Wie is Le Pen? by geert cool Saturday May 04, 2002 at 06:37 PM |
Jean-Marie Le Pen is reeds sinds eind jaren '40 politiek actief. Hij was een medestander van oud-collaborateurs, ging vechten in Vietnam en Algerije, nam zelfs deel aan discussies over een staatsgreep,... De achtergrond van Le Pen maakt duidelijk waarom het anti-fascistisch verzet zo belangrijk is.
Wie is Jean-Marie Le Pen?
Le Pen werd eind jaren '40 actief als student rechten in Parijs. Hij maakte er deel uit van het rechtse "Corpo de Droit" (een rechtse fractie binnen het UNEF - Union Nationale des Etudiants Français, de studentenvakbond). Geleidelijk aan werd hij meer en meer politiek actief. Zelf verklaarde Le Pen hierover: "De inval van het Rode Leger in Berlijn overtuigde me van de noodzaak van de strijd tegen het communisme - een kracht van repressie en tirannie". Binnen de anti-communistische beweging kon de regering De Gaulle op heel wat steun rekenen van ex-aanhangers van het collaborerende Vichy-regime van maarschalk Pétain (die een marionet-regime van Hitler vormde in Frankrijk). Ook in Frankrijk stond de linkerzijde na het einde van de oorlog erg sterk en was er een dreiging van een mogelijke massale beweging die de communisten aan de macht zou brengen. Dit maakte dat De Gaulle nooit echt de collaboratie heeft veroordeeld en integendeel beroep deed op een aantal belangrijke figuren vanuit die nazi-traditie.
Le Pen werd al vrij vlug het hoofd van de ordedienst van de omstreden advocaat Jacques Isorni van de groep UNIR (Union Nationale indépendante des Républicains), een groep die de Vichy-aanhangers verdedigde. Zo trad Isorno op als advocaat van Pétain in een proces na de oorlog.
Omdat hij de daad bij het woord wou voegen in zijn strijd tegen het communisme, trok Le Pen in 1953 naar Indochina (het latere Vietnam) om er te gaan meevechten in het leger. De Fransen leden er een zware nederlaag, hen later overgedaan door de VS, en nadat in 1954 een vredesakkoord werd gesloten (met de opsplitsing van Vietnam), kwam Le Pen terug naar Frankrijk om er politiek actief te worden.
Le Pen werd lid van de Poujadistische beweging. Die was gesticht door Pierre Poujade als protest tegen een belasting op kleinhandel en kleine zelfstandigen. Poujade hanteerde een populistisch discours om onder de zelfstandigen steun te krijgen. Poujade kon echter ook rekenen op de steun van heel wat neo-nazi's zoals Maurice Bardèche, de auteur die gekend is van zijn boek 'Nürnberg ou la terre promise' waarin de holocaust wordt ontkend (de Nederlandstalige editie van dit boek is een vertaling van de hand van ene Karel Dillen...). Bardèche had echter ook kritiek op Hitler, hij vond dat het Duitse fascisme niet puur genoeg was!
De Poujadistische beweging kon op vrij veel sympathie rekenen van de rechterzijde en behaalde in 1956 een verkiezingsoverwinning waarbij ook Le Pen verkozen werd in het parlement. De basis hiervoor was voornamelijk een anti-establishment stem en de afkeer tegenover de traditionele politici, ook al kwam een groot deel van de Poujadisten uit de beweging van president De Gaulle (zo was Poujade zelf aanvankelijk een gemeenteraadslid voor de Gaullisten). De Poujadisten dompelden hun anti-establishment imago in een sfeer van racisme en anti-semitisme. De regering van France-Mendès werd omschreven als een Joodse regering die niets te zoeken had in Frankrijk.
Het succes van de Poujadisten was van erg korte duur. Er kwamen vrij veel meningsverschillen binnen deze beweging. Zo was Le Pen tegenstander van de losse aanpak van Poujade die de beweging weigerde te organiseren. Poujade stelde dat zijn aanhangers "onder de mensen" moesten komen in plaats van zich te organiseren in lokale afdelingen. Le Pen daarentegen was voorstander van de uitbouw van een sterk partijkader. Een ander discussiepunt was de houding tegenover Algerije en de onafhankelijkheidsstrijd die daar plaats vond. Le Pen en de meeste Poujadisten waar zware tegenstanders van een mogelijke onafhankelijkheid. Le Pen stelde dat Algerije een kolonie moest blijven omdat dit garanties bood om het blanke ras te vrijwaren door de Algerijnen beter te kunnen onderdrukken.
Na de splitsing in de Poujadistische beweging trok Le Pen naar Algerije om er als legerofficier de strijd te gaan voeren. De voorbije maanden werd duidelijk dat de Fransen in die strijd absoluut geen doetjes waren en niet terugschrokken voor harde martelingen, het aanrichten van massa-slachtingen,... Le Pen maakte persoonlijk deel uit van die gewelddadige tussenkomst van het Franse leger. Later verklaarde hij hierover: "Ik heb gemarteld omdat het nodig was" (Le Combat, 9.11.1962). Le Pen vond dit nodig omdat een nederlaag een signaal zou zijn voor de "barbaren". De onderdrukking van de Algerijnen was volgens hem deels "biologisch bepaald".
