De Lachende Derde by Sander Faas Monday March 25, 2002 at 11:25 PM |
Doofpot@BaTTL.nl |
Toen op elf september vorig jaar twee vliegtuigen zich in de torens van het WTC boorden, was de wereld geschokt en verbijsterd. Geschokt door de gewelddadigheid van de aanslag en verbijsterd door de kennelijke zinloosheid er van.
Welk doel kon zo'n gruweldaad dienen? Wie, bij zijn volle verstand, dacht hier beter van te worden? Niets of niemand, was het eensluidende antwoord van de leiders van deze wereld. De aanslag op het WTC werd alom bestempeld een doelloze daad van een krankzinnige geest.
De persoon die deze krankzinnige geest in zich droeg werd door de regering van de Verenigde Staten geïdentificeerd als Osama Bin Laden. En hoewel het juridisch bewijs tot op heden op zijn best mager genoemd kan worden, twijfelen maar weinigen aan de juistheid van deze aanklacht.
Ook over het motief bestond onder de wereldleiders grote eensgezindheid. De aanslag was een aanval op de (Westerse) beschaving, voortgekomen uit pure jaloezie over "onze" verworvenheden en een diepgewortelde haat tegen vrijheid en democratie. Vrij vertaald betrof het hier een wraakactie van een psychopathisch kind dat het niet kon velen dat zijn klasgenootjes mooier en beter speelgoed hadden. Althans volgens de wereldleiders.
Dat de voorbereiding en uitvoering van de aanslag wezen op een goed georganiseerde, goed getrainde en vooral zeer gemotiveerde groep mensen, werd hierbij naar de achtergrond verdrongen. Dat de verantwoordelijk geachte organisatie al eerder van zich had laten horen, werd enkel naar voren gebracht om haar duivelse inborst te onderstrepen. Dat die organisatie bij die eerdere gelegenheden een duidelijk eisenpakket op tafel had gelegd, werd voor het gemak vergeten. Het werd in ieder geval niet serieus genomen.
Nu, zes maanden later, lijkt de situatie toch een andere.
Na de aanslag zwoor Amerika wraak en President Bush beloofde het Amerikaanse volk de verantwoordelijke te straffen. Als eerste was Afghanistan aan de beurt, daar dat land gezien werd als de bakermat van Al-Qaida, het terroristische netwerk van Osama Bin Laden. Helaas voor de Amerikanen heeft zes maanden oorlog nog niet veel meer opgeleverd dan een nieuw bewind in Kabul en een overschot aan gevangengenomen soldaten van de Taliban en een mêlee van strijders van allerlei nationaliteiten, al dan niet gelieerd aan Al-Qaida. De hoofdverdachten zijn echter nog steeds op vrije voeten.
Mede uit frustratie hierover zijn de Verenigde Staten zich vandaag de dag aan het warm lopen voor militaire acties tegen Irak. In de ogen van de V.S. is dit land de grootste steunpilaar van het georganiseerde terrorisme. Althans de grootste steunpilaar waar men zonder al te veel kleerscheuren tegen op kan treden.
Om daadwerkelijk tot actie te kunnen overgaan hebben de Amerikanen echter de steun nodig van de Arabische wereld. Een Arabische wereld die voor het merendeel alles behalve positief staat ten opzichte van het regime in Bagdad.
Maar er is één probleem en dat is het Palestijns-Israëlische conflict.
Geen van de huidige Arabische machthebbers kan het zich permitteren de Amerikanen openlijk te steunen. Zeker niet nu het geweld tussen de beide groepen de laatste tijd haast groteske vormen aanneemt.
Als Amerika daadwerkelijk Saddam Hoesein uit het zadel wil wippen, zal het zijn politiek aangaande het Palestijnse vraagstuk drastisch moeten wijzigen. En de eerste tekenen daarvan zijn al zichtbaar.
Het indienen van een resolutie bij de Veiligheidsraad betreffende het erkennen van het bestaansrecht van een Palestijnse staat en de ongekend harde kritiek op het Israëlische optreden, kunnen zonder meer uitzonderlijk genoemd worden. Het lijkt er op dat de V.S. omwille van een, in hun ogen, hoger belang eindelijk gaan aansturen op (gewapende) vrede tussen Israël en de Palestijnen.
En daarin schuilt een hoge mate van ironie.
In hun ijver om gedane beloften in te lossen – "het wordt een lange, wereldomvattende oorlog" – lijken de Amerikanen met terugwerkende kracht de aanslag op het WTC een begin van legitimatie te verschaffen.
Het is namelijk niet aannemelijk dat zonder die aanslag de Amerikanen nu niet op het punt hadden gestaan grootscheepse militaire acties tegen Irak te ondernemen. En zonder die intentie zou er nu geen noodzaak zijn de Arabische landen gunstig te stemmen. En zonder die noodzaak hadden de V.S. hun politiek aangaande het Palestijns-Israëlische conflict naar alle waarschijnlijkheid niet gewijzigd.
En een wijziging van die politiek stond nu juist hoog op het eisenlijstje van Al-Qaida .
Dat hij deze gang van zaken van te voren zo heeft uitgedacht is niet waarschijnlijk, maar op dit moment kan Osama Bin Laden met recht worden betiteld als de lachende derde.
Sander Faas
Amsterdam / 24.03.02