arch/ive/ief (2000 - 2005)

De regering Bush heeft het Congres een nota gestuurd waarin wordt geadviseerd om in 2002 het budget voor steun aan overzeese programma's tegen klimaatverandering te reduceren tot ongeveer 117 miljoen dollar. Dit jaar was daarvoor 158 miljoen dollar uitgetrokken. Dit plan staat haaks op Bush' oproep aan de ontwikkelingslanden om de uitstoot van warmtevasthoudende gassen, die vrijkomen bij de verbranding van aardolie, in te dijken.

Het rapport telt 52 pagina's, dateert van 29 juni en is ondertekend door Bush. Het in het rapport omschreven budget zou de financiële steun aan hulpprogramma's voor landen die bezig zijn met energiebesparing en een beter beheer van bos- en landbouwgrond, verminderen. Op de lijst van landen die daarvoor steun krijgen, staan onder meer Brazilië, India, Indonesië, de Filippijnen, Polen, Rusland, Zuid-Afrika en Oekraïne. Het Amerikaanse Bureau voor Internationale Ontwikkeling (USAID) leidt deze programma's. Door de budgetvermindering zouden Afrikaanse programma's voor klimaatsverandering zeventien in plaats van twintig miljoen dollar krijgen. De hulp voor Azië zou van 25 naar twaalf miljoen worden teruggeschroefd en Latijns- Amerika zou 26 in plaats van 34 miljoen krijgen.

Het rapport versterkt de ergernis van de Europese leiders en milieuadvocaten, die allesbehalve blij zijn met Bush' afwijzing van het Protocol van Kyoto. Dit internationale akkoord stelt dat de industrielanden de emissie van gassen - afkomstig van verbrande olie, gas en kolen - moeten inperken. Bush voert aan dat het akkoord "fundamenteel tekort schiet", omdat het de ontwikkelingslanden geen bindende verplichtingen oplegt. Vóór hij vorige maand naar Europa vertrok, verklaarde Bush nochtans dat de VS zouden moeten helpen om de luchtvervuiling in Afrika, Azië en Latijns- Amerika te bestrijden.

Het Witte Huis wilde nog geen commentaar geven op het budgetrapport, maar volgens milieuactivisten is het geen goede zaak voor de geloofwaardigheid van Bush. "Dit rapport bewijst nog maar eens hoe zeer de woorden en de daden van deze regering van elkaar verschillen", zei Kalee Kreider, directeur van het programma voor klimaatsverandering van de National Environmental Trust.

Het voorstel laat wel de zeven miljoen dollar voor het Secretariaat van de VN-Conventie over Klimaatverandering en voor het Intergouvernementele Panel voor Klimaatverandering (IPCC), zo goed als intact. Het IPCC is een internationale werkgroep van wetenschappers. "Het IPCC is het enige internationale wetenschappelijk en technisch gezaghebbende orgaan op het gebied van klimaatverandering", aldus het rapport. Eerder dit jaar bracht het IPCC een rapport uit, waarin het stelde dat de opwarming van de aarde een grote invloed heeft op onze planeet. De wetenschappers voorspelden dat de gemiddelde temperatuur van de lucht aan het aardoppervlak tussen 1990 en 2100 met minimum 1,4 en maximum 5,8 graden zal stijgen. Het gemiddelde zeeniveau zal dan 0,09 tot 0,88 meter hoger worden.

Bush maakte milieudeskundigen en Europese politici razend door te stellen dat, al deze rapporten ten spijt, er meer wetenschappelijk onderzoek naar de opwarming van de aarde nodig is vóór er echt actie kan worden ondernomen. In het budgetrapport stelt Bush echter voor om te bezuinigen op bepaalde gebieden van het wetenschappelijk onderzoek. Zo zou bijvoorbeeld het budget waarmee de Nationale Dienst voor Lucht- en Ruimtevaart (NASA) onderzoek doet naar de klimaatverandering, met acht procent worden teruggebracht (van 1,2 miljard naar net boven de één miljard dollar).

Bovendien adviseert het budgetvoorstel ook bezuinigingen op de onderzoeksprogramma's voor klimaatverandering van het Bureau voor Milieubescherming, het Departement Landbouw en Departement Binnenlandse Aangelegenheden. Daarnaast suggereert het rapport dat de privé- sector kan investeren in de anti-klimaatveranderingprogramma's van de Global Environment Facility (GEF). Deze organisatie wordt bestuurd door het Milieuprogramma van de VN, het Ontwikkelingsprogramma van de VN en de Wereldbank. De GEF-projecten richten zich onder meer op het creëren van een efficiëntere verlichting in Mexico, het opwekken van windenergie in India en de productie van elektriciteit en warmte door de verbranding van landbouwafval in Brazilië. (IPS)