Privatisering energiesector houdt risico's in. by Myriam Vander Stichele (Attac-Ndl) Tuesday April 02, 2002 at 09:21 PM |
vlaanderen@attac.org |
De Spaanse energiegigant Endesa dreigt af te zien van de overname van de energiedistributiebedrijven in Utrecht en Eindhoven omdat de netwerken niet kunnen worden geprivatiseerd. Maar de vraag blijft of die overnames wel gunstig zijn. Endesa schrijft in haar bedrijfsstrategie dat ze zoveel mogelijk winst wil halen uit de consumenten "extract value from [!] customers".
Endesa wou in Nederland vooral geld verdienen
De Spaanse energiegigant Endesa dreigt af te zien van de overname van de energiedistributiebedrijven in Utrecht en Eindhoven omdat de netwerken niet kunnen worden geprivatiseerd. Maar de vraag blijft of die overname voor Utrecht en Eindhoven wel gunstig is. Endesa schrijft in haar bedrijfsstrategie dat ze zoveel mogelijk winst wil halen uit de consumenten "extract value from [!] customers".
Daarbij wil Endesa de in Nederland bestaande hoge winstmarges en geringe verloop van de klanten, die aan contracten met verschillende diensten gebonden zijn "locked in", behouden(1). Endesa streeft er dus niet naar om de consument zoveel mogelijk voordeel te bieden door optimaal gebruik van de gegenereerde energie en lagere prijzen. Bovendien heeft Endesa al bij de Eindhovense gemeente met succes een bedenkelijke claim van 28,6 miljoen Euro ingediend. Dat leidt tot de vraag hoeveel het bedrijf zou willen investeren om de netwerken op peil te houden als die ook geprivatiseerd zouden worden. De plannen van Endesa om de overnames in Nederland op te blazen lijken eerder ingegeven uit angst niet genoeg winst te kunnen maken in Nederland.
Voor Endesa was het opkopen van de twee Nederlandse nutsbedrijven een eerste belangrijke stap in haar agressieve strategie om een deel van de Europese energiebedrijven op te kopen. Endesa hoopte openlijk daarvoor in Nederland goede ideeën voor op te doen! Intussen heeft Endesa haar overnamestrategie verplaatst naar Zuidelijk Europa. Maar vooral, Endesa heeft veel geld nodig voor haar snelle expansie in Europa en Latijns Amerika en heeft nu al een grote schuldenlast opgebouwd: 25,01 miljard Euro eind december 2001(2). De schuldenratio bedroeg eind 2000 69%. De interest die in 2000 moest betaald worden, was meer dan twee maal de overgehouden winst en de lange termijnschuld bedroeg meer dan 13 maal het jaarinkomen van 2000. Bovendien werd de financiering voor 33% bij de banken en 67% bij de financiële markten gehaald wat bij lage aandelenprijzen riskant is.
Wil Nederland Enron-achtige situaties ?
Overname door Endesa is ook risicovol omdat het ook andere bedrijfskenmerken, naast de hoge schuldenlast, vertoont van het grote energiebedrijf Enron dat in de VS met veel schandalen failliet ging. Endesa heeft grootste plannen voor handel in energie -wat een kernactiviteit was van Enron- zoals onder andere blijkt uit Endesa's deelname in de Amsterdam Power Exchange. Endesa heeft haar activiteiten zoals Enron opgesplitst: eind 2000 waren dat 111 bedrijven waarin het voor 100% of minder participeerde. Of Endesa ook in verborgen bedrijven participeert is tot nu toe niet gekend. Van die 111 bedrijven waren er 47 (42%) zuivere portfoliobedrijven terwijl enkele andere bedrijven alleen aan financiering of management doen. Voor wie het Enron geval volgt: van veel van de portfoliobedrijven is Arthur Andersen de accountant die ook een van de twee hoofdaccountants van Endesa zelf is. Vijf van de portfoliobedrijven zijn op de Kaaimaneilanden gevestigd waarvan 4 worden gecontroleerd door Arthur Andersen. Welk voordeel heeft Nederland om haar energiedistributie in de handen van zo'n bedrijf te leggen ?
Bij de privatisering lijkt het nodig om de wetten over informatieverstrekking uit te breiden, en de (lokale) overheden, die privatiseren, te verplichten voldoende analyses te laten maken van de financiële basis en strategieën van het bedrijf dat overneemt, en van de dienstverlening en prijzenevolutie voor de consument. Bij de beslissing om in Eindhoven het NRE te laten overnemen door Endesa heeft de gemeenteraad nauwelijks informatie gekregen en had een week de tijd om haar goedkeuring te geven.
