arch/ive/ief (2000 - 2005)

Een inleiding tot de GATS.
by Maude Barlow. Saturday March 23, 2002 at 11:15 PM
vlaanderen@attac.org

De Wereldhandelsorganisatie is verre van dood en begraven. Het Algemene Akkoord voor de Handel in Diensten, beter bekend als GATS, vormt een zoveelste neoliberale aanval op onze samenleving. Deze keer staan onze publieke diensten op het spel. Attac bouwt momenteel samen met bewegingen van over heel Europa aan een Europees anti-GATSfront. Dit zou moeten resulteren in een massale Europese anti-GATS-betoging in Brussel begin 2003. Hieronder een inleiding tot de GATS.

Inleiding

De stopzetting van de Milleniumronde van de Wereldhandelsorganisatie (WHO) in Seattle in Washington in november 1999 was een ramp. De wereld van de ‘haute finance' en de internationale handel voelt de gevolgen ervan nog steeds. De meest ambitieuze vrijhandels-onderhandelingen in de wereldgeschiedenis eindigden als een volslagen mislukking. Of toch niet?

Enkele maanden na het optrekken van de rook en het traangas en nadat de vele duizenden manifestanten, overheidsfunctionarissen en verslaggevers naar huis waren teruggekeerd, startte een nieuwe ronde van gesprekken, ditmaal onder de auspiciën van de Algemene Overeenkomst over de Handel in Diensten (General Agreement on Trades in Services – GATS) in Genève . Met welk mandaat? Het openbreken van het uitgebreide stelsel van overheidsdiensten en deze op elk niveau blootstellen aan de onbuigzame discipline van de Wereldhandelsorganisatie en zo alle overheidstaken blootstellen aan de ‘koude douche' van de internationale competitie.

WHO-functionarissen verzekeren dat zij een mandaat hebben voor deze onderhandelingen; zij merken trots op dat de diensten het enige discussiepunt zonder interne meningsverschillen waren. Buiten het bereik van de publieke opinie, en met weinig kritisch onderzoek van de media, ondernemen onze regeringen nu met volle toewijding de meest verregaande internationale handelsdialoog die ooit is ondernomen. Tenzij de burgers van de wereld ontwaken - zoals met het beruchte Multilateral Agreement on Investment (MAI) gebeurde - zullen we alles wat overschiet van onze fundamentele rechten zoals gedefinieerd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van de Verenigde Naties verliezen.


Wat is de GATS?

De Algemene Overeenkomst voor de Handel in Diensten (GATS) is een van de meer dan twintig handelsovereenkomsten die door de WHO beheerd en uitgevoerd worden. De GATS werd in 1994 gevestigd, bij de besluiten van de Urugay-ronde van de GATT (General Agreement on Tariffs and Trade) en was één van de handelsakkoorden die de WHO bij haar oprichting in 1995 toebedeeld kreeg. Het was de bedoeling dat de onderhandelingen na vijf jaar een begin zouden maken aan het ‘geleidelijk opvoeren van de liberaliseringen'. Deze onderhandelingen gingen volgens plan van start in februari 2000, voorgezeten door de Canadese ambassadeur bij de WHO (en voormalige minister van internationale handel) Sergio Marchi. Het bereiken van een algemene overeenkomst in december 2002 is het gezamenlijke doel van Europa, de Verenigde Staten en Canada.

Het mandaat van de GATS is de liberalisering van de dienstenmarkt en de geleidelijke opheffing van overheids‘barrières' voor de internationale concurrentie in de dienstensector. De GATS zijn wat men noemt een ‘multilateraal raamakkoord', wat betekent dat haar algemene opdracht bij het begin is vastgelegd en dat dan - tijdens een proces van permanente onderhandelingen - nieuwe sectoren en regels toegevoegd worden.

In essentie heeft de GATS een mandaat om de overheidsinitiatieven inzake diensten te beperken door een reeks van wettelijke bindende beperkingen, waarbij de WHO sancties kan opleggen. De meest fundamentele doelstelling is de beperking van de handelingsruimte voor alle niveaus van de overheid in het verlenen van diensten en het voor transnationale ondernemingen gemakkelijker maken om toegang te krijgen tot een aantal domeinen, waaronder gezondheidszorg en onderwijs.

