arch/ive/ief (2000 - 2005)

Dat is de conclusie van een studie die twee Amerikaanse
organisaties voorstellen naar aanleiding van de internationale vrouwendag van 8 maart.
De studie met de titel 'Een wereld van verschil', is het werk van Population Action International (PAI) en CARE, een belangrijke internationale hulp- en otwikkelingsorganisatie. Het rapport stelt dat één op 65 vrouwen in ontwikkelingslanden overlijdt door problemen in verband met de reproductieve gezondheidszorg. Dat risico ligt 33 keer hoger dan in de geïndustrialiseerde
wereld. In zwart-Afrika ligt de sterfkans tijdens de zwangerschap of de bevalling het hoogst. Eén op vijftien vrouwen sterft er door verwikkelingen bij de zwangerschap, bevalling of door een onveilige abortus.

De studie rangschikt 133 landen volgens een 'reproductieve risico-index' en stelt vast dat de grootste kloof gaapt tussen Ethiopië - waar minder dan tien procent van alle vrouwen bevallen onder begeleiding van geschoold
personeel en één vrouw op zeven sterft door complicaties tijdens de zwangerschap - en Italië - waar de sterfkans van een vrouw tijdens de zwangerschap maar één op 6.000 is. "Er gaapt een verschrikkelijke afgrond tussen rijke en arme landen op het vlak van seksuele en reproductieve
gezondheid voor vrouwen," zegt Amy Coen, voorzitter van PAI. "In ontwikkelingslanden bevalt de helft van de vrouwen zonder hulp van geschoolde gezondheidswerkers en willen 150 miljoen vrouwen een zwangerschap vermijden of uitstellen, maar zij hebben geen toegang tot contraceptiva."

Het rapport verschijnt net nadat de nieuwe Amerikaanse president George W. Bush heeft beslist geen dollar meer te besteden aan de bilaterale bevolkingsprogramma's van groepen als de Internationale Federatie voor
Gepland Ouderschap (IPPF), die voorstander zijn van abortus of aandringen bij regeringen om hun anti-abortuswetgeving te verzachten. Tot nu toe besteedde Washington meer dan 400 miljoen dollar per jaar aan dergelijke programma's. Bush' beslissing botste op sterke kritiek van PAI en
gelijkgezinde groepen. Zij stellen dat vrouwen het recht hebben op alle diensten voor gezinsplanning en dat het schrappen van hulp aan groepen die zich toeleggen op de reproductieve gezondheidszorg het aantal gevaarlijke,
clandestiene abortussen zal verhogen. Elk jaar sterven bijna 70.000 vrouwen - één om de zeven minuten - tengevolge van een slecht uitgevoerde abortus.
Honderdduizenden vrouwen houden aan zo'n ingreep chronische
gezondheidsproblemen over.

De reproductieve risico-index deelt de landen op in vijf risicocategorieën.Exact drie vierde van alle landen in de categorieën met heel hoge en hogere risico's ligt in zwart-Afrika, met Ethiopië, Angola en Tsjaad op de drie
laatste plaatsen. Op de vierde laagste plaats staat Afghanistan. Er komen ook nog andere niet-Afrikaanse landen in de onderste rangen voor: Nepal op nummer 12, Haïti op 19, Laos op 20, Jemen op 27, Bhutan op 32, Pakistan op
37, Guatemala op 41, Irak op 42, Cambodja op 44 en Bolivia op 45.

Aan de andere kant van de schaal staan alle westerse geïndustrialiseerde landen, met België en Nederland op een comfortabele zesde en vierde plaats.
De lijst wordt aangevoerd door Italië, Zweden, Finland, Nederland,Duitsland, België, Noorwegen, Denemarken en Australië. Singapore staat uitzonderlijk op de vierde plaats. De Verenigde Staten zijn ondanks de
welvaart teruggezakt tot de vijftiende plaats. Tussen 20 en 25 staan verschillende Oost-Europese landen. Cuba, het enige ontwikkelingsland in de top-30, staat op 24.
Het rapport wijst erop dat er in vrijwel alle landen met de laagste risico's wetten bestaan voor abortus op verzoek, dat daar veel voorbehoedmiddelen worden gebruikt en dat er weinig bevallingen zijn bij meisjes tussen 15 en
19 jaar. Het hoogste aantal tienergeboorten - één bevalling per vijf meisjes per jaar - is te vinden in Angola, Niger, de Democratische Republiek Congo,Liberia en Sierra Leone. Het aantal tienergeboorten is het laagst in Japan,
Noord- en Zuid-Korea, Nederland en Zwitserland. Daar bevalt minder dan één tienermeisje op 100.

Het rapport roept regeringen op het engagement na te komen dat 179 landen hebben aangegaan tijdens de Internationale Conferentie Over Bevolking en Ontwikkeling in 1994 in Kaïro. Daar is afgesproken tegen het jaar 2000 17
miljard dollar per jaar te besteden voor reproductieve basisgezondheidszorg.
Maar sinds vorig jaar besteden de Verenigde Staten, de grootste bilaterale donor van steun voor bevolkingsaangelegenheden, minder dan de helft van hun
aandeel in deze uitgaven.

De reproductieve risico-index is gebaseerd op tien factoren, gemeten voor 91 ontwikkelingslanden en 42 ontwikkelde landen, die samen 95 procent van de
wereldbevolking omvatten. Die factoren zijn het jaarlijks aantal geboorten per honderd vrouwen tussen 15 en 19 jaar; het percentage vrouwen dat voorbehoedsmiddelen gebruikt; het overheidsbeleid op het vlak van abortus;
het optreden van bloedarmoede bij zwangere vrouwen en het percentage vrouwen dat prenatale zorgen ontvangt. En verder ook nog het aantal geboorten in aanwezigheid van geschoold personeel; de aanwezigheid van HIV/aids bij zowel mannen als vrouwen; het gemiddeld aantal geboorten per vrouw en het aantal sterfgevallen van vrouwen op 100.000 baby's die levend ter wereld komen

Bron : de waarheid nu