arch/ive/ief (2000 - 2005)

[attac] De WHO en ‘ethische' globalisering.
by Denis Horman Monday November 26, 2001 at 08:13 PM
vlaanderen@attac.org

De Nederlandse vertaling van een tekst van Denis Horman (Attac-Luik) waarin hij reageert op Verhofstadt's lancering van de term 'ethische globalisering'. Verscheen eerder al in Grain de Sable, de wekelijkse e-brief van Attac.

De Wereldhandelsorganisatie en ‘ethische' globalisering

Denis Horman


De term ‘ethische globalisering' is een van de kernbegrippen van de open brief van onze eerste minister aan de zogenaamde ‘anti-globalisten'. Hij raadt deze aan de "globalisering niet af te remmen", maar "ethisch in te kaderen, want dat is de uitdaging". Hij noemt het ‘ethische globalisering', "een driehoek gevormd door vrijhandel, kennis en democratie. Of, met andere woorden: handel, samenwerking en conflictpreventie."

Naar het voorbeeld van de neoliberale ideologen - lobbygroepen voor bedrijven, experts van grote financiële en economische internationale instellingen en hoge staatsfunctionarissen - strooit Guy Verhofstadt de vanzelfsprekendheden kwistig in het rond. Ontwikkeling is onlosmakelijk verbonden met economische groei. Economische groei is geconditioneerd door ‘vrijhandel', anders uitgedrukt door de opname van landen binnen het internationale handelscircuit. Deze integratie kan enkel plaatsvinden door een volledige liberalisering van het kapitaal, door privatiseringen en arbeidsflexibiliteit. Kortom door de onderwerping aan de natuurlijke wetten van de markt. Deze liberalisering is de waarborg voor ontwikkeling. En zo is de cirkel rond.

Mike Moore, de directeur-generaal van de Wereldhandelsorganisatie (W.H.O.), laat hetzelfde geluid horen: "De W.H.O. is opgericht om aan elke natie, elke regering die lid is, de mogelijkheid te geven het welvaartspeil te laten toenemen, om de productie en de uitwisseling van goederen en diensten te doen stijgen en een duurzame ontwikkeling te bevorderen." Pascal Lamy, Europees commissaris voor buitenlandse handel en vertegenwoordiger van de lidstaten van de E.U. bij de W.H.O., is er zich van bewust dat deze verklaring door meer dan een enkeling sceptisch zal onthaald worden. Hij voegt eraan toe dat we "onze overtuiging dat deze liberalisering goed is in brede lagen van de publieke opinie (inclusief bij hen die onverschillig blijven) ingang moeten doen vinden."


De miserie van het kapitaal!

Wat zijn nu echter de concrete resultaten van dit zo geroemde ontwikkelingsmechanisme, van de zogenaamde vrijhandel, geleid door machtige groepen industriëlen en financiers, daarbij geholpen door politici en grote internationale instellingen (het I.M.F. de Wereldbank, de W.H.O. en de O.E.S.O.). In een rapport vrijgegeven in 1999, vat de Handels- en ontwikkelingsconferentie van de Verenigde Naties (Unctad) haar antwoord als volgt samen: "De 20ste eeuw eindigde in een klimaat van crisis en de geldigheid van de marsrichting die de voorbije tien jaar gevolgd werd, wordt steeds duidelijker in vraag gesteld. De omvang van de menselijke armoede is een belediging voor de menselijke waardigheid. De volgende generatie verdient het niet een dergelijke wereld te erven." Deze visie wordt gedeeld door diegenen die door onze eerste minister pejoratief ‘anti-globalisten' genoemd worden.

De verontwaardiging, de revoltes en de internationale mobilisaties van de nieuwe sociale bewegingen steunen op de overtuiging dat ‘een andere wereld mogelijk is'. Natuurlijk kunnen handel en investeringen de ontwikkeling bevorderen en kan de duizelingwekkende hoge vlucht van de wetenschap en de techniek of de werkelijke universalisering van productie, uitwisseling, kennis en communicatie voor uitzonderlijke emancipatorische mogelijkheden zorgen en een sociale en ethische globalisering bewerkstelligen. En net zoals de voortdurende stijging van de globale rijkdom de essentiële noden van alle bewoners van deze planeet zou kunnen bevredigen en op deze manier de fundamentele mensenrechten werkelijk realiseren kunnen de productiviteitsstijging en de overvloedige winsten van de multinationals de arbeidsduur substantieel verminderen en de creativiteit van de burger bevrijden.