Vooruitlopend op deze gesprekken vroeg Charlene Barshefsky, de handelsvertegenwoordigster van de Verenigde Staten, aan de machtige Amerikaanse lobby-groep ‘Coalitie van de Bedrijven in de Dienstensector' (Coalition of Service Industries - CSI) wat het graag in de GATS-overeenkomst zou opgenomen zien. De Europese Commissie deed hetzelfde met haar industrie-coalitie, het ‘Europese Diensten Forum' (European Services Forum - ESF). Voor zichzelf hebben deze groepen de volgende prioriteiten voor de liberalisering van diensten opgesteld: gezondheidszorg, ziekenhuiszorg, thuiszorg, tandverzorging, kinderverzorging, ouderenzorg, onderwijs (lager, secundair en hoger), bibliotheken, recht, sociale bijstand, architectuur, energie, watervoorziening, milieubescherming, vastgoed, verzekeringen, toerisme, postdiensten, transport, uitgeven, uitzenden (broadcasting) en vele anderen.

De Verenigde Staten hebben hun positie duidelijk gemaakt. "Het mandaat van de onderhandelingen is ambitieus: belemmeringen op de handel in diensten opheffen en de toegang tot de markt mogelijk maken, zij het met specifieke beperkingen. Het is onze uitdaging te komen tot een belangrijke verwijdering van belemmeringen over de gehele dienstensector en ons daarbij te richten op wetsregels die momenteel onder het GATS-regime vallen en potentiële maatregelen die nog niet onder de de GATS vallen." In mensentaal betekent dit dat de 137 leden van de WHO zich akkoord verklaard hebben om hun dienstensector te onderwerpen aan vrijhandelswetten en terzelfdertijd de macht van de WHO versterken die de gezondheidszorg, voedselveiligheid en milieubeschermingswetten in tientallen landen afgebroken heeft.


Geschiedenis van de WHO.

Om te begrijpen hoe het mogelijk is dat onze regeringen onze meest elementaire rechten weg-verhandelen terwijl niemand er iets van weet en niemand daarvoor gestemd heeft, is het nodig terug te gaan naar de oorsprong van het wereldhandelssysteem. In 1947 werd een nieuwe handelsentiteit, de Internationale Handels Organisatie (IHO), in het leven geroepen. Deze had een heel ander mandaat dan de WHO. Zij moest een gereglementeerde wereldhandel promoten, onder de jurisdictie van de Verenigde Naties (VN) en binnen haar sociaal mandaat. Algemene tewerkstelling en sociale- en mensenrechten gegarandeerd door de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en de daaraan verbonden convenanten, behoorden tot dit mandaat. De IHO had zelfs het recht de transnationale handel te regelen om te verzekeren dat ze in dienst bleef van deze sociale doelstellingen.

Maar de IHO werd vernietigd door de VSA, die een heel ander globaal handels- en investeringssysteem wenste uit te bouwen: minder, niet meer, reglementering was hun doelstelling. De VSA schiepen de GATT en zorgden ervoor dat deze niet onderworpen werd aan de jurisdictie van de VN. Sedert zijn ontstaan in 1947 zijn er acht onderhandelingsrondes geweest. De eerste zes ronden betroffen uitsluitend het verminderen van de tarieven voor de grenstaksen. De groeiende macht van de GATT bleef aldus lang onopgemerkt door de civiele samenleving.

Maar tijdens de zevende ronde, de "Tokyo ronde" (1973-1979) zag de "Washington Consensus" het levenslicht: een globaal economisch model gegrondvest op de principes van privatisering, deregulering en vrijhandel. In dezelfde periode kenden de gigantische transnationale corporaties een enorme bloei. Zij werden nu globale spelers die ontsnapten aan nationale regulering en wensten eveneens verdere deregulatie. Hieronder bevonden zich enorme diensten-corporaties die begerig hun oog lieten vallen op de overheidsmonopolies, vooral in de sociale sector.

