arch/ive/ief (2000 - 2005)

De misverstanden van de globalisering.
by Jean-Marie Harribay Tuesday April 02, 2002 at 09:16 PM
vlaanderen@attac.org http://www.attac.org/belgie/indexnl.html

In dit artikel verdedigt Jean-Marie Harribay de stelling dat de kritiek op het liberalisme ten onrechte de kritiek op het kapitalisme vervangt.

Na Genua maken de radikalisering van de oppositie tegen de "globalisering" en het geweld van de repressie het nodig de tegenstander duidelijk te identificeren. Gaat het erom het liberalisme, dat soms als neo of ultra gekwalificeerd wordt, te doen mislukken, of gaat het om wat anders ? Waarom heeft de kritiek op het kapitalisme plaats gemaakt voor die op het liberalisme en dat met de instemming van de meerderheid van de kontestanten, die zichzelf "antiliberale antiglobalisten" noemen, als het al niet "antiliberale globalisten" is ?


Een enorme misvatting is het openbaar debat ingeslopen. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt gedeeltelijk bij de opiniemakers, die de ideologie, voordelig voor het kapitalistisch systeem, propageren maar ook bij de meest radikale kontestanten, die zichzelf in een reeks valse debatten hebben opgesloten.

De hedendaagse ekonomische evolutie wordt zowel door haar apologeten als door haar kritici "liberale globalisering" genoemd. Deze konsensus is een spijtige valstrik voor hen die strijden tegen de misdrijven van de "liberale globalisering" en beweren dat "een andere wereld mogelijk is".

Het berust op een misvatting die even absurd is als verdorven. Een semantische verschuiving heeft het verschil tussen kapitalisme en liberalisme verduisterd, waarbij de kritiek op het tweede in de plaats gesteld werd van deze op het eerste, maar ten koste van een teoretische tegenstelling en een politieke verlamming.

Dat is nog niet alles, want de misvatting zelf wordt verborgen door een simplistische tegenstelling tussen tegenstanders van de globalisering en aanhangers van een bepaalde globalisering die niets te zien heeft met die, welke nu verwezenlijkt wordt. Deze korte tekst tracht bij te dragen tot het opheffen van deze misverstanden.


De globalisering is niet in de eerste plaats liberaal

Het is een vergissing de globalisering van de ekonomische aktiviteiten "liberaal" te noemen, omdat het liberalisme niet kan begrepen worden als een konkrete ekonomische en sociale organisatie, maar tot het gebied van de ideeën behoort.

Die vergissing moet des te meer betreurd worden, omdat het liberalisme twee verschillende facetten vertoont, die wel met mekaar verbonden zijn. Het liberalisme is een politieke filosofie, die het vrije individu in het middelpunt plaatst van zijn problematiek. Het is ook een ekonomische doctrine, die twee luiken bevat. Het eerste is een rechtvaardiging van het kapitalisme, die steunt op het feit dat privé-eigendom een natuurlijk recht zou zijn en dus geen gevolg van omstandigheden en afhankelijk van een historisch bepaalde maatschappij, waardoor het zoeken van het individuele belang leidt naar het algemeen belang. Daaruit volgt een normatieve diskussie over het kapitalisme, die het tweede luik vormt van het ekonomisch liberalisme: de regulering van de maatschappij moet gebeuren door het vrije spel van de marktmechanismen, buiten elke openbare tussenkomst.

In de loop van de laatste vijfentwintig jaar van de twintigste eeuw hebben we gezien dat zekere liberale voorschriften over de wereld verspreid werden: het politieke liberalisme werd herleid tot het ekonomisch liberalisme, dat gedefinieerd werd als alleen maar de vrijheid voor het kapitaalverkeer. Terwijl het politiek liberalisme de vrijheid voor allen als een fundamenteel principe verkondigt, betekent het ekonomisch liberalisme enkel de vrijheid voor de kapitaalbezitters. Ongetwijfeld heeft het ekonomisch liberalisme momenteel de strijd van de ideeën in de wereld gewonnen. Maar die overwinning is enkel het zichtbaar deel van iets veel diepers, dat zijn wortels heeft in een materiële realiteit. In weerwil van, of misschien juist dank zij zijn krisissen kent het kapitalisme, waarvan het enige doel het zoeken van winst is, een enorme verandering.

