Waarom geen "cordon sanitaire" rond Israël? by Paul Vanden Bavière (uitpers) Friday April 05, 2002 at 02:25 PM |
Vlaanderen start geen nieuwe samenwerkingsprojecten meer met Israël en met de Palestijnse Autoriteit zolang beide partijen het geweld niet staken en opnieuw gaan praten over vrede. De Europese Unie "denkt" eraan Israël een factuur te presenteren van zowat 20 miljoen Ç voor de vernieling van met Europees geld betaalde Palestijnse infrastructuur. Eerder dreigde de EU al op te treden tegen de frauduleuze uitvoer naar Europa van producten uit nederzettingen in de door Israël bezette gebieden. Zijn dit de eerste schuchtere stappen naar sancties tegen Israël?Dat is lang niet zeker. Maar eigenlijk zou er, als Europa, België, Vlaanderen consequent zouden willen zijn, een "cordon sanitaire" rond Israël moeten worden opgetrokken.
Dat Israël misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden begaat in Palestina wordt door vrijwel niemand meer ontkend, wel nog veel goedgepraat. Het proces dat in Brussel is aangespannen tegen de Israëlische eerste minister Ariel Sharon wegens de slachting in de Palestijnse vluchtelingenkampen Sabra en Shatila in 1982 heeft de bewustwording daarvan in de hele wereld aangewakkerd. Niet in het minst in Israël, waar vele politieke en militaire gezagsdragers zich de vraag stellen of ze nog wel naar het buitenland kunnen reizen.
Ook minister van Buitenlandse Zaken, Shimon Peres, winnaar van de Nobelprijs voor de "vrede" en zgn. "gematigde", komt binnen schot. Tijdens een bezoek van een Belgische senaatsdelegatie aan het Zuid-Libanese Qana op 19 januari werd de mogelijkheid besproken Peres in België aan te klagen wegens oorlogsmisdaden. Dit voor de dood van meer dan 100 mensen, die in 1996 omkwamen toen de Israëlische artillerie een post van de Verenigde Naties in Qana, waar 500 Palestijnse vluchtelingen een toevluchtsoord hadden gezocht, op bevel van Peres onder vuur nam. De "socialist" Peres blijft inmiddels, evenals Sharon, ook verantwoordelijk voor de huidige, nog steeds voortdurende oorlogsmisdaden.
Daarover begint ook het Israëlische publiek, onder impuls van de kleine vredesbeweging Gush Shalom zich zorgen te maken (zie De Standaard, 15.01.02). Collectieve straffen, ontworteling van tienduizenden olijfbomen, systematische vernietiging van de Palestijnse infrastructuur (o.a. van het radio- en tv-gebouw û na eerst alle peperdure apparatuur te hebben gestolen!), afbraak van Palestijnse huizen, "executies" zonder enige vorm van proces van Palestijnenà zijn allemaal inbreuken op het internationaal recht en de conventies van Genève en kunnen dus als oorlogsmisdaden worden beschouwd.
Reken daarbij dat Israël alle resoluties van de Verenigde Naties over het conflict in het Midden Oosten aan zijn laars lapt, dan zou dit meer dan voldoende moeten zijn voor een internationale boycot tegen het land. Om nog niet te spreken van bombardementen op Tel Aviv door de NAVO in het kader van een "humanitaire interventie" tegen een brutale bezetter. Dit naar analogie van Joegoslavië, waar de NAVO beweerde "westerse waarden" te verdedigen. In feite echter hadden de NAVO en een aantal van haar lidstaten zelf het Kosovaars Bevrijdingsleger (UCK) gecreëerd, bewapend en getraind. Met als doel een voorwendsel te vinden om Joegoslavië aan te pakken in het kader van het herstel van de Duitse invloedssfeer op de Balkan en van de neoliberale globalisering, meer bepaald om de energiecorridor door de Balkan in handen te kunnen spelen van westerse ondernemingen.