Voor het eerst ging de GATT zich bezighouden met niet-tarief obstakels voor vrijhandel. Overheidsbeleid, - regulering en -ingrijpen, zoals milieuwetgeving en sociale programma's, die invloed konden hebben op de handel, rekende zij voortaan tot haar domein. De Uruguay Ronde (1986-1994) verruimde dramatisch het veld van de GATT. Diensten werden voor de eerste keer genoemd en veel gebieden die normaal niet met handel geassocieerd worden kwamen binnen het werkveld van de onderhandelingen. NGO's, sociale- en milieu-organisaties beseften plotseling dat er, terwijl zij zich toespitsten op regeringen en de VN, een machtsverschuiving had plaatsgevonden ten gunste van globale handelsregimes.

Van bij het ontstaan was de WHO machtiger dan eender welke andere internationale actor. De architecten van de definitieve agenda van de Uruguay Ronde wilden een organisatie oprichten die uitgerust is met regels die de globale economie regelen en die over de macht en instrumenten van een globale regering beschikte. Was de GATT een zakencontract tussen naties dan was de WHO een wettelijk persoon, met een internationale status vergelijkbaar met die van de VN, en daarenboven uitgerust met de macht om sancties te geven bij het niet naleven van de regels.

In tegenstelling tot andere globale instituties heeft de WTO de wettelijke en juridische kracht om de wetten, de gewoonten en het beleid van staten aan te vallen. Ze kan deze omverwerpen indien ze de handel belemmeren. De WHO heeft geen minimumstandaarden om werk, mensenrechten, sociale of milieu-standaarden veilig te stellen. Op één keer na heeft de WHO elke keer zij een plaatselijke regel over gezondheid, voedselveiligheid, tewerkstelling, eerlijke handel of milieureglementen betwistte, het pleit gewonnen. De laatste zes jaar tonen de operaties van de WHO duidelijk aan dat zij het meest machtige, antidemocratische orgaan op aarde geworden is. Zij meet zich de macht van een wereldregering aan en zoekt actief haar macht en invloedsruimte uit te breiden.


Transnationale Diensten.

Diensten zijn de snelst uitbreidende sector in de internationale handel. Gezondheid, onderwijs en water zijn daarbinnen de sectoren met het beste perspectief op winst. Wereldwijde uitgaven voor water overstijgen de 1 trillioen dollar, voor gezondheid de 3.5 triljoen dollar en voor opleiding de 2 triljoen dollar. Deze en andere sociale sectoren zijn het jachtgebied geworden van transnationale handelscorporaties. Door de publieke diensten te onderwerpen aan de regels van de internationale competitie en aan de discipline van de WHO beogen zij niets anders dan deze te ontmantelen

In de Verenigde staten is gezondheid een winstgevende zaak geworden. Reusachtige gezondheidscorporaties zijn op de beurs van New York genoteerd. Rick Scott, voorzitter van Columbia, de grootste private ziekenhuisonderneming, beschouwt gezondheid als een gewoon handelsproduct vergelijkbaar met luchtvaart. Hij beloofde elk openbaar hospitaal in Noord Amerika te vernietigen omdat ze geen "goede private burgers" (good corporate citizens) zijn. Investeringshuizen, zoals Merrill Lynch, voorspellen dat het openbaar onderwijs in de komende tien jaar wereldwijd geprivatiseerd zal worden zoals dat reeds gebeurde met de gezondheidszorg.
Zij schatten onovertroffen winstmogelijkheden op dit gebied. De Europese Unie verklaarde recent dat aan het einde van dit decenium iedere publieke school gelinkt moest zijn aan een bedrijf. De verovering van buitenlandse markten is een sleutelstrategie geworden van hoger onderwijsinstituten over de hele wereld.

In veel werelddelen is men reeds druk doende om de openbare infrastruktuur te ontmantelen om aan de structurele voorwaarden van het IMF te voldoen. Om in aanmerking te komen voor schuldverlichting werden dozijnen ontwikkelingslanden de voorbije 20 jaar gedwongen sociale programma's af te bouwen. Dit bood buitenlandse bedrijven de kans om hun opleidings‘producten' ter plaatse te verkopen aan het betaalkrachtige deel van de bevolking. Miljoenen anderen verloren daardoor de toegang tot onderwijs. Latijns-Amerikaanse landen beleven een invasie van Amerikaanse gezondheidsbedrijven. Aziatische landen laten filialen van buitenlandse universiteiten en gezondheidsketens toe. Momenteel verplicht de Wereldbank diezelfde landen om het water te privatiseren. Ze werkt daarvoor openlijk samen met watergiganten zoals Vivendi and Suez Lyonnaise des Eaux.