Ook de wethouder blijkt slecht over Endesa's strategieën op de hoogte geweest te zijn. Hij verwachtte bijvoorbeeld dat de schaalvergroting de prijzen lagere prijzen tot gevolg zou hebben en dat het Spaanse bedrijf de werkgelegenheid intact zou laten en heeft in het contract daarover geen afspraken gemaakt(3).
Maar om verder uit te breiden verhoogt Endesa haar efficiëntie door de werknemers met 13,6% verminderen tussen 2001 en 2003. In Latijns Amerika heeft Endesa haar werkgelegenheid al in een jaar tijd verminderd met 6,8% (september 2000- september 2001). Welke beloftes en garanties voor werknemers en consumenten moeten in een overnamecontract worden vastgelegd
Weinig 'schone' energie bij Endesa
Bij de discussie over privatisering moet veel duidelijker een antwoord gegeven worden of bedrijven zoals Endesa wel eerlijk concurreren met andere Nederlandse energiebedrijven. In Spanje zelf kan Endesa bijvoorbeeld rekenen op hoge prijzen voor de consument. De OESO, de denktank van de rijke landen, heeft het gebrek aan concurrentie in de Spaanse energiemarkt aangeklaagd omdat Endesa samen met een ander bedrijf het grootste deel van de markt in handen hebben, met hoge prijzen en grote winst als gevolg. In november werd Endesa door de Spaanse overheid onderzocht op het vaststellen van prijzen met de concurrent ("price fixing"). Het grootste deel van Endesa's energieproductie op het vasteland is gebaseerd op koolcentrales (45%) en nucleaire energie (34.2%)(4). Energie op basis van gas zoals in Nederland meer en meer is vereist is, is schoner maar ook duurder: hoe kunnen Nederlandse bedrijven met concurreren met bedrijven elders winst halen uit lagere energieproductiekosten ? Een ander aspect van eerlijke concurrentie is of de Nederlandse (vrijwillige) normen over maatschappelijk verantwoord ondernemen met respect voor mensenrechten ook aan buitenlandse energiebedrijven moet worden opgelegd over hun buitenlandse activiteiten. Endesa's werkzaamheden voor energieproductie en distributie hebben al klachten opgeleverd op het gebied van milieu en respect voor de lokale bevolking. Tegen Endesa's bouw in Chili van een dam op de Bio Bio-rivier is heftig geprotesteerd omwille van de schade aan het milieu. Maar ook de lokale indianenbevolking heeft wereldwijd de noodklok geluid omdat door de dam hun eeuwenoude traditionele grond met huizen, begraafplaatsen en bossen onder water komen te staan waardoor de Mapuchecultuur wordt vernietigd. Endesa's gebruik van water voor elektriciteit uit het Chapomeer in Chili heeft geleid tot grotere fluctuaties van het waterniveau dan toegestaan was, met grote schade aan de oevers en voor de bevolking rond het meer. Op de Canarische eilanden legt Endesa, via vriendjespolitiek(5), elektriciteitsnetten aan die schade aanrichten aan zeldzame natuurgebieden. Dat heeft tot veel protesten van milieuorganisaties en de bewoners geleid. Bovendien valt de electriciteit nu en dan eens uit...
Regelgeving aan banden ?
Naast de belangrijke vragen over de energiebedrijven die in Nederland worden toegelaten is een tweede aspect van de discussie over de privatisering nog helemaal niet aan bod gekomen. Bij privatisering wordt de regulering van energiesector automatisch aan bepaalde regels van het GATS akkoord in de Wereldhandelsorganisatie (WTO) onderworpen. Elke dienst die geen overheidsdienst moet bijvoorbeeld aan de volgende GATS-regels voldoen. Als één buitenlands bedrijf een overname van een geprivatiseerd bedrijf mag doen, kan geen bedrijf wiens land lid is van de WTO geweigerd worden om mee te dingen bij de overnames.
Zo'n bedrijf moet wel voldoen aan de Nederlandse wetten maar kan niet op basis van nationaliteit of manier van dienstverlening geweerd worden. Ook kunnen Nederlandse wetten die andere WTO-leden beschouwen als indruisend tegen het GATS-akkoord ter discussie worden gesteld in de WTO.