Extreem-rechts gedachtegoed
Er is echter nog meer aan de hand in Israël. In België hebben de "democratische partijen" in gezamenlijk overleg een "cordon sanitaire" opgetrokken rond het Vlaams Blok. Die partij wordt als racistisch bestempeld wegens haar slogans als "eigen volk eerst" en standpunten die neerkomen op "vreemdelingen buiten". Minister van Buitenlandse Zaken Louis Michel ontketende een hele rel tegen Oostenrijk toen de uiterst-rechtse politicus Jörg Haider daar zijn intrede in de regering deed. Op zijn instigatie vaardigde de Europese Unie politieke sancties tegen het land uit. Nog maar kort geleden wees de Vlaamse minister-president Patrick Dewael op de gevaren van extreem-rechts.
De ideologie van het Vlaams Blok vertoont parallellen met de zionistische ideologie. Ook voor de zionisten is het "eigen volk" eerst, wat zich in Israël uit in een wettelijk en feitelijk apartheidssysteem. Israël is de staat van de joden, niet van al zijn burgers. Uitdrijving of "Arabieren buiten" behoren tot de theorie (al te vinden in de geschriften van Theodor Herzl, de vader van het zionisme) en de praktijk van het zionisme. Zij het dat men dit probeert te verdoezelen door termen als "transfert". Iedereen in Israël heeft het recht om publiekelijk te pleiten voor de verdrijving van alle Palestijnen û en dat gebeurt elke dag, geen anti-racismewet die dat verbiedt. Af en toe is er zelfs een ultra die, al dan niet op bijbelse gronden, pleit voor uitroeiing û ook zonder daar ooit ter verantwoording voor te worden geroepen.
Zoals bekend is er al jaar en dag, alhoewel de conventies van Genève dit verbieden, een kolonisatie van de bezette gebieden bezig. Met als doel heel Palestina (zoals dat de zionisten door de Britten via de Balfour-verklaring van 1917 beloofd was) te veroveren (op eventueel enkele reservaten of bantoestands voor de Palestijnen na). Iets wat gepaard gaat met landroof en verdrijving van de bewoners. Merkwaardig is dat de Europese Unie in januari Zimbabwe ter verantwoording heeft geroepen en met sancties gedreigd wegens de onteigening van de blanke boeren û d.w.z. van gronden die destijds door de Britten werden gestolen om ze aan blanke immigranten gegeven. De onteigening van de Palestijnen in Israël en in de bezette gebieden is door de EU nog nooit aan de kaak gesteld. Enkel de bouw van nederzettingen is met de lippen, niet met daden, gelaakt.
De hele Israëlische, op het zionisme gestoelde ideologie en kolonistische praktijk behoort volgens de Europese normen thuis in het verfoeilijk en gevaarlijk geachte extreemrechtse gedachtegoed. Men zou dus kunnen verwachten dat de Europese Unie en haar afzonderlijke lidstaten op zijn minst al lang afstand zouden hebben genomen van Israël.
Niets is minder waar. Europa is, na de Verenigde Staten, de grootste financier en militaire en diplomatieke verdediger van Israël. Op elk gebied wordt intens met dat land samengewerkt. Elk Europees staatshoofd, eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken voelt zich geroepen geregeld het land te gaan bezoeken om de vriendschap en solidariteit met het land te bewijzen. En, af en toe, ook eens te zeggen dat bepaalde zaken niet zouden mogen gebeuren. Wat dan tot scherpe Israëlische reacties leidt, waarop de boodschapper zijn boodschap dan maar deels herroept. Sharon's Likoed en Peres' Labour zijn lid van respectievelijk de Liberale en de Socialistische Internationales - Peres is er zelfs vice-voorzitter van - wat hen een respectabiliteit geeft die ze op basis van hun programmaÆs en daden niet verdienen. De reden is duidelijk: het holocaust-effect en de vrees als antisemiet te worden gebrandmerkt spelen nog altijd.