Via de GATS-onderhandelingen trachten deze corporaties het dalende aantal landen die nog een monopolie hebben op openbare diensten, te dwingen dit op te geven. Zij willen bindende, universele en onomkeerbare wetten die hen de toegang garanderen om te concurreren voor overheidsdienstencontracten overal ter wereld. En ze hebben succes: meer dan 40 landen, waaronder al de Europese landen, hebben onderwijs op de GATS-lijst van te liberaliseren sectoren gezet. Op die manier zou de onderwijssector opengesteld worden voor concurrentie van buitenlandse bedrijven. Meer dan 100 landen deden hetzelfde voor gezondheidsdiensten. Het wordt steeds moeilijker voor landen om tegen de stroom op te roeien.


Wat staat er in de GATS?

De bestaande GATS-overeenkomst is reeds zeer zorgwekkend. Het is bijvoorbeeld zeer breed. Het bestrijkt alle dienstensectoren, aanbodsmechanismen en de meeste overheidsmaatregelen, inclusief wetten, reglementen, aanbevelingen en gebruiken – geschreven én ongeschreven. Geen enkel overheidsingrijpen dat de handel in diensten beïnvloedt, wat daar ook de bedoeling van moge zijn, bescherming van het milieu of de consument, universele toegang of arbeidsstandaarden, valt buiten het bereik van GATS.

In essentie verbiedt de overeenkomst discriminatie van een buitenlandse handelaar in alle overeengekomen sectoren, ongeacht de condities waarin de diensten verstrekt worden en de reputatie van het bedrijf betreffende mensenrechten of milieuvriendelijkheid. Er is ook overeengekomen dat sommige regels ‘horizontaal' of over de hele linie van toepassing zijn, of de betrokken sectoren nu reeds geregistreerd zijn bij GATT of niet. Een voorbeeld van zo'n horizontale regel is de regel van "de meest begunstigde natie" die bepaalt dat vanaf het moment dat bedrijven van een bepaald land opereren in een specifieke nationale markt, andere bedrijven van eender welk land toegelaten moeten worden. Deze regel is van toepassing op alle dienstensectoren, zelfs op deze sectoren die in sommige landen nog beschermd worden, zoals gezondheidszorg en onderwijs. Onder de horizontale regel moet de wetgeving voor gelijk welke sector ook zo weinig mogelijk handelsbelemmerend zijn (‘Least Trade Restrictive') en leden van de WHO moeten bereid zijn alle sectoren open te stellen voor marktmechanismen, inclusief sociale programma's.

Momenteel komen openbare diensten technisch gezien nog in aanmerking voor uitzondering. Sommige landen eisten aldus uitzondering voor hun sociale zekerheid. Maar artikel 1.3.C van de GATS bepaalt dat een dienst volledig gratis geleverd moet worden, wil die als overheidsdienst gecatalogeerd staan. Dat betekent dat de sector in kwestie volledig gefinancieerd moet worden door de overheid en geen enkele commerciële doelstelling mag hebben. Elke overheidsdienst die op commerciële basis aangeboden wordt, zelfs al is het zonder winstoogmerk, valt onder de GATS-regels, net zoals overheidsdiensten die publiek aangeboden worden maar concurreren met commerciële aanbieders. Aangezien geen enkele dienstensector volledig vrij is van commerciële activiteiten is deze uitzondering zinloos.


Wat wordt voorgesteld voor de GATS.

In zijn nieuw boek: ‘GATS, How the WTO's New ‘Services' Negotiations Threatens Democracy' (‘GATS, hoe de WHO's nieuwe dienstenonderhandelingen de democratie bedreigen') identificeert Scott Sinclair, een Canadese onderzoeker, de drie prioriteiten in de huidige onderhandelingsronde.

