arch/ive/ief (2000 - 2005)

Wat is globalisering?
by Socialistische Jonge Wacht Thursday March 21, 2002 at 07:23 PM
sjw_jgs@hotmail.com 02/523 40 23 Plantinstraat 29, 1070 Brussel, http://go.to/sjw

Globalisering is een modewoord. Het dekt vele ladingen en wordt in zekere zin een vaag begrip: ‘de wereld is ons dorp', ‘MacDonaldisering', de ‘dictatuur van het financieel kapitaal'… Het economisch proces van globalisering kan je enkel begrijpen wanneer je het kadert in de lange termijn-ontwikkeling van het kapitalisme.

Globalisering is een modewoord. Het dekt vele ladingen en wordt in zekere zin een vaag begrip: ‘de wereld is ons dorp', ‘MacDonaldisering', de ‘dictatuur van het financieel kapitaal'… Het economisch proces van globalisering kan je enkel begrijpen wanneer je het kadert in de lange termijn-ontwikkeling van het kapitalisme. Deze wordt gekenmerkt door een golfbeweging, waarbij decennia van groei afgewisseld worden met neergaande fasen. De vertraging van de groei nu, die zich uit in de daling van de winstvoeten, is immanent aan het economisch functioneren van de kapitalistische productiewijze en heeft vooral te maken met de toenemende inzet van constant kapitaal, b.v. technologie. De heropleving echter is exogeen, d.w.z. is te wijten aan factoren die buiten het normale economisch functioneren liggen. Een crisis kan bijvoorbeeld worden opgelost door ze te exporteren (door de uitbuiting van het zuiden), door revolutionaire technologie in te zetten die de productiviteit enorm doet stijgen, maar vooral door de uitbuiting te versterken, d.w.z. mensen harder en langer te laten werken voor minder loon.

Op die manier moet je de enorme groeibeweging van na de Tweede Wereldoorlog bekijken. Inzet van nieuwe technologie maakte enorme productiviteitsstijgingen mogelijk, maar vooral de nederlaag die de arbeidersbeweging had geleden onder het fascisme, maakt een verscherpte uitbuiting mogelijk. Onder het fascisme vergrootte de uitbuitingsgraad 300 %, en werden alle organisaties die de werkende bevolking vertegenwoordigden, ontbonden. Daarnaast speelde de ontgoocheling door de stalinistische degeneratie in de Sovjet-Unie en het mislukken van de Duitse en Spaanse revolutie door de politiek van het Kremlin een belangrijke rol.

In het begin van de jaren '70 echter kwam de naoorlogse groei tot stilstand, en ontstond een crisis die door de oliecrisis van '73 nog werd verscherpt. De winstvoeten slonken, maar het kapitaal had tegenover zich relatief sterke vakbonden, die het herstel van de winst ten nadele van de werkende bevolking verhinderden.

Wat men vaak het ‘neoliberaal offensief' heet, is het antwoord op die situatie, en tegelijk de grondslag van wat men nu onder de noemer ‘globalisering' begrijpt. Globalisering is geen natuurproces. Het is het resultaat van een ganse reeks politieke beslissingen, met als doel de neergaande golf van het kapitalisme sinds '73 te keren en de winstvoeten van het kapitaal te herstellen. Binnen het kader van het huidig stelsel kan dit enkel door de crisis af te wentelen op de werkende bevolking.

Dat het om politieke beslissingen gaat, impliceert dat er ook verantwoordelijkheden zijn aan te duiden. Het gaat bijvoorbeeld om Thatcher die de obligatie- en aandelenmarkten liberaliseerde, of de CVP-PVV regeringen in de jaren tachtig die de loonstop en indexsprongen doorvoerden,… Mensen moeten langer en onregelmatiger werken (‘flexibilisering'), in onzekere statuten, voor lagere lonen in rotjobs (denk maar aan de pizzabesteller op de motorfiets). In die mate zelfs dat een laag van ‘working poor' ontstaat: mensen die werken, maar toch niet voldoende verdienen om uit de armoede te geraken. Opdat mensen toch dergelijke vernederende, onderbetaalde jobs zouden aanvaarden, is dwang noodzakelijk. De actieve welvaartstaat is dan ook het logisch vervolg van het neoliberaal offensief.

Door de liberalisering van de markten wordt de machtsbasis van de arbeidersbeweging, die nationaal georganiseerd is, weggemaaid. Een multinational gaat investeren in het land waar de lonen het laagst zijn, en de ecologische reglementering het meest laks. Daardoor krijgen landen een incentief om lonen te verlagen of ecologie aan hun laars te lappen, om investeringen aan te trekken. De Franse econoom Michel Husson (LCR, Franse afdeling van de Vierde Internationale) definieert globalisering als de situatie waarbij het kapitaal kan investeren waar en wanneer ze wil, produceren wat ze wil, kopen en verkopen wat ze maar wil, zonder door de kleinste hindernis van b.v. sociale wetgeving beperkt te worden. Het betekent de almacht van het kapitaal en het terugschroeven van elke sociale verworvenheid.

Dit proces gaat gepaard met een enorme concentratie van kapitaal (de zogeheten ‘multinationals') via fusies, overnames, etcetera. In elke belangrijke sector zijn nog een vier à vijf grote spelers. Van vrije markt is dus in principe geen sprake. De reëel bestaande vrije markt is een systeem waarin de marktdiscipline bestemd is voor de zwakken, maar niet voor de economisch sterkere tenzij die er tijdelijk een buitenproportioneel voordeel kan uithalen. De werkelijkheid is dus politiek: de verborgen hand kan nooit zonder verborgen vuist. Tegelijk hebben die grote spelers, die de grenzen van de nationale staat ver overschrijden, nood aan politieke instrumenten om hun belangen te verdedigen. Vandaar de enorme ‘vooruitgang' die de Europese Unie maakte sinds 1987. Het Witboek van Delors, dat voor die demarche de basis legde, was geschreven door de European Round Table of Industrialists, de lobbygroep van de 50 grootste multinationals.

Niettemin hebben noch twintig jaar neoliberaal offensief tegen lonen en arbeidsomstandigheden, noch de ineenstorting van de stalinistische bureaucratieën, noch de ‘nieuwe economie' de dalende winstvoeten duurzaam kunnen herstellen in een groeigolf vergelijkbaar met die van de naoorlogse periode. Dit betekent dat de toekomst open is en de sociale strijd als exogene factor een beslissende rol kan spelen voor het voortbestaan van het huidige stelsel. Dat is het belang van de alterglobaliseringsbeweging: ze toont aan dat globalisering en neoliberalisme geen natuurnoodzakelijkheden zijn, maar politieke zetten van de heersende politieke, financiële en economische elite. Het proces gaat enkel door totdat de menigte van de wereldbevolking haar een halt toeroept. Het huidige systeem kan haar eigen contradicties niet oplossen. Daarom is een politieke strijd voor een antikapitalistisch alternatief broodnoodzakelijk en mogelijk.

Socialistische Jonge Wacht(SJW) http://go.to/sjw