Een merkwaardige Michel
Minister Michel is de man die ervoor zorgde dat de verschillende Belgische regeringen het Associatieakkoord van Israël met de EU snel goedkeurden eens hij minister geworden was. Het siert België wel dat het dit als laatste EU-lidstaat deed omdat er hier en daar toch parlementsleden waren die bedenkingen hadden over het belonen van een bezettende, brutale staat. Dezelfde minister Michel verdedigde vorige zomer op de antiracismeconferentie in het Zuid-Afrikaanse Durban, met succes, namens de EU het standpunt dat, ondanks de aanwijzingen van het tegendeel, zionisme geen racisme is en dat Israël geen racistische staat is. Pikant detail hierbij is dat Michel hierbij (ongevraagd) de steun van het Vlaams Blok kreeg: in het Brussels blad van de partij werd Israël verdedigd tegen aantijgingen van racisme in Durban. En onder Michels EU-voorzitterschap vond de EU er in december niets beters op dan van de Palestijnen te eisen dat ze hun intifada (volksopstand) zouden stopzetten, d.w.z. zouden afzien van hun recht van verzet tegen een bezetter û van Israël werd uiteraard niet geëist dat het zijn bezetting zou opgeven.
Michel is ook de man die, na klachten van Israël en de zionistische lobby in België, een heruitgave door het staatssecretariaat van Ontwikkelingssamenwerking verbood van een brochure "Kanttekeningen bij de Israëlisch-Palestijnse kwestie", die in 1998 werd uitgegeven op verzoek van de Vereniging van Vlaamse Leerkrachten en in het onderwijs werd verspreid. Die brochure werd, gezien de gevoeligheid van het thema, zorgvuldig gescreend, en niemand heeft totnogtoe kunnen beweren dat de feiten erin onjuist waren. Maar Israël en de zionistische lobby, wensen geen objectieve informatie over het onderwerp, enkel een apologie van de staat Israël en demonisering van de Palestijnen. Ironisch genoeg vond Israël in deze zaak nogmaals een fervente verdediger in het Vlaams Blok. Vlaamsblokker Emiel Verrijken interpelleerde in het Vlaams parlement over de mogelijke verspreiding van de bijgewerkte brochure die "zo kwetsend (is) voor de ons bevriende natie Israël" in het onderwijs. Vermoedelijk bedoelde hij "ideologisch bevriende natie". Waarom zou het Centrum voor gelijke kansen en racismebestrijding niet eens een onderzoek naar de zionistische ideologie en praktijk instellen om de zaak uit te klaren? In België zijn immers verscheidene zionistische groeperingen actief en zijn er verscheidene periodieke publicaties.
Ook bij vele ngoÆs, groeperingen en instellingen allerhande kan er nauwelijks een kwaad woord voor Israël af. Een oproep voor boycot van Israëlische producten vindt maar weinig en zeer aarzelend gehoor bij hen, alhoewel ze in de spits van acties tegen andere landen zoals Myanmar staan. Zelfs Kerk en Leven, het grootste weekblad van Vlaanderen, waarvan men zou denken dat het als katholiek blad zou opkomen voor de verdrukten tegen de verdrukker, voelt zich geroepen Israël te verdedigen (zie in verband hiermee in de rubriek "Discussie" de "Open brief aan Kerk en Leven").
Tanende invloed van de zionistische lobby
Het is echter niet al kommer en kwel. De macht van Israël en de zionistische lobby is duidelijk aan het tanen. De dagen dat zowat alle partijen in België vierkant achter Israël stonden en de hele Belgische regering voltallig, zoals na de zesdaagse oorlog van 1967, in een pro-Israëlische betoging opstapte, zijn voorbij. Meer en meer volksvertegenwoordigers, senatoren en parlementsleden beginnen kritische geluiden te laten horen. Daartoe hebben de eerste (1987-1993) en de tweede intifada (begonnen in september 2000) enorm toe bijgedragen. Een concreet gevolg was dat België als laatste het Associatieverdrag ratificeerde. En nu dat de Vlaamse regering voorlopig geen nieuwe samenwerkingsprojecten meer opstart. Niet met Israël, maar ook niet meer met de Palestijnen. Dit laatste in het kader van de zgn. politiek van neutraliteit, van gelijke afstand ten overstaan van beide partijen, die officieel door België wordt gehuldigd. Wat neerkomt op het gelijkstellen van de verdrukker met de verdrukten; met zoals professor Etienne Vermeersch het vorige zomer in een debat op de Gentse feesten stelde, het op gelijke voet stellen van Dutroux en de kinderen.
