arch/ive/ief (2000 - 2005)

Chomsky - Bedenkingen over de sociale impact van Amerikaanse multinationals.
by Naom Chomsky Thursday December 20, 2001 at 12:03 AM
vlaanderen@attac.org

Presentatie van Naom Chomsky op het internationale colloquium van Grenoble. Op dit congres werd de mondialisatie-problematiek en de impact van de Amerikaanse multinationals op de maatschappij belicht. Chomsky gaat in zijn presentatie vooral in op de creatie van een pan-Amerikaanse markt (FTAA) en op de drogredenen die gebruikt worden om het project te legitimeren.

Bedenkingen over de sociale impact van Amerikaanse multinationals.

Naom Chomsky
____________________________________________

Bijna zonder een vleugje ironie beschreef een van de toonaangevende Engelstalige dagbladen, The Financial Times, de ontmoeting van Davos als 'de reünie van de heersers van het heelal'. Het is voor de hand liggend dat een dergelijke machtsconcentratie haar verwachtingen zal proberen te verwerkelijken en daarbij zoveel als mogelijk gebruik zal maken van de staten die ze grotendeels controleert.

Voor de Amerikaanse overheid en de financiële en economische belangen die ze vertegenwoordigt was het Inter-Amerikaanse Vrijhandelsakkoord (Free Trade Agreement of the Americas, FTAA) een verdere stap in het inkrimpen van de publieke sector, dé ruimte van de democratische keuze, en de overdracht van beslissingen over belangrijke aspecten van het leven naar machten uit de privé. Die private machten onderhouden even sterke banden met elkaar als met de staat zelf. En dit zonder verondersteld te worden enige verantwoording te moeten afleggen tegenover de maatschappij.

Het FTAA-akkoord heeft niets te maken met het nastreven van economische groei. Het is immers onloochenbaar dat de periode die onterecht 'globalisering' genoemd wordt een kleinere groei heeft gekend dan de voorafgaande periode, tenminste voor diegenen die zich naar de regels geplooid hebben. Het FTAA-akkoord heeft om redenen die al vaak genoeg besproken zijn ook niets te maken met 'vrijhandel'. Men krijgt een beter beeld van wat aan het gebeuren is als men de steeds uitdeinende privatisering van de diensten onder de loep neemt. (We bedoelen hiermee praktisch alles dat op het publieke domein geënt is). Dit privatiseringsproject is het evenbeeld van de programma's die in de Verenigde Staten de pensioenen, de openbare scholen en wat nog overblijft van de publieke gezondheidszorg ontmantelen. Het volstaat hier een blik te werpen op de doctrine van de 'privé-regulering'. Deze doctrine is uitgewerkt om de overheidsprogramma's die de private sector verhinderen winst te maken te ondermijnen. (In het nieuwe technische jargon wordt dit gelijkgesteld met een 'onteigening'). Voor zover de overheid verantwoording verschuldigd is aan de publieke opinie, betekent dit de verdwijning van de sociale programma's.

De 'Amerikaanse onderwijsgemeenschap' heeft onlangs, samen met het zaken- en universitaire milieu, de mogelijke scenarios voor de volgende vijftien jaar vrijgegeven. Het meest 'optimistische' scenario wil dat de mondialisering op het huidige pad verdergaat. Dat zou leiden tot een grotere financiële instabiliteit (die zo de economische groei ondermijnt) en een groeiende ongelijkheid (en dus strikt genomen minder 'globalisering'). Voor Latijns Amerika, dat zware gevolgen ondervindt van het FTAA-akkoord, voorspellen de experts dat Mexico, Brazilië en Venezuela er zich goed zullen uit trekken, tenminste de gepriviligeerde lagen van de bevolking in deze landen. Dit deels omdat de Verenigde Staten verwachten nog voordeel te kunnen halen uit de natuurlijke rijkdommen van de beide Amerikaanse continenten. De andere landen blijven grotendeels in hun miserie zitten. Vooral voor de Andesregio ziet het er somber uit.

Jose Antonio Ocampo, uitvoerend secretaris van de Economische Commissie voor Latijns Amerika en de Caraïben (ECLAC), stelt bij het opmaken van de balans van de laatste twintig jaar voor de Amerikaanse economische eenwording vast dat aan de beloften van de 'hervormingen' tijdens de periode van de zogenaamde 'mondialisering' niet voldaan werd. Het is in die regios waar men de regels van de mondialisering het strikst toegepast heeft, meer bepaald in Latijns Amerika, dat deze beloften een hersenschim bleken te zijn. Ongetwijfeld ontwikkelen sommige regios zich sneller dan andere. Daarmee volgens ze een historisch model. Dat model spreekt het dogma van de 'uitbreidende economische liberalisering" tegen. Niets doet denken dat de toekomst anders zal zijn dan het verleden. Ocampo legt de nadruk op één punt: de democratie vermindert wanneer de beslissingsmacht van de burger over economische en sociale vragen vermindert. De burgers moeten hun rol durven spelen in het kader van de 'nationale autonomie'. Er is vandaag geen ander alternatief. Het FTAA-akkoord krimpt op termijn de macht van de civiele samenleving in, met alle gevolgen vandien.


Presentatie op het internationale colloquium van Grenoble (11 en 12 januari). Er namen verschillende specialisten, intellectuelen en Europese en Amerikaanse militanten deel, onder andere Pierre Bourdieu (Collège de France), José Bové (Conféderation Paysanne), Ronald Creagh (Universiteit van Montpellier), Christian de Montlibert (Universtiteit van Straatsburg), Serge Halim (Le Monde Diplomatique), Daniel Schiller (Universiteit van Illinois), Bertel Ollman (Universiteit van New York), Edward Herman (Universiteit van Pennsylvanië); Richard Du Boff (Bryn Mawr College), Michael Albert (Z- Magazine, Boston), Michael Parenti (Berkeley). Deze ontmoetingen vonden plaats in 21 ateliers en 4 plenaire vergaderingen waarbij de verschillende aspecten van de mondialisatie-problematiek en de impact van de Amerikaanse multinationals op de maatschappij werd belicht. Meer informatie: Francis Mc Collum Feeley: francis.feeley@u-grenoble3.fr.

Deze tekst verscheen eerder in Grain de Sable 286 (27/11/2001) (http://www.attac.org) en werd voor Attac-Vlaanderen vertaald door Jurgen de Roeck. Editing door Stijn Oosterlynck. Deze tekst mag uiteraard vrij verspreid worden, mits een volledige bronvermelding.