arch/ive/ief (2000 - 2005)

Een democratisch onderwijs voor een democratische wereld.
by Mark Saey Tuesday March 12, 2002 at 02:42 AM

Tegenwoordig is er veel te doen rond het Onderwijs. Rondetafelconferenties worden ingericht, standpunten ingenomen en 'oorlogstaal' gesproken. Wat is nu eigenlijk de inzet ? Mark Saey benadert het onderwijs vanuit het perspectief van het antiglobalisme.

Een democratisch onderwijs voor een democratische wereld - door Mark Saey

Antiglobalisme en de rondetafeldiscussie over onderwijs

"Rust brengen in het onderwijs", dat was de eerste opdracht die de minister van Onderwijs en Vorming, Mevr. Vanderpoorten, zichzelf oplegde in haar beleidsnota voor 2000-2004. Veel rust heeft het onderwijs sindsdien niet gekend. Integendeel. Eerst was er de staking om de achterblijvende loonsverhoging. Die ging gepaard met de stevige kritiek dat de minister met haar 'gesprekken met de basis', haar afwijzen van lineaire maatregelen en haar verwijten aan het adres van de vakbonden, de solidariteit in het lerarenkorps nog verder wou afbreken. Dan was er de kwestie TBS55+. Nog een keer staken. Af en toe roerde ook het hogere en universitaire onderwijs zich. Daar is men niet onverdeeld tevreden met wat 'Bologna' en de verdere 'samenwerking' met zich meebrengen.

Dan kwamen gelukkig een paar rapporten met goed nieuws: onze leerlingen scoren relatief goed voor wiskunde en leesvaardigheid én ouders kunnen, ondanks hun steeds hogere verwachtingen van de school, blijkbaar toch nog enige waardering opbrengen voor het werk van de leerkrachten. Dus moeten, zoals dhr. Bracke een journaal besloot, "... de leerkrachten misschien wat minder klagen en zagen?"

Maar dan sijpelden hier en daar in de media andere bewijzen en cijfers door. Die verklapten dat bijna 40% van de leerlingen onvoldoende kunnen lezen en schrijven om in onze samenleving mee te kunnen, dat meer dan 15% van de leerlingen de school zonder diploma verlaten, dat ASO leerlingen relatief slecht zijn in reflecteren of nadenken, dat zowel allochtone als autochtone kansarme leerlingen opvallend minder kansen krijgen, sneller worden doorverwezen naar beroeps en technische afdelingen, dat onderwijs, voor studenten en ouders, steeds duurder wordt. Tenslotte mogen we, voor een groot stuk op dezelfde rekening, ook vermelden dat meer dan de helft van de Vlamingen zich onbeschaamd racist noemt. Misschien waren de stakingen dan toch niet zo corporatistisch en hadden de leerkrachten wel degelijk een heleboel redenen om te protesteren?

Maar wat is er dan misgelopen met de democratisering van het onderwijs die met de massificatie in de naoorlogse periode toch stilaan op gang was gekomen? Die bleek gewoon niet bestand tegen de crisis en verdween toen, net als in de rest van de wereld, 'the silent takeover' (van de democratie en de staat door het bedrijfsleven - Noreena Hertz/Naomi Klein/George Monbiot, e.a.) begon en ook in het onderwijs een tijd van economische efficiëntie en besparen aanbrak. Eind jaren tachtig waren al 17000 leerkrachten hun baan kwijt. Minister Onkelinx zette er in de jaren negentig nog eens 3000 op straat, wat toen tot maandenlange stakingen leidde. Wie overbleef staat nu voor de (bij leerkrachten) bekende grote klassen. Besparingen door schaalvergroting, autonomisering, enveloppefinanciering en kwaliteitsbewaking maakten de scholen een stuk marktgevoeliger en vergrootten de synergie tussen school en bedrijf. Scholen werden de facto non-profit bedrijven met een management dat vooral oog heeft voor de wispelturigheden van de markt en de consumptie en daaraan aangepaste opleidingen en besteding van middelen. Niet alleen bestrijdt men elkaar zo om zoveel mogelijk concurrentiële parascolaire activiteiten ('opvoeden in plaats van onderwijzen') en de soms kwaadaardige 'leerlingvriendelijkheid', maar er wordt ook stevig en schaamteloos geselecteerd en georiënteerd. Ten bewijze daarvan is ook het conservatieve gedachtegoed weer terug van nooit echt weggeweest. Zo zeggen respectievelijk een directeur en de secretaris-generaal van de VCOV: "We zijn toch niet allemaal intellectueel gelijk." en "Opwaardering en promotie van TSO en BSO kan de stigmatisering van die onderwijsvormen wegnemen." (KNACK 21/11/2001). En zo stelt de minister in haar beleidsnota: "Vele overgangen zijn natuurlijke overgangen."