Onder bescherming van de mondiaal geworden geldmachten brengt het de uitbuiting van de loonarbied op een nooit eerder bereikt punt, in die mate dat alle menselijke aktiviteiten onderworpen worden aan het gebod van de rentabiliteit, waarbij de konkurrentie ertoe leidt dat elke kleine individuele produktie vernietigd wordt, vooral in de arme landen, en waarbij de privatisering van de openbare diensten en van de natuurlijke hulpbronnen op het programma staat van de ekonomische en politieke elites.

Niet de steeds liberaler wordende regulering van het kapitalisme is dus de oorzaak van de sociale en ekologische degradatie. Het is het systeem zelf, waarvan de overleving voor de gepriviligeerden eist dat de sociale en ekologische evenwichten verstoord worden. De verhoging van de beurskoersen vereist plannen voor herhaalde ontslagen. De verhoging van de dividenden voor de aandeelhouders vereist dat de lonen minder snel stijgen dan de prodiktiviteit.
De grote mogendheden bereiden zich voor om van de bescherming van het milieu een nieuwe bron van winst te maken: verontreinigen om daarna de verontreiniging te bestrijden en het meesterschap daarvan toe te vertrouwen aan een markt van rechten op verontreiniging.


Ze is kapitalistisch

De valstrik bereikt haar doel. In plaats van het systeem, en bijgevolg ook zijn rechtvaardiging en het projekt van zijn liberale ideologen, in vraag te stellen, wordt het debat afgeleid naar de loutere betwisting van de liberale vorm van zijn regulering. Het kapitalisme is een maatschappelijke organisatie, waarin de loonarbeid wordt uitgebuit door het kapitaal. De versnelde liberalisering van het systeem sinds vijfentwintig jaar was een keuze van de heersende klassen om een proces van herleiding tot koopwaar van de wereld te versnellen en te voltooien, waarvoor het eufemisme "globalisering" gebruikt wordt.
Wat moet betwist worden: het kapitalisme of gewoon de liberale vorm van zijn regulering ? Volstaat de beperking van de spekulatie, die mogelijk wordt door de opening van de financiële grenzen ?
Dat zou vergeten zijn dat achter de spekulatie nog steeds de kapitalistische uitbuiting staat.

Is alleen de diktatuur van de financiële markten fout ? Ze zou niet op een duurzame wijze mogelijk zijn, indien de uitbuiting van de arbeid niet versterkt werd: de financiële luchtbel is het mechanisch resultaat van onzekerheid, flexibiliteit, ontslagen en de toeëigening door het kapitaal van de toename van de produktiviteit. De spekulatie wordt gevoed met de waarde die de arbeiders in de produktie doen ontstaan.

Is de ontmanteling van de openbare diensten een gril van een te liberale WHO ? De strategie van de grote kapitalistische groepen bestaat erin zich meester te maken van kollektieve rijkdommen zoals onderwijs, kultuur, gezondheid en heel de sociale verzorging, zoals ze dat al gedaan hebben met water en vervoer. Een nieuwe rooftocht.

Is het om de financiering van de pensioenen te verbeteren dat men ze wil toevertrouwen aan pensioenfondsen ?
Neen, het is om de rentabiliteit te verhogen voor de kapitaalbezitters uit de rijke landen die zouden gaan investeren in ontwikkelingslanden. Nog een nieuwe rooftocht ten nadele van de armsten, die reeds in de problemen gebracht werden door de plannen tot strukturele aanpassingen van het IMF en de Wereldbank.

Een bewijs hiervan kan men vinden bij de verdedigers van de regularisatie van het kapitalisme. Zo was er een "linkse" volksvertegenwoordiger, die beweerde dat we onze pensioenen door de Chinezen moesten laten betalen. Een groep ekonomisten tekent en volhardt: "De bevolking van de ontwikkelde landen met veel spaargeld zou een daling van haar financiële rijkdom ondergaan, indien ze uitsluitend zou beleggen in intern kapitaal. De mondiale integratie van de kapitaalmarkten laat haar echter toe te investeren in produktief kapitaal in gebieden waar de aktieve bevolking een forse groei kent".