En als Michel dan toch op gelijke afstand zou willen blijven zou hij een wetsvoorstel moeten indienen waarin het ontkennen van het bestaan van de Palestijnen en van het onrecht dat hen is en wordt aangedaan wordt bestraft. Onder druk van Israël en de zionistische lobby is destijds immers in België en alle andere Europese staten een wet aangenomen waarin het "revisionisme", het ontkennen van de holocaust strafbaar is gesteld. Ook zou Vlaams minister-president Dewael dan naast een gepland holocaustmuseum in Mechelen een Palestijns museum moeten oprichten. Het holocaustmuseum komt er immers na succesrijk jarenlang Israëlisch en zionistisch lobbywerk in de hele wereld om overal holocaustmusea op te richten, met de bedoeling dat die de positie van Israël zouden verstevigen.
Hoe dan ook, de Vlaamse beslissing is een stap vooruit in vergelijking met het verleden. En dat beseft Israël maar al te goed. Het is vooral woedend dat het op gelijke voet wordt gesteld met de Palestijnse Autoriteit. Dat is voor Jeruzalem onaanvaardbaar: men moet, zoals de Verenigde Staten, onvoorwaardelijk voor Israël zijn. Vandaar de felle uitvallen tegen Dewael, en tegen Michel en premier Guy Verhofstadt naar aanleiding van de zaak-Sharon, en ook tegen de Europese Unie, alhoewel de EU en ook België, ondanks zijn vermeende neutraliteit, in de praktijk Israël op alle mogelijke, soms ook onwettelijke manieren steunen en helpen. Enkel de toenemende druk van de publieke opinie heeft daar een (beperkte) rem op gezet.
Zo worden er wapens geleverd aan Israël en heeft minister Michel zijn zegen gegeven aan de aankoop van onbemande vliegtuigjes in Israël ter waarde van zowat 62 miljoen Ç, alhoewel het niet het beste materiaal op de markt is (maar het dient wel de belangen van een Waals bedrijf). Zo staat de EU al jarenlang de illegale invoer toe van producten uit de bezette gebieden onder Israëlisch label û om nog niet te spreken over regelrechte fraude zoals de export van fruitsap uit derde landen via Israël. Bedrijven in Europa die knoeien krijgen torenhoge boetes opgelegd door de Europese Commissie, waarom wordt Israël niet aangemaand de ontdoken invoerrechten, vermeerderd met een fikse boete, te betalen? Waarom wordt de mensenrechtenclausule van het Associatieverdrag niet ingeroepen? Waarom wordt de jaarlijkse Europese miljardenstroom naar Israël niet gekoppeld aan respect voor de mensenrechten û zoals dat voor andere landen wel wordt gedaan -, aan het afbouwen van de apartheid, aan eerbied voor het internationaal recht zoals stopzetting van landconfiscatie en kolonisatie?
Israël hangt voor zijn overleven af van het buitenland. Dat begreep wijlen Ben Goerion, de stichter van Israël, maar al te best: dat was de reden waarom hij na de Suezoorlog van 1956 snel zijn troepen uit de Egyptische Sinaï-woestijn terugtrok toen de Amerikaanse president Eisenhower dat kordaat eiste. Enige kordaatheid û dreigen met of toepassen van sancties - van Europese kant zou de IsraëliÆs er snel van kunnen overtuigen dat ze er alle belang bij hebben het meer dan genereuze aanbod van Yasser Arafat van 1993 - 78% van Palestina plus aanvaarding in de hele Arabische wereld en integratie in de regio - te aanvaarden.
(Uitpers, februari 2002)