Vrijwel het hele maatschappelijke denken over onderwijs is zuiver instrumentalistisch geworden. Zelfs bij socialisten staan onderwijs en gelijke kansen in het teken, niet van algemene ontwikkeling of het 'kennis is macht', maar wel van "economische efficiëntie" (Patrick Janssens in Over de grenzen). De bedoeling ervan is zelfs niet meer dat iedereen zou kunnen deelnemen aan een toekomstig voor allen verrijkend en bevrijdend arbeidsproces, maar wel dat 'Vlaanderen een vooraanstaande plek in Europa en in de wereld zou verwerven' (cfr. idem.).

Op die manier bestrijdt men de ongelijkheid van kansen met de verdediging van het systeem dat ze veroorzaakte. Op die manier wil het Vlaamse socialisme een onderwijs op de kap van de rest van de wereld en levert het dat uit aan die klasse waarvan iemand ooit schreef 'dat zij, zelfs indien zij de middelen bezat, nooit van plan zal zijn om het volk een echte opvoeding te geven'.

Wat dus ook niet gebeurt. Immers, wil men ook maar wat ten goede veranderen aan de resultaten van al onze leerlingen, of wil men eender welke fundamenteel andere toekomst voor het onderwijs gaan uittekenen, dan zal men het comfort van de leerkrachten moeten verbeteren. En daarover is in vrijwel ieder voorstel amper sprake. Vrijwel alles wat men leest in bijvoorbeeld vermelde beleidsnota draait rond andere dingen: kwaliteitsbewaking, nascholing, levenslang leren, modulair onderwijs, ICT,... Nergens, ook niet in de dromen van een Van den Bossche of een Vankrunkelsven (in Polspoel & Desmet 20/2), gaat het om de misschien niet voldoende, maar alleszins wel noodzakelijke voorwaarde om écht beter les te kunnen geven. Patrick Janssens laat er zelfs geen onduidelijkheid over bestaan. Hoewel hij, goed bedoeld en mits nuances verdedigbaar, wel wat extra uren over heeft voor de vrij uitzonderlijke echt kansarme scholen, stelt hij niettemin letterlijk dat 'we als uitgangspunt niet mogen zoeken naar wat er nodig is om de leraars een aangenamer leven te laten leiden' (cfr. zijn uitspraak in Wegwijzer 1/2002). Dan is men verbaasd dat leerkrachten staken. Overal vallen zwakkeren door de mazen omdat leerkrachten hun werk niet naar behoren kunnen doen door een gebrek aan middelen en tijd.

Zal men dan ook tijdens en na de rondetafelconferentie terug de indruk proberen te wekken dat men er 'iets aan doet' door de zoveelste pilootprojecten te starten die nooit veralgemeend kunnen worden? Of zal men nog een blik academici opentrekken om het de leerkrachten nog een keer uit te leggen? Of zullen de leerkrachten weer nieuwe vergaderingen moeten beleggen en werkgroepen opstarten of terug uren zien verdwijnen voor alle mogelijke soorten doekjes voor het bloeden? Hopelijk komt men vandaag wat sneller tot de conclusie dat men vooral nog veel meer en veel sneller voor kleinere klassen, meer middelen én een merkbare vermindering van de werkdruk, kortom voor een werkelijke herfinanciering van het onderwijs moet zorgen. Anders blijft het dweilen met de kraan open.
Hoeveel zou een echt democratisch onderwijs eigenlijk moeten kosten? Ruw geschat, voor Vlaanderen, ongeveer twee miljard euro extra (op basis van Nico Hirtt e.a. School onder schot). 'Waanzin! Daar vindt men niemand voor!' Hoewel jaarlijks, nationaal, de winsten van de bedrijven 20 miljard euro bedragen, de inkomsten uit fortuin een slordige 30 miljard opleveren en de staat 10 miljard euro aan belastingen misloopt: inderdaad, wellicht wil niemand daarmee naar de kiezer.