1. GATS-functionarissen zullen trachten de toegang tot binnenlandse markten te verruimen. Regeringen zullen onder druk gezet worden om meer dienstensectoren op de lijst van te liberaliseren sectoren te zetten en minder uitzonderingen te maken. Het krachtigste wapen zal erin bestaan druk uit te oefenen om het ‘Nationale behandeling'-principe horizontaal te laten toepassen. Het ‘Nationale behandeling'-principe is een fundamentele leerstelling van de vrijhandel. Het verbiedt regeringen om de eigen sectoren te beschermen tegen buitenlandse bedrijven (Noot van de editor: het principe houdt in dat de overheid verplicht is iedereen die een bepaalde dienst aanbiedt, ongeacht of het een privaat of publiek, binnenlands of buitenlands bedrijf is, op dezelfde manier te behandelen). Op dit moment is het ‘Nationale behandeling'-principe van toepassing op bepaalde dienstensectoren opgenomen in de GATS. Het doel is echter om het op alle dienstensectoren van toepassing te maken, inclusief sociale programma's.
De machtige, noordelijke staten zullen ook druk uitoefenen op ontwikkelingslanden om een gegarandeerde, onomkeerbare toegang te krijgen tot hun markten (‘Market Access provisions') en nog andere beleidsopties te elimineren. Op die manier wordt de democratische autoriteit van de regeringen ondergraven.

2. GATS wil ernstige beperkingen inbouwen voor lokale regelgeving die de vrijhandel hindert. Plaatselijke overheden zien daarbij hun mogelijkheid om gezondheids- , milieu en andere standaarden in te voeren sterk ingeperkt. Artikel VI:4 vraagt om ontwikkeling van de "nodige disciplines" om te verzekeren dat "regelgeving met betrekking tot kwalifikatie vereisten, technische procedures, standaarden en licenties, geen onnodige barrières voor vrijhandel vormen". Deze disciplines zouden eveneens horizontaal toepasbaar moeten zijn. Regeringen zouden moeten aantonen dat nieuwe regels, standaarden en wetten "noodzakelijk" zijn om een door het WHO vastgelegd doel te bereiken en dat er geen ander, de vrijhandel minder hinderend alternatief mogelijk is.

3. De nieuwe gesprekken hebben als doel nieuwe GATS-regels en -beperkingen te ontwikkelen om regeringssubsidies zoals die gebruikt worden bij openbare werken, gemeentediensten en sociale programma's verder te beperken. Een bijzonder bedreigende ontwikkeling is de vraag voor een uitbreiding van de ‘Commerciële Aanwezigheids' wetten (‘Commercial Presence'). Deze wetten laten aan iedere ‘investeerder' uit een GATS-land toe, een vestiging in eender welk ander GATS-land te openen, en er niet enkel op commercieel vlak te concurreren met alle aanbieders op de binnenlandse markt, maar ook met binnenlandse publieke instellingen te concurreren voor publieke fondsen.

Al deze voorstellen samen zullen de invloed van de WHO in het dagelijkse beleid van nationale regeringen gevoelig uitbreiden. Sinclair stelt: "Het komt erop neer dat de verantwoordelijkheid voor het behoud van het delicate evenwicht tussen algemeen belang en commerciële belangen meer en meer van verkozen regeringsleden naar aangestelde rechtbanken en panels van de WHO verschoven wordt".


Welke impact heeft de GATS op jou.

Elk onderdeel van het openbaar leven zal door de GATS beïnvloed worden. Nu reeds ondergaat ieder land onder invloed van economische globalisering een grondige transformatie. Rijkdom stroomt naar de top terwijl een groeiende economische kloof diegenen die voordeel halen uit het systeem van een toenemende sociale onderlaag scheidt. De oude droom van universele rechten wordt overboord gegooid om zoals Jonathan Kozol, een Amerikaans schrijver, het noemt een systeem te installeren dat de "overleving van de kinderen van de sterksten" verzekert. Een gelaagd systeem van scholen en gezondheidszorg wordt de algemene norm. In een dergelijk systeem worden er topscholen en - gezondheidszorg gecreëerd voor de wereldelite en een
minderwaardig (of helemaal geen) systeem voor de rest die niet meetelt.