Terug in Frankrijk nam Le Pen deel aan onderhandelingen over een mogelijke staatsgreep vanuit de groep rond de terroristische OAS (Organisation de l'Armée Secrète, een groep die opkwam tegen de onafhankelijkheid van Algerije), maar hij vond dit uiteindelijk een te riskante onderneming en trok zijn steun terug.
In de jaren '60 werd rechts in het defensief geduwd. Algerije was na Indochina een nieuwe nederlaag geworden en extreem-rechts in Frankrijk was gefragmenteerd waarbij het geen enkele impact meer had. Le Pen trok zich terug in zijn boekhandel en uitgeverij waar hij rechtse propaganda publiceerde. Hij werd daarvoor overigens twee maal veroordeeld (in 1965 en 1968) toen hij platen met toespraken van Hitler had geproduceerd!
Begin jaren '70 werden door de verschillende extreem-rechtse organisaties onderhandelingen gevoerd voor het opzetten van een alliantie, een "nationalistisch front". De belangrijkste kracht daarbij was de groep 'Ordre Nouveau', een organisatie met erg gewelddadige militanten die er niet voor terugschrokken om politieke tegenstanders fysiek zwaar aan te pakken. De Ordre Nouveau werd op een bepaald ogenblik zelfs verboden omwille van een heuse veldslag tegen linkse activisten. Toen het Front National als alliantie gelanceerd werd in 1972 maakte Ordre Nouveau ongeveer één derde van het lidmaatschap van het FN uit. Le Pen werd vrij vlug de leider van het FN en ondernam pogingen om vanuit de alliantie te komen tot een strak georganiseerde partij. In de jaren '70 was dit de hoofdbezigheid van Le Pen, die oppositie van de Ordre Nouveau hieromtrent moest wegwerken.
Vanaf begin jaren '80 begon het FN een grotere impact te krijgen bij verkiezingen. In 1981 kwam de linkse regering Mitterand aan de macht op basis van een programma dat beloofde te breken met het kapitalisme. De sociaal-democraten en communisten in de regering weigerden echter om effectief te breken met de logica van het huidig systeem en zagen zich bijgevolg gedwongen om in een periode van economische crisis zelf een liberaal beleid te voeren. Dit vormde een belangrijke basis voor ongenoegen tegenover de sociaal-democraten en de communisten. Een ongenoegen waar het FN handig op inspeelde door zich voor te doen als diegenen die wel opkwamen voor de belangen van de Fransen.
Dit werd duidelijk bij de gemeenteraadsverkiezingen in Dreux (vlakbij Parijs) waar het FN begin jaren '80 haar vier eerste verkozenen behaalde. Het FN voerde er een zware anti-migrantencampagne. Kranten in die periode brachten bericht uit van valse deur-aan-deur verkopers van luxeproducten die aanbelden en vertelden hoe Mohamed uit de straat al twee TV's of een video had gekocht. De racistische campagne vond ingang bij gebrek aan een alternatief na de ontgoocheling in de linkse regering Mitterand. Daarenboven werd het FN geholpen door een electoraal akkoord met het RPR van Jacques Chirac. Chirac verklaarde hoe hij liever 4 FN'ers in de gemeenteraad zag dan 4 communisten.
Het FN kreeg ook enorme steun vanuit een onverwachte hoek. Mitterand wou zijn positie versterken door het kiesstelsel te veranderen (proportionele vertegenwoordiging in plaats van een meerderheidssysteem), zodat de verschillende fracties van rechts zouden scoren en de verdeeldheid van de rechterzijde zou versterken. Mitterand zag in het FN een ideaal middel om traditioneel rechts (de RPR van Chirac) te verzwakken. Mitterand was dan ook de eerste om het FN aan TV-debatten te laten deelnemen op de staatstelevisie. Het gevolg was catastrofaal: in 1986 haalde het FN 10% van de stemmen en bijgevolg ook 10% van de zetels. Mitterand had een cruciale fout gemaakt door te denken in termen van electorale rekenkunde. Het FN haalde immers veel stemmen weg van de sociaal-democratie en scoorde onder de ontgoochelde linkse kiezers.
De doorbraak van het FN in de jaren '80 leidde ertoe dat traditioneel rechts een deel van de retoriek van het FN overnam. Zo verweet minister Pasqua (RPR) zijn eigen premier dat hij te laks was tegen migranten. De RPR probeerde ook tot een alliantie te komen met het FN voor de verkiezingen, maar dit mislukte. Deze elementen maakten evenwel dat het FN meer aanvaardbaar werd, met een bijhorend groeiend zelfvertrouwen voor de fascistische militanten. Vanaf eind jaren '80 waren er verschillende gevallen van gewelddaden. Zo werd in 1988 een Joods kerkhof compleet verwoest. In 1993 werd een journalist op een FN-meeting aangevallen.
Le Pen bleef zijn harde koers aanhouden. Hij liet zich ontvallen dat de holocaust een "detail in de geschiedenis" was, later werd hij veroordeeld nadat hij een kandidate van een andere partij tijdens het campagne-voeren in elkaar sloeg,...
Geert Cool