Maar wil links dan wél op de rondetafelconferentie pleiten voor een van hogerhand verplichte controle op het naleven van internationale arbeid en milieuregels voor ieder bedrijf dat met de school een contract afsluit? Of in ieder geval toch opkomen voor een maximale verhoging van het budget voor onderwijs? Of zorgen voor een verplichte koppeling van een meerdaags NGO project aan ieder ICT project dat door de schoolpoorten komt? Of verdere plannen voor privatiseren en derugeleren (bijvoorbeeld de idee van de onderwijscheques) met meer klem bestrijden? Of ijveren voor twee gelijkwaardige initiatieven in het BSO voor ieder programma internationalisering in het ASO, of voor minstens nog twee algemene sociale vakken in iedere module, of voor een aantal verplichte aanwervingen voor iedere stageplaats, of voor een meer gecentraliseerd en gemeenschappelijk beleid en de bescherming van de statuten?

Wellicht krijgt men een werkelijke democratisering van het onderwijs politiek (nog) niet verkocht, maar ik begrijp dus niet waarom er dan door links niet meer van dergelijke ideeën worden gelanceerd en gepromoot. Veel van die ideeën zouden zelfs geeneens tegen de beleidsnota van de minister ingaan. Dat mag ook gezegd. Ze zouden echter wel een meer eigenzinnige en progressieve inhoud geven aan die paar woorden over 'projecten op het ontmoetingspunt tussen het maatschappelijke en het pedagogische' of aan die drie zinnen over 'vakoverschrijdende thema's'.

Misschien dat men dan zo, op termijn, weer een stapje dichter bij een wat meer coherent en herkenbaar socialisme kan komen. En zo ook wat dichter bij een democratisch onderwijs voor een democratische wereld. Want voor zo een oprecht socialisme zou onderwijs beantwoorden aan algemeen menselijke behoeften en dus ten allen tijde een gemeenschappelijk goed blijven, vrij van het winstbejag en de concurrentie die vele schoolsystemen in andere landen reeds overvielen. Dat democratische onderwijs zou voor iedereen een gelijke polyvalente en verplichte opleiding tot 18 jaar inhouden (met misschien een specialisatie in de laatste jaren) en zou vrij toegankelijk zijn voor iedereen.

Dat zou dankzij een goed leven voor de leerkrachten en een minder druk en cynisch bestaan voor de ouders leerrijk en vaak leuk zijn voor de leerlingen. Gedaan met ongelijke kansen, gedaan met het onthouden van algemene en sociale vorming aan BSO en TSO leerlingen, gedaan met het onbegrip tussen hoofd en handenarbeid. En, als het even kan, het zou ook overeenstemmen met het recht op het ontwikkelen van een vrije verantwoorde mening en niet onverenigbaar zijn met de grond van de lekenstaat: zo een onderwijs zou in plaats van confessionele of niet-confessionele moraal te verstrekken, de levensbeschouwelijke getto's definitief slopen én proberen iedereen wat wijzer te maken, dus filosofie te geven. Opdat ook de verwondering terug in ons midden zou komen.


Dit opiniestuk is een bijdrage van Mark Saey, filosoof, auteur en leraar. Deze tekst mag/moet vrij verspreid worden mits bronvermelding.


Lees ook ons dossier over de Spaanse onderwijshervorming:
<http://www.attac.org/belgie/hvdn020310/hvdn020310-3.html>.

Download ons dossier over de Bologna-verklaring:
<http://www.attac.org/belgie/actualites/bologna.html>

Lees ons artikel over post-autistische economie, een beweging van economie-studenten die streeft naar een economische wetenschap die zich op de echte economische problemen (armoede, onderontwikkeling, ..) richt:
<http://www.attac.org/belgie/hvdnarchief/hvdn020303/hvdn020303-6.html>