Moeten we afkeurend geschreeuw laten horen over G.W. Bush, die weigert het protokol van Kyoto over de uitstoot van gassen met serre-effekt te ratificeren en J. Chirac die er de toepassing van vraagt, feliciteren ? Dit protokol organiseert de privatisering van de natuur door het instellen van een markt met rechten om te vervuilen. Dit is de roof van de natuurlijke rijkdommen: in plaats van hoofdzakelijk opgevangen en vernietigd te worden door de Verenigde Staten, zal dit nu door alle rijke landen gedaan worden.

Is de verlaging van de belasting het aangekondigde kleine wonder? Ze betekent een premie voor de rijksten, opdat ze meer kapitaal zouden kunnen plaatsen, dat wil zeggen opdat ze de arbeid meer zouden kunnen uitbuiten. Terug naar het begin: roof.

Het ekonomisch liberalisme is een wijze van regulering van het kapitalisme. De uitersten van het eerste maken de misdrijven van het tweede beter zichtbaar. Kunnen wij er ons toe beperken het een aan te klagen zonder aan het andere te raken: neen aan de spekulatie, maar ja aan de uitbuiting ? De spekulatie zou bestreden worden, maar een zekere tolerantie zou aanvaard worden tegenover de uitbuiting van de arbeidskracht. Dat zou kontradiktorisch zijn, want daar de spekulatie berust op de uitbuiting, zou de kapitalistische verplichting tot uitbuiting de spekulatie onmiddellijk opnieuw doen ontstaan.

De misvatting die ertoe leidt kapitalistisch te vervangen door liberaal verzwakt de sociale beweging, want ze leidt tot een kontradiktie: terwijl men het liberalisme bestrijdt, doet de vereiste van de kapitalistische winst het voortdurend herboren worden door de noodzaak van het rechtvaardigen van het systeem en van een politieke praktijk om het in werking te stellen. De strijd tegen het kapitalisme bevat deze tegen het ekonomisch liberalisme, maar het omgekeerde is niet waar. De politieke moeilijkheid komt van het feit dat de regels van de regulering moeten veranderd worden om de voorwaarden voor het einde van het kapitalisme voor te bereiden en niet om het de eeuwigheid te verzekeren. Het in vraag stellen van het liberalisme is een noodzakelijke voorwaarde, maar het is absoluut onvoldoende.


De keuze tussen twee objektieven

Op die wijze kan de keuze tussen een antiliberale en een antikapitalistische strategie samengevat worden. Het eerste wordt heel duidelijk uitgedrukt door René Passet: "Het gaat erom, uitgaande van de verspreiding van de menselijke technologieën in de planetaire ruimte (globalisering), vragen te stellen over de houding, die moet worden aangenomen: weglating van elke poging tot politieke regulering van het fenomeen, om de ontplooiing ervan te bevorderen, met alle gevolgen van dien, of integendeel het behoud of de versterking van de politieke regulering wegens bepaalde van zijn gevolgen voor de mensheid ?"
Deze problematiek lijkt mij onvoldoende en dus vals. Ze moet vervangen worden door de volgende: uitgaande van een analyze van het kapitalisme als systeem dat de mens en de natuur enkel kan uitbuiten, als einddoel stellen het einde van dit systeem en als onmiddellijk doel het op een demokratische wijze politiek beheersen ervan, niet om het te vereeuwigen, maar om het einde ervan mogelijk te maken.

In het eerste geval wordt het kapitalisme beschouwd als een voortaan eeuwige en onveranderlijke orde, waarvan alleen de excessen moeten verbeterd worden.

In het tweede geval houdt de mens de toekomst open voor andere mogelijkheden. Aan de ene kant is er de fataliteit van de geschiedenis, aan de andere kant de zin, die men eraan geeft en alleen die.