Spijtig genoeg is het niet zo. Het neoliberale, of preciezer het kapitalistische model, zorgt voor een steeds sterkere en ongehoorde polarisatie met onzekerheid en miserie aan de ene kant en fenomenale winsten en overvloed aan de andere kant. De totale vrijheid van het kapitaal, de explosie van het volume aan speculatieve transacties en de straffeloosheid van de fiscale paradijzen, de defiscalisatie van financiële inkomsten en de uitbreiding van private pensioenfondsen en de opstapeling van de overheidsschuld doet de werkloosheid stijgen, verslechtert de werkvoorwaarden en ontmantelt de sociale beschermingssystemen. En het doet dat niet enkel in het Zuiden, maar ook in het Noorden. Zo had Guy Verhofstadt in zijn ‘open brief aan de anti-globalisten' kunnen vermelden dat er in het rijke Europa, lees de Europese Unie (waarvan hij nu voorzitter is), 65 miljoen mensen op een bevolking van ongeveer 300 miljoen inwoners onder de armoedegrens leven.

Achter de waanzinnige cijfers van de beurs en de financiële speculatie, de plundering van de Derde Wereld, de ecologische, sociale, economische en menselijke catastrofes zitten niet de natuurwetten van de markt, maar sociale - en machtsrelaties en radicaal uiteenlopende belangen. Er is de toe-eigening van waardevolle productie- en ruilmiddelen, van sociale rijkdom en van de gemeenschappelijke goederen door een handvol economische en financiële groepen. Marx wees in zijn tijd reeds op deze fundamentele tegenstelling die inherent is aan de kapitalistische productiewijze: de tegenstelling tussen de socialisatie van het productieproces en de private toe-eigening van de productiemiddelen en de winst door een kleine groep personen. Dat toont het absurde karakter van de economie, de sociaal onhoudbaarheid en de democratisch onaanvaardbaarheid van dit systeem ten volle aan. Een systeem dat in zijn destructieve krachten versterkt wordt door de politieke macht die een soort ‘ethische' globalisering aanvaardt en aanbeveelt.


De W.H.O. hervormen of uitschakelen?

De houding aangenomen door de Europese Ministerraad in de voorbereidingen van de volgende conferentie van de W.H.O. die plaatsvindt van 9 tot 13 november 2001 is één van de recentste voorbeelden. Deze positie, die een weerspiegeling is van de resolutie van een Senaatscommissie, pleit voor het organiseren van de conferentie en voor nieuwe onderhandelingen. Deze nieuwe onderhandelingen zouden van de ontwikkeling van de arme landen een prioriteit moeten maken, zouden moeten bijdragen tot respect voor de rechten van de werknemers en voor de internationale milieu-akkoorden. En ze zouden ook de W.H.O. moeten democratiseren.

Maar kan de W.H.O. dit alles doen? Sinds de oprichting in 1995 neigt de W.H.O. er sterk naar de principes van de ‘vrije markt' - de wet van de sterkste - voorrang te verlenen aan iedere ander afweging, of deze nu sociaal, ecologisch, cultureel of democratisch is. De W.H.O. heeft twee verwoestende mechanismen in stelling gebracht om de ‘vrije markt' op te leggen. Het betreft de ‘clausule van de meest bevoordeligde staat' en de ‘clausule van de nationale behandeling'. Alle 142 landen die lid zijn van de W.H.O., zijn eraan onderworpen. In feite is het de basisdoelstelling van de W.H.O., daartoe gecreëerd door de regeringen van de meest machtige staten en opgelegd aan de anderen, om alle economieën van de wereld met elkaar te laten concurreren en de volledige planning hiervan over te laten aan de M.N.O.'s (multinationale ondernemingen). Wanneer productieactiviteiten of volledige sectoren, op verschillende productieniveaus in een directe concurrentiestrijd geplaatst worden, dan stimuleren de sterkeren de anderen niet maar verpletteren de zwakkeren onder hen. Het GATT-W.HO. akkoord voor de landbouw heeft de markten van de landen in het Zuiden opengebroken en hen aldus in een directe concurrentiestrijd geplaatst. Op die manier zijn reeds miljoenen landbouwers geruïneerd. Het algemene akkoord over de handel in diensten (GATS) heeft de privatisering van vele openbare diensten veroorzaakt en bedreigt vandaag sectoren als het onderwijs en de gezondheidszorg. Het akkoord betreffende de intellectuele eigendomsrechten (TRIPS) zet het genetisch patrimonium van de mensheid om in handelswaar en laat toe dat de multinationals er zich meester van maken. Tenslotte kan de geschillenraad van de W.H.O., het eerste internationale gerechtshof in dienst van de multinationals en van de machtige staten, nationale arbeids-, milieu- of volksgezondheidswetgeving die tegengesteld is aan de ‘vrijhandel' bevriezen of de afschaffing ervan vragen.