GATS dient deze maatschappijvisie die de universele sociale rechten zoals vastgelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens ontkent. Onder het voorgestelde GATS-regime zullen private bedrijven voor gezondheid en onderwijs het recht hebben zich overal ter wereld te vestigen en voor publieke middelen te concurreren met openbare instellingen zoals hospitalen en openbare scholen. Standaarden voor werknemers in de gezondheids- en onderwijssector zullen ondergeschikt gemaakt worden aan de WHO-regels en er zal nagegaan of ze de vrijhandel niet hinderen. Buitenlandse private onderwijsbedrijven zullen het recht krijgen diploma's uit te reiken. Levering van geneesmiddelen door buitenlandse bedrijven (‘telemedicine services') zal legaal toegelaten worden. Landen zullen niet in staat zijn beperkingen op te leggen aan grensoverschrijdende concurrentie door gezondheids- en onderwijswerkers met lage lonen.

Nu reeds heeft de WHO een privé firma ingehuurd, ‘The Global Alliance for Transnational Education' om wereldwijd gegevens te verzamelen over nationaal beleid dat "buitenlandse onderwijsbedrijven discrimineert". Het resultaat van deze ‘studie' zal gebruikt worden om druk uit te oefenen op landen die nog altijd een openbare onderwijssector behouden om hun onderwijssector open te stellen voor de globale markt.

Landen zullen niet enkel niet langer in staat zijn om hun sociale zekerheid en openbaar onderwijs met publieke middelen te financieren (welke regering kan zowel haar eigen publieke sector financieren als alle buitenlandse bedrijven die dezelfde fondsen vragen?), maar private firma's zullen deze diensten die nu beschouwd worden als fundamentele rechten (onderwijs en cultuur) onderwerpen aan marktmechanismen en ze beschouwen als winstopportuniteiten. De WHO heeft het over de ‘onderwijsmarkt' en maakt onderwijs, opleiding en onderzoek systematisch ondergeschikt aan marktmechanismen. Op dezelfde manier wordt lokaal beleid om de culturele diversiteit van gemeenschappen, minderheden en landen veilig te stellen, door de WHO gezien als obstakels voor de vrijhandel en dus bestemd om uit te sterven.

In feite is wereldwijde economische en culturele harmonie het doel, zegt een Amerikaanse topman van de WHO, en hij voegt eraan toe: "in de grond zal het pas eindigen als buitenlanders uiteindelijk beginnen te denken, handelen en – vooral - consumeren als Amerikanen".

De GATS heeft eveneens bevoegdheden op het vlak van milieudiensten en bescherming van natuurlijke hulpbronnen. Onze parken, ons wild, onze rivieren en wouden kunnen allemaal omgevormd worden tot marktgoederen als transnationale ‘milieudiensten'-firma's vragen om ze onder het competitiemodel te brengen. Private kinderopvangbedrijven en private gevangenisbedrijven, zoalsWackenhut met haar reputatie voor geweld en misbruik tegen de gevangenen en de werknemers, kunnen zich in ieder land vestigen.
Virtueel onbegrensde toegang tot gemeentelijke contracten in de bouw, de riolering, afvalverwerking, toerisme en waterleiding zouden gegeven kunnen worden aan buitenlandse ondernemers. De moedige weerstand van de Cochabamba bevolking uit Bolivia tegen een door de Wereldbank opgelegd schema voor de privatisering van het water, waarbij de gigant Bechtel verplicht werd het land te verlaten, zou onmogelijk geweest zijn onder een uitgebreid GATS-akkoord.

Eenvoudig gesteld: het publieke domein, of wat er van overblijft, zou volledig onder vuur liggen. Wat eens behoorde tot het gemeenschappelijke erfgoed: zaden, genen, water en lucht, cultuur, gezondheidszorg en onderwijs zou nu geprivatiseerd worden, gereduceerd tot koopwaar dat verkocht wordt aan de meest biedende. Landen zoals Canada en Frankrijk die nu een nationale, universele gezondheidszorg en onderwijs hebben en hoog inschatten, zouden dit verliezen. Landen zoals Chili en Groot-Brittanië die ooit universele sociale programma's hadden, of de VSA die nooit openbare gezondheidszorg hadden, zouden een goed toekomstig alternatief zien verloren gaan. Dit geldt eveneens voor landen zoals India en Zuid Afrika die nu ijveren om hun burgers zulke rechten te verzekeren..