Over globalisering en anti-globalisering spreken zonder kwalifikatie of met als kwalifikatie "liberaal" in plaats van "kapitalistisch" is onzin. De lofrede op de globalisering is uiteindelijk gestoeld op een twijfelachtige veronderstellig die aanknoopt met het liberaal naturalisme: er bestaan mensenrechten die onafhandelijk zijn van de sociale organisatie. Maar omgekeerd gebeurt de ontkenning van de universaliteit van bepaalde waarden in naam van een waarde, die voor universeel gehouden wordt: de eerbied voor alle kulturen. In beide gevallen is de verabsolutering van de globalisering een verdraaide redenering.
Vrijhandel, noch protektionisme hebben een absolute legitimiteit. Vrijhandel mag slechts vooruitgaan in verhouding tot onze kapaciteit om te voorkomen dat gemeenschappen, kulturen en menselijke bekwaamheid erdoor vernietigd worden. In dat opzicht is de mogelijkheid voor elk volk om een ruime onafhankelijkheid in de voedselproduktie te bewaren, essentieel. Protektionisme is slechts een tijdelijk middel tegen gebrek aan samenwerking en ongelijke middelen. Als de wereld naar meer ekonomische vrijheid moet evolueren, kan dat enkel door ze ondergeschikt te maken aan de menselijke vrijheid en aan het invoeren van regels voor samenwerking en niet aan regels die de overwinnig van de sterksten op de zwaksten organiseren.

De globalisering kan noch "gelukkig" zijn naar Alain Minc, noch "met een menselijk gelaat" naar Michel Candessus. Ze kan dat niet zijn zolang de enen leven ten koste van de anderen. Voor of tegen de globalisering is een vals debat, dat toelaat het echte te vermijden: voor of tegen de kapitalistische koopwaarmentaliteit.

Kiezen voor een strijd tegen het kapitalisme is geen terugkeer naar het geloof in de grote avond. Het is realistischer dan te geloven dat de wereld oneindig kan blijven draaien met zoveel onrechtvaardigheden en vernederingen. Een organisatie als ATTAC is op zichzelf noch uitsluitend antiliberaal, noch grondig antikapitalistisch. Ze bevindt zich op de verbinding van strijd op verschillende terreinen met steeds meer raakpunten: de klassentrijd in de oorspronkelijke betekenis en de strijd tegen de veelvuldige sociale en ekologische afwijkingen. Daardoor wordt ze onvermijdelijk beroerd door de tegenstellingen in de maatschappij en de verschillende verlangens, die erin tot uiting komen. Dat is geen handicap, indien het demokratisch debat blijft bestaan kan het integendeel een troef zijn om de bewustwording van het grootst mogelijk aantal mensen te versnellen. In Frankrijk is het in elk geval een van de weinige plaatsen, waar vandaag een kultuur van radikalisme gesmeed wordt. Het zou goed zijn, indien de debatten, waaraan ze sinds drie jaar een impuls gegeven heeft en die ze in het openbaar gebracht heeft, door de sociale en politieke organisaties, die zich laten vangen door een sociaal-liberalisme - dat nog gevaarlijker is dan een eenvoudig antiliberalisme - voor hun rekening genomen zouden worden.

De evolutie van het kapitalisme is zodanig dat de objektieve voorwaarden verenigd zijn voor een samenvoeging van de strijd op het gebied van de produktie - het traditionele terrein van de klassenstrijd - met deze die buiten de produktie gevoerd wordt, zoals de voeding, de ekologie, de behuizing en de openbare diensten. Deze voorwaarden zijn vandaag verenigd, omdat het kapitalisme zich van alles wil meester maken en alles wil vermorzelen met zijn ijzige logika. Het proletariaat wordt uitgebuit, omdat het een groot deel van wat het produceert, wordt afgenomen, maar het is ook vervreemd door het feit dat het kapitalisme niet alleen zijn arbeidstijd in beslag neemt, maar meer en meer alle tijd van zijn leven en zelfs de voorwaarden ervan, lucht, water en kennis.

Maar als er iets is dat het kapitaal ons moeilijk kan afnemen, dan is het onze mogelijkheid tot verontwaardiging en redeneren, die onze mogelijkheden tot verzet voeden.