arch/ive/ief (2000 - 2005)

Macedonië : Bezettingspolitiek steunt separatisme
by Georges Spriet Sunday April 01, 2001 at 03:33 AM

2 jaar geleden, startte ons land samen met haar bondgenoten van de NAVO, een oorlog tegen Joegoslavië. Uiteraard maakten we ons geen zorgen over de langetermijngevolgen voor mens en milieu. De West-Europese democratieën slikten zonder verpinken deze fundamentele wijziging van het Verdrag. Onzeperslui maakten dezelfde eenvoudige analy­se.

24 maart 1999, twee jaar geleden, startte ons land samen met haar bondgenoten van de NAVO, een oorlog tegen Joegoslavië. 79 dagen lang werden van op grote hoogte bommen gedropt op doel­witten in Servië en Kosovo. Zoals ten tijde van de Golfoorlog werd ons het verhaal voorgehouden van een propere precisieoorlog, met slimme bommen. Het vernielen van elektriciteitscentrales, petrochemische bedrijven en ziekenhuizen bleek echter een krachtiger drukkingmiddel dan het (niet zo bijster succesvol) bestoken van militaire doelwitten. Uiteraard maakten we ons geen zorgen over de langetermijngevolgen voor mens en milieu.
En ook de efficiëntie van munitie die versterkt wordt met verarmd uranium was ons dierbaarder dan de gezondheid van de betrokken bevolking of onze eigen soldaten. Deze militaire interventie was een nieuwste ontwikkeling in de Balkanoorlogen: de NAVO greep eigenmachtig in zonder dekking van het internationaal recht. Een maand na de eerste bommen werd deze werkwijze officieel in een Nieuw Strategisch NAVO-concept vastgelegd. Vanaf die dag was de NAVO geen verdedigingsbondgenootschap meer maar een aanvalspact. De West-Europese democratieën slikten zonder verpinken deze fundamentele wijziging van het Verdrag. De verborgen agenda van deze oorlog tegen Joegoslavië was de versterking van de NAVO tegen het Russische kamp, concur­rent in de ontsluiting van het Kaukasisch oliegebied.
Onze leiders en zovele perslui maakten van in het begin van de crisis in Joegoslavië deze eenvoudige analy­se: alles is de schuld van de baarlijke Servische duivel Milose­vic. Deze eenzijdige en verengde kijk op het gebeuren doet bij de openbare opinie uiteraard het geloof in het succes van een militaire interventie sterk verhogen. Wie zo redeneert vindt dan ook makkelijk bondgeno­ten ter plaatse, met name iedereen die Milosevic weg wil. En dit gold zeker voor het Kosovaarse Bevrijdingsleger UCK.
Het UCK heeft oude anti-Servische wortels naar het begin van de jaren '80, maar was pas sedert 1996 een nieuw leven begon­nen. Banden met o.a. de Duitse geheime dienst zijn daar niet vreemd aan. Achteraf is openlijk gebleken dat de hoofdstrate­gie van dit UCK erin bestond Belgrado te provoceren tot scher­pe re­pressie om via een "humanitaire catastrofe" het Westen tot militaire actie over te halen. Analisten twijfelden toen tussen de omschrijving: het UCK is het grondleger van de NAVO, of de NAVO is de luchtmacht van het UCK.
Na 79 dagen bombardementen werd de Servische provincie Kosovo een VN-protectoraat onder NAVO-bewaking. De burgeradministra­tie van VN-gezant Bernard Kouchner kreeg net genoeg financië­le steun om niet de boeken te moeten sluiten. De NAVO-troepen werden over het Kosovaarse grondgebied verspreid om orde en stabiliteit te garanderen. Het resultaat van dit alles was op korte termijn een grotendeels etnisch gezuiverd gebied: 200.­000 Serviërs vluchtten uit Kosovo. De overgebleven Serviërs verschuilen zich in hun stadsdelen onder bewaking van buiten­landse solda­ten. De ver­kiezingen gaven de pacifistische Alba­nese nationa­listen van Ibrahim Rugova een meerderheid. Maar de UCK werd in de praktijk niet ontbonden, en kon onder een nieuwe gedaan­te rustig verder gaan met militaire acties tegen Serviërs (met enige tijd geleden nog een busbeschieting die 7 doden ver­oorzaakte) in én buiten Kosovo Zo konden gewapende Kosovaren geruime tijd haast ongestoord optreden in de officieel gedemilitariseerde Presevo-vallei in Zuid-Servië. Tot het failliet van de interventie en de bezetting zich ook daar veropenbaarde en de NAVO aan de voormalige vijand, het Joegoslavische leger, moest vragen orde en rust te komen herstellen.
Een buitenlandse interventie die er voor zorgt dat de centrale staat geen gezag meer kan uitoefenen over een gebied, geeft een boodschap van politieke steun aan het separa­tistisch nationalisme, zoveel is wel duidelijk. Als de gewapende vleugel van dergelijk nationa­lisme niks in de weg wordt gelegd, ontwikkelt die zich verder onder de ogen van de buitenlandse bezetters, ook al snakt de meer­derheid van de bevolking naar vrede. Met andere woorden, de NAVO-interventie en -bezetting kon niet anders dan leiden tot een versterking van de gewapende nationalistische separa­tisten. Het Westen is dus rechtstreeks betrokken partij aan de kant van de UCK-ers. Hun doelstelling van een Groot-Albanië is al lang gekend. Dat deze separatisten zich niet zouden beperken tot het grondge­bied van de provincie Kosovo, maar ook naar Servië zelf zouden rei­ken, en naar andere gebieden waar hun volksge­noten leven, Macedonië meer bepaald, stond aldus in de sterren geschreven.
Een groter bankroet van een beleid dat steunt op interventie en bezetting, kan men zich moeilijk inbeelden.
Mocht het de bedoeling zijn geweest de Balkan voor langere tijd te destabiliseren, dan zou het Westen geen andere politiek moeten gevolgd hebben dan diegene die ze heeft uitgevoerd. Ik denk hierbij niet alleen aan de snelle Duitse erkenning van de Kroatische onafhanke­lijkheid; of het vervangen van de VN door de NAVO in Bosnië. Maar ook aan het aanvaarden van de etnische zuivering in Krajina en andere steun aan ultranationalisten. En voor de tweede keer laat het Westen toe dat het UCK vrij spel krijgt. De eerste keer eind 1998 toen onder OVSE-controle Belgrado haar troepen terugtrok uit Kosovo, maar de vrijgeko­men ruimte liet inpalmen door het UCK. En nu heeft zich dat herhaald door niet echt op te treden tegen de gewapende activiteiten van dat UCK.
Vandaag gaan er opnieuw humanitaire stemmen op om de NAVO militair tussen te doen komen in Macedonië. Zo gaan we van de ene illegaliteit naar de andere. Dat de NAVO een vredes­instrument zou zijn, lijkt intussen in vele hoofden te zijn doorge­drongen. De Verenigde Naties en de soevereiniteit van een staat zijn kenne­lijk verder weg dan ooit.
Na het groot maken van Saddam Hoessein, na het militair ont­wikkelen van de fundamentalistisch-religieuze groepen (Afgha­nen en de 'spinn-off' naar o.a. Algerije), vormt dit beleid de oorzaak van een nieuwe boemerang, met name de UCK die nu stabi­liteit en vrede in de regio onmogelijk maakt. Dit werd voor de bom­bardementen door sommige waarnemers voorspeld, maar onze leiders reageren liever emotioneel op de eigen propaganda dan te handelen op basis van grondige politieke analyses.