Wat kunnen we doen.

Wat duidelijk dringend nodig is, is een internationale beweging zoals degenen die samenkwam om het MAI te bevechten en verder ging om de straten van Seattle af te sluiten.

We hebben onderzoek nodig naar ieder aspect van de GATS, in ieder land. En we moeten dit onderzoek uitwisselen.

We moeten een gemeenschappelijk front vormen in ieder land. Dit front moet alle betrokken sectoren omvatten: onderwijzers, gezondheidszorgwerkers, vakbonden, milieubewegingen, boeren, schrijvers, kunstenaars, vrouwen, ouderen, mensen uit de hele wereld.

Binnen sectoren met een internationale dimensie moeten solidaire verbanden komen over de grenzen heen.

Wij hebben GATS-vrije zones nodig, net zoals dat het geval was in de MAI-campagne in universiteiten, hoge scholen, kerken en lokale gemeenschapskernen. We moeten naar onze gemeentelijke overheden stappen en resoluties stemmen tegen de GATS. We moeten brieven schrijven naar onze overheden, we moeten artikels schrijven voor onze lokale kranten en voor alternatieve publicaties. Kort gezegd: GATS moet een door iedereen gekend en gehaat woord worden.

We hebben drie basis-eisen:
1. Een volledig moratorium op deze GATS-onderhandelingen en op de draconische wetsbepalingen in de huidige overeenkomst, zoals de aanval op lokale regelgeving. Het is absoluut onaanvaardbaar dat onze regeringen achter gesloten deuren onderhandelen om onze rechten ten gunste van bevriende bedrijven verkwanselen. Dit moet onmiddellijk eindigen en wij moeten deze situatie aan het publiek duidelijk maken. In essentie eisen wij dat het gemeenschappelijke, publieke eigendom volledig uit de vrije handelsovereenkomsten verwijderd worden.
2. Wij moeten waterdichte garanties eisen van onze regeringen dat geen enkele toekomstige GATS-onderhandeling onze regering kan verhinderen om publieke diensten en sociale programma's voor hun burgers op te zetten, inclusief gezondheidszorg, onderwijs, culturele programma's, bescherming van milieu en natuur en gemeenschapsdiensten. Wij hebben een GATS nodig dat deze nationale programma's over heel de wereld versterkt door internationale wetgeving.
3. Tenslotte moeten wij bouwen aan een ware betrokkenheid van de burgersamenleving bij de wetten die de internationale handel en financies regelen. Het wordt tijd dat onze regeringen beseffen dat wij een beweging zijn die niet zal verdwijnen. Wij beseffen dat onze regering niet naar ons zal luisteren omdat wij goede argumenten hebben maar omdat wij politieke macht hebben. Wij moeten trachten een globale democratie op te bouwen waarin de overheid ten dienste staat van het volk, waarin de overheid haar betrokkenheid op de mensenrechten respecteert en een goed ecologisch beleid voert. Wij zullen niet in stilte toezien hoe deze rechten verhandeld worden.


Wij zegden nee tegen de MAI, wij zegden neen tegen de WHO-milleniumronde, wij zeggen nee tegen de GATS. En wij zullen gehoord worden!


----------------------
Maude Barlow is de nationale voorzitster van ‘The Council of Canadians', Canada's grootste ‘public advocacy' groep, en directrice van het ‘International Forum on Globalization'. Zij publiceerde recentelijk, samen met Tony Clarke, ‘Global Showdown: How the New Activists are Fighting Global Corporate Rule'.

----------------------
Deze tekst werd vertaald door Leona Maes en Gaetan Regniers en ge-edit door Stijn Oosterlynck voor Attac-Vlaanderen. Deze tekst mag/moet vrij verspreid worden mits volledige bronvermelding.