Het GATS-akkoord over handel in diensten wordt sinds 2000 opnieuw onderhandeld in de WTO. Bij de huidige GATS-onderhandelingen is de vraag in hoeverre Nederland en de Europese Unie de liberalisering van de energiesector zal vastleggen in de GATS-lijsten. Dat betekent dat eenmaal opengesteld voor bedrijven van alle WTO-leden, de liberalisering van de Nederlandse energiemarkt nagenoeg niet kan worden teruggedraaid, wat ook de negatieve gevolgen zijn. Bij vastleggen van de liberalisering gelden dan nog meer GATS-regels, zoals de verplichting om regelgeving en normen zo weinig mogelijk handelsbelemmerd te maken (zonder verplichtingen naar de consumenten toe). Een land die Nederlandse regelgeving wel handelsbelemmerend vindt, kan naar het WTO geschillenpanel toestappen en sancties vragen. Het GATS-akkoord verplicht overheden ook om procedures in te stellen waarbij een (buitenlandse) dienstverlener bepaalde overheidsbeslissingen kan aanklagen als hij erdoor schade berokkend wordt. Die GATS-regels worden opnieuw onderhandeld waarbij enkele landen erg aandringen om de regelgeving verder te beperken.
Bovendien bevordert de GATS een grote concurrentie in een wereldwijde markt waarin de spelers erg ongelijk zijn. Om die concurrentiedruk aan te kunnen lobbyen veel bedrijven tegen wetgeving die aan de consumenten lage prijzen, schone energie en ononderbroken energielevering garanderen zoals nu al blijkt uit de discussie in Nederland over de privatisering.
De gevolgen van het GATS-akkoord voor de vrijheid van regelgeving voor de energiemarkt verdient een grondige analyse en een uitgebreid democratisch debat, iets wat Staatssecretaris Ybema en het Ministerie van Economische Zaken tot nu toe heeft geweigerd(6). Vanaf eind juni 2002 krijgen de Europese Unie, en dus Nederland, vragen van andere landen binnen om de energiesector, en andere diensten, te liberaliseren in tegen eind maart 2003 moet de EU antwoorden of ze plannen heeft om dat te doen. Die vragen aan de EU en antwoorden van de EU worden niet openbaar gemaakt! Hoe kan een Nederland dan een goed debat over privatisering en liberalisering van de energiesector houden? Ook de vragen van de EU aan andere WTO-leden, inclusief veel ontwikkelingslanden, om bepaalde sectoren te liberaliseren worden niet openbaar gemaakt. Het kan dan ook niet duidelijk zijn of die indruisen tegen ontwikkelingsbeleid. De relatie tussen privatisering en de GATS moet dringen in de Tweede kamer aan bod komen.
Voetnoten:
(1) Endesa, Endesa Europa, 25-1-2001
(2) Endesa, Consolidated unaudited results for the year 2001, 27-2-2002, p. 12
(3) "Wat telt is geld", in Eindhovens Dagblad, 23-6-2
(4) Endesa, Consolidated unaudited results for the year 2001, 27-2-2002, p. 12
(5) Volgens Spaans financieel journalist J. Mota is Endesa een van de bedrijven die meedoet aan de vriendjespolitiek van Spaanse premier Aznar bij het privatiseren van bedrijven: C. Zoon, "Hoe premier Aznar de Spaanse markt bespeelt", in de Volkskrant, 7 juni 2001.
(6) Dat bleek duidelijk uit de antwoorden van het Ministerie aan een groep NGO's die vragen stelden over regelgeving en de GATS-onderhandelingen, en de antwoorden van de Staatssecretaris op vragen van dezelfde aard door Tweede Kamerleden.
----------------
Dit artikel is van Myriam Vander Stichele, onderzoeker en inhoudelijk directeur bij de Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen (SOMO) en lid van Attac Nederland.
SOMO is een stichting die voor niet commerciële doelgroepen onderzoek doet naar internationaal opererende bedrijven, de internationale verdragen waarbinnen multinationale bedrijven opereren, en de gedragcodes die ze gebruiken.
De case study naar Endesa werd financieel mogelijk gemaakt met de steun van de Nationale Commissie voor internationale samenwerking en duurzame ontwikkeling (NCDO) en het Humanistisch Instituut voor Ontwikkelingssamenwerking (Hivos).
Meer informatie vind je via Myriam Vander Stichele
<m.vander.stichele@somo.nl>