Soweto, 16 juni 1976 by redactie DeWaarheid.nu Monday June 18, 2001 at 01:19 PM |
redactie@dewaarheid.nu |
De scholieren van de gewapende strijd Voor het spontane protest van de scholierenstakingen in juni 1976 is geen duidelijke organisatie verantwoordelijk geweest. De meeste invloed heeft de Black Consciousness beweging van Steve Biko gehad.
De protesten waren tegen de door de regering van John Vorster aangenomen schoolwetten. Voor het Afrikaans werd een gelijke positie als Engels verschaft.
Dit om het Afrikaans de superieure taal te maken en tot een ook door zwarten gesproken taal. Minister van onderwijs Treurnicht was ervan overtuigd dat dit de blanke Afrikaanse cultuur dominant zou maken. Voor de scholieren was dit de taal van de onderdrukker en ze kwamen in protest. De politie opende het vuur op de scholieren en er kwamen volgens officiële cijfers 25 scholieren om en raakten er 200 gewond, deze cijfers zijn waarschijnlijk veel hoger. Van die 16 juni gingen de beelden over de gehele wereld en werd men voor het eerst sinds 1960, de Sharpeville opstand, weer geconfronteerd met de wreedheid van het apartheidsregime. Het markeerde een keerpunt in de opstand van de bevolking van Zuid-Afrika tegen het regime, de gehele tweede helft van het jaar braken er over het gehele land relletjes en protesten uit.
Het African National Congress (ANC) en de Zuid-Afrikaanse Communistische Partij (SACP) hadden in die periode vrijwel geen kader dat opereerde binnen de grenzen van Zuid-Afrika. Zij waren immers sinds 1960 gedwongen in verbanning. Wel had men gebouwd aan een kleine maar zeer goed georganiseerde organisatie voor de gewapende strijd Umkhonto we Siswe. Het probleem lag erin om in contact te komen met deze opstandige tieners en ze te motiveren voor de strijd tegen het apartheidsregime. Vanuit Botswana, Lesotho en Swaziland begonnen de officieren van de door de SACP gedomineerde Umkhonto we Siswe met het contact leggen. Ze vroegen de scholieren en studenten het land te verlaten en zich bij het verbannen ANC aan te sluiten. De soweto opstandigen wilden niets liever dan met geweren terugschieten op de moordenaars van de 16e juni. Begin 1977 hadden meer dan 4.000 mannen en vrouwen Zuid-Afrika verlaten en zich aangesloten bij het ANC. Met de goede organisatie stook het ANC concurrerende organisaties als het Pan Afrikaanse Congress (PAC) de loef af. In het land zelf begon het regime een campagne tegen de Black Consciousness beweging. Vele leden van de beweging werden gevangen gezet, gemarteld en vermoord op een grotere schaal dan ooit tevoren. Steve Biko stierf in september 1977 als gevolg van de martelingen. In de gevangenissen van Robben eiland werden leden van de beweging politiek geschoold en vele sloten zich toen of later aan bij het ANC.
Al speelde Robben eiland een substantiële rol in het scholen van nieuwe ANC leden de belangrijkste scholing vond plaats in Angola. Daar werden ruige potentiële guerilla strijders tot politiek verantwoordelijke kaders gevormd. Een aantal rekruten werd naar Oost-Europa gestuurd om te studeren en speciale trainingen te volgen.
Dit alles om de politieke ideologische lijn van de revolutionaire raad te kunnen uitdragen en om scheuringen binnen de beweging te voorkomen. Door het ANC was een strategie uitgedacht, die was vastgelegd in de Morogoro Conferentie, gebaseerd op het marxistisch-leninistisch gedachtegoed. De SACP opereerde steeds anoniemer, ook binnen het ANC. Van slechts weinig leden op de kopstukken Joe Slovo, Moses Mahida en Jack Simons was bekend dat ze lid waren van de partij. Veelal waren de dapperste en meest revolutionaire leden van het ANC lid van de partij zodat deze de elite van de organisatie vormde. De ontwikkelingen in de onafhankelijkheidsstrijd van Zimbabwe, Mozambique, Angola en Namibië maakte het voor het ANC makkelijker om te infiltreren in Zuid-Afrika. Het hoofdkwartier in de Zambiaanse hoofdstad Lusaka lag te ver van de Zuid-Afrikaanse grens. Ook hadden de leiders van Umkhonto we Siswe een training in Vietnam ondergaan hoe een guerrilla oorlog te vechten en te winnen. Wat ze meekregen was dat er een lange termijn planning moest zijn met aandacht voor militaire strategie, logistiek en training. Verder moest de oorlog passen in de lange termijn politieke agenda waarin haar doelen zijn vastgelegd.
Bij terugkomst maakte Joe Slovo een driejarenplan, ervan uitgaande dat de strijders niet constant op Zuid-Afrikaans grondgebied konden verblijven en daarmee constante aanvallen kon uitvoeren. De best mogelijke spectaculaire doelen werden uitgezocht en confrontaties met het leger zoveel mogelijk vermeden. Het jaar 1979 werd het jaar van de speer, omdat honderd jaar daarvoor de Zulu's de Engelsen hadden verslagen, 1980 het jaar van het Charter, om het ANC freedoms charter onder de aandacht van de bevolking te brengen, 1981 het jaar van de jeugd. Drie jaar na de Soweto opstand werden de politie bureaus waarvan de eenheden aan de slachting van de 16e juni 1976 en de daaropvolgende martelingen hadden deelgenomen, aangevallen. De scholieren van toen waren nu goed geschoolde guerrilla strijders die de geschiedenis ingingen als de "Return of the Children of Soweto". En Umkhonto we Siswe stond weer op de politieke kaart.