Ach, die dingen gebeuren... by Frans Daskadier Monday November 19, 2001 at 05:27 PM |
doofpot@battl.nl |
Terwijl Paul Rosemöller drie zetels verspeelde en er een terug won dankzij het gezicht dat hij erbij trok - zoveel verwarring heeft iets aandoenlijks - bombardeerden de Verenigde Staten van Amerika met steun van de coalitie het kantoor van de Arabische nieuwszender Al-Jazeera in Kabul.
'Per ongeluk', was de verklaring.
En wie zijn wij om daaraan te twijfelen.
Dat minister van Buitenlandse Zaken Rumsfeld in de weken voorafgaand aan het incident de zender openlijk een spreekbuis van Bin Laden en de Taliban noemde, doet hierbij natuurlijk niet ter zake.
De aanhouding van een journalist van Al-Jazeera in de VS zelf zal tenslotte ook niet voor niets geweest zijn.
Ook het feit dat de onfortuinlijke gebeurtenis plaats vond op het moment dat de door Amerika gesteunde Noordelijke Alliantie de controle over de stad dreigde over te nemen, mag de wenkbrauwen niet doen fronsen.
Natuurlijk is het waar dat de Verenigde Staten bang waren voor een bloedbad en men kan zich voorstellen dat beelden van dat soort praktijken de steun aan de coalitie geen goed zouden hebben gedaan. De bloedbaden zijn echter uitgebleven en de beelden uit Kabul tonen ons niets dan vrolijke mensen bij de kapper of sjouwend met een transistorradio.
De verklaring van medewerkers van Al-Jazeera dat ze de ligging van het kantoor meerdere malen hebben doorgegeven aan de Amerikanen is in het geval van een ongeluk niet verder van belang.
Foutjes sluipen er nou eenmaal in.
Of het nou verouderde kaarten of defecte geleidingssystemen zijn, je bent uiteindelijk uitgeleverd aan de genade van het toeval.
En ja, soms heb je geluk bij een ongeluk.
De beschuldiging dat de VS de satellietverbinding van Al-Jazeera afluisterde mag dan misschien gefundeerd zijn, maar dat de VS eisten een verklaring te mogen geven bij een videoboodschap van Bin Laden, nog lang voor hij werd uitgezonden en vlak nadat het kantoor in Kabul hem had overgestraald, bewijst nog niet dat de VS het satelliettelefoontje van de journalist van Al-Jazeera ook hebben opgepikt.
In het telefoontje meldde hij het thuisfront overigens de stad die avond - in ieder geval tijdelijk - te verlaten, omdat de veiligheid van de medewerkers van Al-Jazeera door de Noordelijke Alliantie niet kon worden gegarandeerd.
De Amerikanen waren er ten slotte natuurlijk ook niet van op de hoogte dat die verzekering in de loop van die avond alsnog kwam, en de journalist zijn plannen wijzigde en wel in het kantoor overnachtte.
Hij heeft het echter overleefd, dus we kunnen opgelucht constateren dat er alleen materiele schade te betreuren valt.
Het had al met al een stuk erger kunnen zijn, dus we mogen eigenlijk nog blij zijn.
Uit de reactie van de internationale pers mag ook blijken dat er hier geen opzet in het spel was.
Als er ook maar enige aanleiding was geweest om opzet te vermoeden, had men toch moord en brand geschreeuwd. Een zo openlijke aanval op een nieuwszender zou toch tot algehele verontwaardiging hebben geleid.
Het kan toch niet bestaan dat in een operatie onder het motto 'Enduring Freedom', die is opgezet ter bescherming van de vrijheid en de democratie, zulke flagranten schendingen van internationaal recht zouden plaats vinden. Het accepteren van zo'n daad zou de deuren openen naar een hele nieuwe manier van 'press-control'.
Daar had de pers zich toch met hand en tand tegen verzet.
Nee laten we het er voorlopig maar op houden dat het een ongeluk was, dat precies op het verkeerde tijdstip, op precies de verkeerde plaats een precisiebom werk weigerde en precies verkeerd neerkwam.
Dat het de regering in Washington precies goed uit kwam mag God dan voor zijn rekening nemen.
Frans Daskadier
Amsterdam / 19.11.01