De bewegingen voor een andere globalisering stellen een ander ontwikkelingsmodel voor. Een ontwikkelingsmodel gebaseerd op de bevrediging van democratisch bepaalde fundamentele basisbehoeften. Voor sommige onder hen houdt dit een collectieve toe-eigening en democratisch beheer van de economie in.


Concrete alternatieven.

Maar wat doen we in tussentijd? Internationale netwerken zoals Attac of de ‘Europese marsen tegen werkloosheid, onzekerheid en uitsluiting' stellen zich niet tevreden met het ontwerpen van een alternatief maatschappijmodel. Ze werken het uit en populariseren deze in debatten en mobilisaties. Deze alternatieven concretiseren zich bij voorbeeld rond een globale herverdeling van de sociale rijkdom, een fundamentele hervorming van het belastingssysteem (met de noodzakelijke opheffing van het bankgeheim, een progressieve belasting op vermogens en inkomens en de sluiting van fiscale paradijzen), het stopzetten van privatiseringen en het behoud en de ontwikkeling van de openbare diensten, het herstellen van openbare controlemechanismen op kapitaalstromen, de opheffing van de Derde Wereldschuld en de oprichting van een rechtvaardige handelsruimte.

Naast het lopende debat over het ‘hervormen, onderwerpen of opdoeken van de W.H.O.', wil de beweging tegen de neoliberale globalisering een aantal directe eisen naar voor brengen: de afwijzing van een nieuwe ronde van liberalisering en de macht en bevoegdheden van de W.H.O., een evaluatie van het bilan als ook van de reglementen en praktijken van deze organisatie sinds haar ontstaan (met de volledige participatie van de civiele samenleving) en het onderwerpen van de W.H.O. aan internationale charters zoals de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, aan de internationale conventies wat betreft economische, sociale en culturele rechten en aan gezondheids- en milieunormen.

De nieuwe internationale sociale bewegingen zijn er zich in al hun verscheidenheid en als dragers van hoop ten volle dat het door de weerstand, de mobilisaties en de strijd (die niets te maken hebben met gratuit geweld) is dat de zaken kunnen veranderen. Zij zijn zich evenzeer bewust van het feit dat de strijd van de Verenigde Staten en hun bondgenoten hen voor nieuwe uitdagingen plaatsen. Op 24 september jongstleden legde de Amerikaanse handelsambassadeur, Robert Zoellick, tijdens een lezing voor het Instituut van Internationale Economie de grondslagen voor een nieuw McChartyisme tegen de zogenaamde ‘anti-globalisten'. "De terroristen haten de ideeën waarin de Amerikanen wereldwijd uitblinken", zei hij. "Het is onvermijdelijk dat de mensen zich afvragen of er verbanden zijn met anderen die geweld ontketend hebben tegen de internationale geld- en bankwereld, de globalisering en de Verenigde Staten". Op 19 september stelde de Europese Commissie aan de Europese Ministerraad een wetsvoorstel (een kaderbeslissing) over de strijd tegen het terrorisme voor. Artikel 1 geeft de teneur aan door een erg brede definitie van het begrip ‘terrorist': "wanneer de dader op onwettige wijze handelt met het doel ernstige schade toe te brengen aan de politieke, economische of sociale structuren van een land of van een internationale organisatie of deze te vernietigen, in het bijzonder door de intimidatie van de bevolking".

Olivier De Schutter, secretaris-generaal van de Belgische afdeling van de Liga Voor de Mensenrechten, vraagt zich af "wat de te volgen houding van de autoriteiten tegenover de pacifistische verenigingen, de syndicale beweging of de anti-globalisten die willen betogen zal zijn". De Liga wil samen met Amnesty International het risico op een drastische inperking van de fundamentele burgerrechten onder de aandacht brengen.


Denis Horman, bevoegd voor onderzoek in GRESEA, lid van Attac-België en auteur van "Mondialisation Excluante, nouvelles solidarités, soumettre ou démettre L'OMC », Ed. L' Harmattan – Gresea – Cetim, 2001, 160 pp.

Artikel gepubliceerd in samenwerking met het tijdschrift van Attac-België. Contact: <liege@attac.org>.

Nederlandse vertaling: Gaëtan Regniers. Editing: Stijn Oosterlynck. Attac-Vlaanderen. 25 november 2001. Deze tekst mag vrij verspreid en gebruikt worden mits vermelding van de volledige bron.