak voor onze delegees). Toen het vonnis duidelijk werd, kregen velen tranen in de ogen: ze waren zo vaak naar de proceszittingen gekomen, hadden er tot hun laatste dag verlof voor opgegeven… Dit vonnis is een mijlpaal in de geschiedenis van de antikapitalistische arbeidersbeweging in dit land.
Maar wanneer hij de opeen gedrumde menigte toespreekt, begint D'Orazio geheel onverwacht met een ander verhaal: "Een jonge vrouw verliet haar land in Afrika. Maar zodra ze hier aankwam, in wat zij dacht een democratie te zijn, werd ze opgesloten. Ze werd uiteindelijk vermoord. Dankzij een wet die toelaat dat wie zich verzet een kussen op de mond gedrukt krijgt. Een wet die werd gestemd door de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken, het Parlement. Die jonge vrouw heette Semira Adamu en dit soort onrechtvaardigheid is onaanvaardbaar. Net zoals het onaanvaardbaar is dat sommigen stellen dat we hier niet de ellende van de hele wereld kunnen aannemen. Want ik ben zelf immigrant en ik ben niet naar België gekomen omwille van ellende maar om hier te werken. En wij, in Clabecq, hebben nooit dat soort onrechtvaardigheden aanvaard. Het is dankzij al onze energie dat we de Forges opnieuw hebben kunnen opstarten en dat we vandaag deze overwinning hebben behaald. Maar het is vooral aan jullie, aan al diegenen die ons zijn blijven steunen, dat we deze overwinning te danken hebben. Dit is een zeer belangrijke overwinning, de meest belangrijke die we ooit al behaalden."
nog steeds uitgesloten uit onze syndicale organisatie
D'Orazio komt daarna terug op het vonnis: "Maar het gerechtelijk apparaat vond het nodig ons toch een paar volkomen uit de lucht gegrepen dingen aan te wrijven, kwestie van hun gezicht niet te verliezen nadat ze ons vijf jaar lang met juridische procedures aan het lijntje hielden. Ze wilden me per se een fictieve veroordeling geven voor de affaire Zenner, want wie weet had er anders een effectieve veroordeling van Zenner zelf moeten volgen."
Roberto doet ook een oproep voor financiële steun: "Ik kan niet zeggen dat we ongeschonden uit deze beproeving komen. We worden nog geconfronteerd met alle gerechtskosten en we zullen moeten vechten om die financiële put te vullen." Maar hij geeft ook al een idee van de strijd die nog te wachten staat: "We hebben dan wel een overwinning behaald op de burgerlijke rechtspraak maar we zijn wel nog steeds uitgesloten uit onze syndicale organisatie. En als ze denken dat ze me met deze opschorting van vonnis het zwijgen gaan kunnen opleggen dan maken ze een zware fout. We gaan ons moeten organiseren, kameraden, om samen op te komen voor een andere maatschappij. We gaan een groot front moeten oprichten om ons te verzetten tegen alle ontsporingen van dit systeem."
En D'Orazio, met naast hem een vrouw met een Palestijnse vlag in de handen, besluit: "Vaak dacht ik hoe moeilijk onze strijd wel was. Maar hoeveel harder moet het dan niet zijn als ze je kinderen vermoorden, als je aangevallen wordt met tanks, als men je beschuldigt terroristen te zijn omdat je je verdedigt met de schamele wapens die je hebt. Ook die strijd is de onze kameraden."
Een aangedane Roberto vraagt daarna een applaus voor de echtgenotes van de beklaagden, voor de moedige Marie-Jeanne, de vrouw van Silvio Marra, een voor zijn eigen vrouw, die vijf lange jaren stand hielden aan de kant van hun mannen.
Er hing een sfeer van vreugde en strijdbaarheid in de lucht, deze morgen voor het Justitiepaleis. Een sfeer die diegenen die er waren niet snel zullen vergeten.